Een coalitie van lokale voedselinitiatieven werpt zich op als ‘redder’ van de World Food Experience. Maar hoe realistisch is dit? De Edese Vos ging met de partijen in gesprek.
Om maar met de hamvraag te beginnen: ziet Stichting World Food Experience de bemoeienis van een lokaal-regionaal initiatief wel zitten?
“Ja,” zegt woordvoerder David de Bruijn van de Experience volmondig. “Wij hebben met veel enthousiasme meegedaan aan deze avond. Toen in december duidelijk werd dat het oorspronkelijke plan niet door kon gaan vanwege de uitspraak van de Raad van State, heeft ons dat weer teruggeworpen in de realiteit. We moesten een nieuw plan bedenken voor alleen de Mauritskazerne en voor de extra buitenruimte op de plaats van de weggevallen nieuwbouw. Dit gaf ons meer ruimte voor een alternatieve invulling.”
Hij erkent dat de lokale voedselinitiatieven de afgelopen jaren niet goed zijn meegenomen in de visie. “Het was allemaal heel groot en internationaal, maar de lokale aansluiting voor Edese ondernemers miste. Dus goed om te kijken welke behoefte er is, zodat één en één mogelijk drie kan worden. Bezoekers aan de Experience zouden bijvoorbeeld ook lokale voedselinitiatieven kunnen bezoeken, en dat we daar in de Experience al wat van laten zien. Wij gaan zeker verder in gesprek met deze initiatiefnemers.”
Concept van de Experience verandert niet
Maar dit betekent niet dat de Experience nu inhoudelijk een heel andere invulling gaat krijgen dan was gepland.
“Het oorspronkelijke plan – wat voor impact voedsel heeft op jou als persoon/bezoeker en op de hele wereld – blijft, want dat is het verhaal dat echt verteld moet worden en waardoor we mensen ook aan het denken willen zetten, dat voedsel een enorme impact heeft,” zegt de Bruijn. “De Experience blijft van internationale allure, maar we willen ook het lokale verhaal een plek geven. Het wordt geen Keukenhof of een belevenisboerderij, maar echt iets op het niveau van een NEMO. Dat concept gaan we niet opeens wijzigen, want er moet wel een businesscase blijven.”
De Amerikaanse ontwikkelaar BRC is inmiddels ingeruild voor een Nederlands experience design bureau, Tinker, dat ook tekende voor tientallen andere musea. De nieuwe businesscase moet op 1 juni rond zijn en bij het College van B&W van Ede zijn aangeboden. Dan gaat het ook naar de gemeenteraad en de provincie. Dat er nu een koppeling wordt gemaakt met lokale initiatieven maakt dat De Bruijn het kansrijk inschat. “En de kosten – en daarmee het risico voor de gemeente en provincie – worden ook significant lager. Het theater valt weg, maar de rest van de Experience blijft. We denken de ‘wow-factor’ goed op te kunnen lossen met andere elementen.”
Wesselius: ‘Het lijkt op greenwashing’
Hoewel Mens en Milieu Ede in maart zelf de aanzet had gegeven om tot een alternatieve invulling voor de WFE te komen, is fractieleider Erik Wesselius niet enthousiast over de strategie van de coalitie. Hij waarschuwde de initiatiefnemers dat ze het risico lopen gebruikt te worden voor een vorm van ‘greenwashing’ van de WFE. “Door die lokale kleinschalige initiatieven erbij te betrekken, worden raadsleden misschien toch weer over de streep getrokken om dan maar vóór te stemmen.” Hij betwijfelt of de businesscase met de hogere rente van nu en minder bezoekers wel is rond te rekenen. “Ik denk dat de WFE vooral deze groep heel erg nodig heeft, meer dan dat deze groep iets aan de WFE heeft.”
Hij denkt dat de coalitie door de WFE vooral uit pragmatisme wordt omarmd en twitterde hierover:
“Veel positieve energie van lokale voedselinitiatieven bij de bijeenkomst ‘Ede is al een World Food Center’. De presentatie van de Stichting World Food Experience over de plannen voor een kleinere Experience sloot daar amper op aan. Een onmogelijke liefde? Mijn vermoeden: de Stichting is te veel gebonden aan voorwaarden en verwachtingen van de subsidiegevers (provincie, gemeente en rijk). Binnen die kaders is het, zelfs als de wil er zou zijn, bijna onmogelijk om tot een fundamenteel andere invulling van de Experience te komen. Een plan dat in 2012 is ontstaan en waaraan in de tien jaar daarna nog het nodige gesleuteld is botst nu met de energie vanuit de samenleving die structureel niet bij dit project betrokken is.”
Wesselius ziet de komende jaren een voortzetting van het probleem. “Het blijft geworstel met een idee waar steeds weer aan gesleuteld wordt, wat niks meer te maken heeft met het originele idee, maar wel een enorme erfenis met zich meedraagt van het verleden. De stichting kan waarschijnlijk geen kant op en hoopt door een nieuw plan in te dienen toch weer subsidie te krijgen.”
De Bruijn: ‘Naar de toekomst kijken’
De Bruijn heeft daar geen goed woord voor over. “Wat heb je eraan om voor de honderdste keer te constateren dat het allemaal niks is? We moeten toch naar de toekomst kijken. Waar liggen de kansen en wat is wél haalbaar? Meneer Wesselius is tegen en die zal er alles aan doen om het tegen te houden. Dus daar zal weinig positiefs uitkomen. Wij hebben als stichting echt wel de vrijheid om te bepalen wat de inhoud van de Experience wordt, ongeacht de subsidies. Er is lang geschermd met internationale bedrijven die koplopers in het project zouden zijn, maar die zitten inmiddels op de tweede, derde of vierde rang. Want die bepalen niet meer de inhoud. Wij bepalen de inhoud, samen met allerlei partijen. We zijn gewoon heel positief over dit lokale initiatief en denken een heel mooie weg vooruit te kunnen vinden.”
Ferdie Olde Bijvank, woordvoerder van de lokale voedselcoalitie, is het met De Bruijn eens. “Wesselius noemt het ‘greenwashing’ en is daarmee lekker duidelijk over waar hij staat. Maar ik vind dat nonsens. Ik zeg: ‘Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.’ De WFE heeft afscheid genomen van de Amerikaanse Disney-aanpak en nu veel beter geluisterd naar wat er eigenlijk zou moeten gebeuren. Ze bieden ruimte om in de nieuwe plannen daadwerkelijk veranderingen aan te brengen.”
Olde Bijvank vindt dat er teveel een negatief sentiment over de Experience is ontstaan als ‘megalomaan project dat almaar meer geld kost’, vooral aangewakkerd door de media, in de vorm van negatieve columns. Ze hebben te weinig over de inhoudelijke visie en afwegingen geschreven. “De politiek is gevoelig voor dat soort sentimenten, terwijl het over argumenten zou moeten gaan. Sommige partijen in de raad zwabberen. Dan zijn ze altijd vóór iets geweest, en nu opeens tegen. Dan krijg je geen consequent beleid.”
“Natuurlijk is er vanuit de gemeente ook teveel geparachuteerd, top-down gedacht. Inwoners zijn onvoldoende betrokken. Ik denk dat dat heel duidelijk is. Dat heeft wethouder Meijer in een persoonlijk gesprek met ons ook kenbaar gemaakt. Dat was een gemiste kans van het college.”
Dit mea culpa van wethouder Leon Meijer is nog niet in de vorm van een gemeentelijk persbericht gecommuniceerd. De Edese Vos heeft Meijer gebeld voor een reactie, maar deze was op vakantie.
Olde Bijvank: ‘Meer positieve ambitie tonen’
“Je kunt het ook heel positief benaderen,” zegt Olde Bijvank. “Er zijn mensen die hun schouders eronder willen zetten, vanuit verschillende disciplines. Scholen, voedingsinstituten, de zorg. Kijk wat er allemaal al niet gebeurt hier in de Gelderse Vallei, het ziekenhuis dat in Nederland een voortrekkersrol vervult bij het inzetten van gezond en duurzaam eten en drinken als ‘medicijn’ voor een nieuwe gezonde leefstijl. We weten het alleen niet. De wereld verandert, er is een groeiend bewustzijn dat we gezondere en meer duurzame keuzes moeten maken over ons voedsel. Consumenten vragen ook om een andere aanpak en letten veel meer op wat ze in hun mond stoppen, en wat ze op het bord willen zien. Er zijn heel veel ontwikkelingen op het gebied van food.”
“We hebben hier de Foodvalley, we hebben hier de WUR die veel onderzoek doet op dit gebied en een internationale uitstraling heeft. Die kennis moet je toepasbaar maken, zodat het mensen gaat inspireren om op een andere manier met voeding om te gaan. Dat kun je dan in zo’n Experience heel mooi tot uiting brengen met een integratie van zowel global als local. Het heeft ook een economische waarde om Nederland neer te zetten als kennisland op het gebied van voedsel en landbouw. Neem de kas van Nederbanaan op het WFC-terrein, dat is een nieuwe methode om de wereldwijde bananenteelt te helpen overleven, om te voorkomen dat ze door schimmels kapot gaan. Dat is exporteren van kennis. En zo zijn er wel meer initiatieven.”
“Je moet ook een broek aan durven te trekken zonder dat dat meteen als ‘megalomaan’ wordt getypeerd,” meent Olde Bijvank. “Je moet ergens voor staan. Als je ervoor kiest om de Silicon Valley op het gebied van voeding te worden, dan moet je ook verder durven te denken en zorgen dat je internationaal impact gaat creëren. Sluit de samenleving daarbij in. Zonder ambitie kom je nergens. Dat mis ik heel sterk in Ede. In het Westen hebben ze dat wel, maar hebben ze niet de Experience. Juist in onze regio spelen natuur en landbouw enorm. Maak daar het beste van. En neem ook vooral de kinderen, die nu op de lagere en middelbare scholen zitten, hier goed in mee. Want de jeugd heeft de toekomst. Daarom is het ook zo leuk dat er iemand vanuit de scholen in het initiatief zit. Zij zegt ook: ‘We moeten naar een food school toe.’ Er komt veel energie vrij op deze manier.”
De goede richting wijzen
Het is duidelijk dat Olde Bijvank enthousiast is. Maar toch wringt er iets tussen ambitie en realiteit. De kennis zit vooral in Wageningen, terwijl Ede zich daar ook op wil profileren, of beter gezegd: in wil meeliften. Wie had 10 jaar geleden Ede, een stadje zonder Michelinster, kansrijk geacht op het gebied van eten? Veel van wat in de regio wordt geproduceerd is monocultuur en bio-industrie en dan zit je meteen in de problematische kant van de huidige landbouw. Als dan ook nog grote multinationals als Unilever mee willen doen, dan denken mensen: ‘Het zal wel weer zo’n corporate verhaal worden.’
Olde Bijvank begrijp dat, maar brengt daar tegenin dat veel boeren allang circulair bezig zijn. “Die zijn met grondcultivatie bezig en gebruiken geen bestrijdingsmiddelen meer. Die voorbeelden moeten we laten zien. Want het kan en moet anders. Ook in restaurants wordt nu veel meer met lokale producten gewerkt, en met een andere verhouding van vlees en plantaardig. Dus het gaat erom dat er een beweging ontstaat die de goede richting wijst.”
Is de lokale coalitie niet bang dat ze door de politiek voor het karretje van de Experience wordt gespannen en uiteindelijk maar weinig in de melk te brokkelen heeft? “Nee,” zegt Olde Bijvank resoluut. “We gaan niet alleen adviseren, maar ook actie ondernemen en programmatisch met hen aan de slag. We zijn geen aanhangwagentje, we willen invloed.”
Maar wel zonder eigenaarschap. “Ja, dat kunnen wij niet claimen,” zegt Olde Bijvank. “Dat betekent dat je mederisiconemer en mede-aandeelhouder zou moeten zijn. We kiezen voor een eigen identiteit van samenwerking op lokaal niveau. Maar ik ben er heilig van overtuigd dat we echt meters gaan maken. Natuurlijk weten we ook wel dat er risico’s aan vastzitten. Maar als het niet lukt, dan houden we er gewoon weer mee op. Dan zeggen we: ‘Nou het is leuk geweest, maar dit is niet de richting die we willen.’ Dan gooien we het over een andere boeg.”
De lokale initiatiefnemers willen dus een plek aan de tafel om mee te praten over de invulling, maar geen onderdeel worden van de organisatie van de Experience. Waarschijnlijk gaat Eetbaar Ede de verdere initiatieven coördineren.
Zonder bijbedoelingen, maar Dhr. Leon Meijer heeft ‘betrekken van inwoners’ niet in zijn DNA. Dat werd mij bij het echec van het project: ‘Verlengde Maanderweg fietsstraat’, al wel duidelijk. Hij is een financieel controller, geen politicus die dicht bij mensen staat. Het college is hemelsblij dat dit risicovolle project onder zijn verantwoordelijkheid valt. Want dan kunnen de collega’s bij het falen van deze investering de handen in onschuld wassen. Dat heet ‘politiek’ toch?
De WFE is een doodgeboren kindje waarop men al tien jaar aan het reanimeren is. Daar waar de WFE draagkracht zou moeten hebben ontbreekt die. Het is een verzameling van subsidieslurpers, niet meer. In godsnaam: stop hier mee.
‘De lokale initiatiefnemers willen dus een plek aan de tafel om mee te praten over de invulling, maar geen onderdeel worden van de organisatie van de Experience.’
Wie betaalt bepaalt, dus dat aansluiten aan tafel is mooi voor de oorspronkelijke club om door te kunnen blijven modderen met ons geld. Stop met deze klucht.
“Food Valley, World Food Center, Experience Center”, is dat lokaal dialect?
Klopt. Hier wordt tegenwoordig Engels gesproken. Zie ook onze 1 aprilgrap: https://edesevos.nl/edese-vos-wordt-world-fox-berichten-in-het-engels/
Jullie kunnen je straks nog meten met Fox News in Amerika! 🦊
@Jesse: Geen enkele behoefte aan. De Edese Vos bedrijft i.t.t. Fox News in Amerika namelijk wél journalistiek. 😉
Even over nagedacht:
Waarom moeten wij als Ede (Edenaren) ons “op de kaart zetten”?
Die term is voorbehouden aan mensen die het niet op eigen kracht redden en zich moeten laten helpen door (vaak flink betaalde) externe krachten.
Hou het regionaal, d.w.z. doe maar gewoon, doe je al gek genoeg.
En als we dan ergens goed in zijn dan blijkt dat vanzelf.
Misschien moeten wij – de (Edese) bevolking, al dan niet vertegenwoordigd in de raad – ons eerst eens afvragen waar we tevreden mee zijn en wat het doel is dat we voor ogen hebben. Kortweg heb je dan 2 richtingen:
1. We hebben een ideëel doel waarbij de kosten eerder een maatschappelijke investering zijn en niet per se een winstgevende businesscase, bijvoorbeeld omdat we onze kinderen iets willen leren zodat zij in staat zijn betere keuzes te maken voor de toekomst. Het schoolgeld voor je kind komt immers ook niet aan het einde van het jaar met winst terug, maar je investeert wel in hun toekomst.
Er zou voor scholen een lesmodule aan vast kunnen hangen met één of meerdere bezoeken aan de WFE als hoogtepunt. Het overkoepelende thema zou “van grond tot mond tot kont” kunnen zijn, waardoor je zowel het boeren (met transities in de landbouw door stikstof, weersextremen, klimaatverandering, circulariteit, etc.), als het eten/consumeren als beleving en vervolgens ook wat dit doet in je lichaam (met maatschappelijke problemen zoals obesitas en gevolgziekten, bepaalde vormen van kanker, hart- en vaatziekten en ja voeding heeft ook invloed op mentale gezondheid) erin meeneemt. Als dit vervolgens ertoe bijdraagt dat de volwassenen van de toekomst gemiddeld genomen betere keuzes kunnen maken, dan is dat winst. Het laat zich wellicht moeilijk in geld uitdrukken, maar er is ongetwijfeld wel enigszins te becijferen wat dit in euro’s voor effect heeft op bijvoorbeeld de gezondheidszorg.
Voor een dergelijke richting zou wat mij betreft niet per se door Ede, maar juist door overkoepelende overheidsorganen zoals de provincie of nog beter de Rijksoverheid de knip getrokken moeten worden aangezien het dan ook iedereen in het land aangaat.
2. Het doel is de WFE te exploiteren als een bedrijf, wat inhoudt dat de investering met winst terugverdiend moet worden. In dit geval valt of staat alles met de hoeveelheid bezoekers die komen en is het dus ook heel interessant om te weten hoe die ramingen tot stand gekomen zijn, wat de track-records zijn van de adviesbureaus die deze ramingen gemaakt hebben, wat voor marktonderzoek hieraan ten grondslag ligt en wat de WFE dan precies gaat bieden waarvoor mensen uit alle hoeken van het land komen om een kaartje te kopen?
Ik geloof best dat er een groot potentieel is in de markt, er kijken immers ook miljoenen mensen naar een programma als Heel Holland Bakt en naast dergelijke (kook)programma’s bestaat er ook nog altijd een kookzender met 24Kitchen. Je kunt er dus niet omheen dat de interesse in voedsel – of zo je wilt “Food” – er zeker wel is, maar dat betekent natuurlijk niet automatisch dat die mensen ook een kaartje kopen om een WFE te bezoeken. Je moet dan wel echt iets goeds en unieks te bieden hebben. En gezien de vele (buitenlandse, vooral Duitse) toeristen op de Veluwe die dagjes uit plannen is enige internationale allure dan ook wel een must lijkt me. Daar is wel een inhoudelijk sterk plan voor nodig en vooralsnog heb ik nog niet iets concreets gezien wat mijns inziens daaraan voldoet. Voor een pizzamachine reis je immers niet uit Heerenveen naar Ede af om maar wat te noemen.
Dus, aan optie 2 lijken me nog behoorlijk wat haken en ogen te zitten. Optie 1 zou ik persoonlijk niet zo’n moeite mee hebben, vooral niet als hier ook de Rijksoverheid bij betrokken wordt en het echt een educatief gehalte krijgt voor kinderen en volwassen uit heel Nederland. Als vanuit de Rijksoverheid er 30 miljoen subsidie bij gaat om dit van de grond te krijgen heb je het over nog niet eens 2 euro per inwoner, gezien het doel wat dit dan zou kunnen/moeten hebben en alle problemen die er spelen in de maatschappij lijkt het me dan wel meer dan waard te zijn.