In november was de gemeenteraad op werkbezoek in Brussel om ‘de Edese belangen te behartigen’. Wat zijn die belangen eigenlijk?
In een reflectie op het werkbezoek gaven raadsleden daar hun eigen perspectief al op. We hebben ook enkele vragen aan de griffie voorgelegd, die we in dit artikel terugkoppelen.
1. Waaruit bestaan de ‘Edese belangen’ in Brussel precies?
Ede en Regio Foodvalley (het samenwerkingsverband van gemeenten in de Foodvalley) hebben Public Affairs adviseurs die proberen onze belangen in Den Haag en Brussel zo goed mogelijk te behartigen. Dan gaat het over beleid, wet- en regelgeving en de verdeling van fondsen. Er worden internationale samenwerkingen opgezet rond twee hoofdthema’s: landbouw en voeding, met als doel Europees geld binnen te fietsen.
Zo is er vanuit Regio Foodvalley een samenwerking in ontwikkeling met Östergötland (Zweden) en Business Region Aarhus (Denemarken). Dit soort samenwerking tussen EU-landen is essentieel om deel te kunnen nemen aan Europese subsidieregelingen. Dit jaar en in 2024 wordt ook de samenwerking met twee andere foodregio’s (Greenport Venlo en Agri Food Capital in Den Bosch, in het kader van Food NL) verder uitgebouwd. Regio Foodvalley zorgt ervoor dat Food NL in Brussel toegang krijgt tot de Europese fondsen op het gebied van landbouw en voeding.
Regio Foodvalley bracht op 10 en 11 oktober 2023 samen met de andere Food NL regio’s een bezoek aan de European Week of Regions and Cities (EWRC) in Brussel. Daarbij ging het met name over eiwittransitie en voedsel & gezondheid. Er werd genetwerkt met potentiële internationale partners rond verschillende projecten. Deze bezoeken worden door de Public Affairs adviseurs in afstemming met onze bestuurders voorbereid.
Het bezoek heeft Ede ook bewust gemaakt van het belang om de beleidsontwikkeling van natuurherstelplannen nauwlettend te blijven volgen. Daarnaast is voedselzekerheid een belangrijk thema. Ook wil Ede invloed proberen uit te oefenen op de agenda van de nieuwe Europese Commissie in 2024, waarvan sommige onderdelen cruciaal zijn voor onze regio.
2. Het gaat ook over ’transformatie van het landelijk gebied’. Welke ontwikkelingen spelen er concreet op dit gebied in Ede?
De kaders voor natuur en landbouw worden in Brussel afgesproken. Dit geldt zowel voor landbouwbeleid (GLB subsidies) als natuur. Lokale boeren zijn hiervan afhankelijk. Daarom is het belangrijk dat ze in Brussel goed inzicht krijgen in hoe Europese regels lokaal uitwerken, en hoe we Brussel kunnen gebruiken om lokaal resultaten te boeken. Hierbij kan je denken aan de ruimte in staatssteunregels zodat we boeren beter kunnen belonen voor hun investeringen in natuurbeheer, of aan een Europees duurzaamheidslabel voor de landbouw, aanvullend op het EKO keurmerk voor biologische landbouw (skal).
Ede werkt aan een gezonde leefomgeving en een toekomstbestendig buitengebied. Dit in nauwe samenwerking met Rijk, waterschap en provincies. Een greep uit de concrete maatregelen:
- Piekbelastersregeling: veehouders die willen stoppen kunnen in aanmerking komen voor deze uitkoopregeling van het Rijk.
- In diverse gebieden lopen ‘gebiedsprocessen’ waarbij we samen met de betrokken partijen kijken naar de reductie van stikstofemissies, waterhuishouding, toekomstperspectief voor agrariërs, verkeersveiligheid, etc.
- Ede zet in op het sturen op doelen in plaats van op maatregelen. Daarom loopt er een pilot met een meetsysteem waarbij we op bedrijfsniveau de stikstofemissies meten.
- We investeren in natuurherstel, door bijvoorbeeld kalk op te brengen in het Edese Bos, om de verzuring te stoppen.
- In het buitengebied is het ‘functieveranderingsbeleid’ van kracht door middel van de ProMo-regeling: de eerste 100 melders kunnen daarmee hun agrarische vergunning weer in overeenstemming brengen met het daadwerkelijke gebruik, waarbij ze worden vrijgesteld van legeskosten.
- Er is een leernetwerk voor boeren om kennisuitwisseling te stimuleren.
- Gemeente Ede biedt bodemcursussen aan, voor een goed bodembeheer.
- Gemeente Ede voert een natuurinclusief pachtbeleid, in ruil voor een lagere pachtprijs.
- We investeren in de basiskwaliteit van natuur, om ook de algemene soorten zoals de pimpelmees op peil te houden. Dit doen we door een combinatie van een goede waterhuishouding, stimuleren van een kruidenrijke omgeving zoals bijvoorbeeld bermen en akkerranden, en het stimuleren van bijvoorbeeld houtwallen.
3. Ontvangt Ede geld uit Brussel? Zo ja, hoeveel en waarvoor precies?
Via nationale en provinciale programma’s komen EU-middelen binnen die door Rijk en provincie worden verdeeld naar gemeenten / de regio’s. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) en Europees Sociaal Fonds Gelden (ESF).
Vanuit Brussel gezien zijn ‘regio’s’ landen binnen Europa die samenwerken. Brussel is niet gericht op individuele steden en soms is de schaal van regio’s te klein. Het zelfstandig verwerven van EU-middelen vraagt dus om samenwerken met andere Europese landen en het vormen van internationale consortia. Voor Ede is Regio Foodvalley in Europees verband dus de basis.
Omdat dit geld ook via partners binnenkomt is het moeilijk inzichtelijk te maken hoeveel het precies is, zegt de griffie. Het is wel apart dat dit overzicht er niet is. Hoe weet je dan of je lobby / public affairs succesvol is?
4. Hoe is Ede concreet bezig met lobbyen / public affairs in Brussel? Wie doet dit namens Ede?
Public Affairs valt in de portefeuille van burgemeester Verhulst. De uitvoering ligt grotendeels bij Regio Foodvalley.
5. Met welke Europarlementariërs is tijdens het werkbezoek gesproken over de Edese belangen? En met wie is gesproken bij Corporate Europe Observatory, VNG Europa en Brusselse Nieuwe?
In het Europees Parlement is gesproken met Jan Huitema, Bert-Jan Ruissen en Tom Berendsen. Daarnaast met Nina Holland (onderzoeker en campagnevoerder bij Corporate Europe Observatory), Maryse Boonstra (beleidsadviseur VNG Europa) en de redactie van Brusselse Nieuwe (o.a. Bert van Slooten).
6. Wat verwachtte de raad van deze trip naar Brussel? Welke gewenste uitkomsten waren er?
Het doel van het werkbezoek was om meer inzicht te krijgen in Europese besluitvorming en hoe dit de ruimte voor gemeentelijk beleid en besluiten kan beïnvloeden, maar ook andersom. Hoe de raadsleden terugkijken op het bezoek lees je hier.