Edese Vos

Stephan Neijenhuis wil meer tegenmacht van buiten de raad

stephan neijenhuis
Stephan Neijenhuis, D66. Foto: Gertjan van Ginkel.

Raadslid Stephan Neijenhuis van D66 hoeft niet lang na te denken als de Edese Vos hem vraagt voor een gesprek over het functioneren van de gemeenteraad als tegenmacht. Daar heeft hij wel een (bedachtzame) visie op. Maar de raad kan het niet alleen, benadrukt hij.

Stephan Neijenhuis is al tien jaar actief in de Edese politiek. Sinds 2018 als fractievoorzitter van D66, die op dit moment met vier zetels in de raad oppositie voert, een rol die hij vorige maand overdroeg aan Sam Elfvering. In het dagelijks leven is hij politiek adviseur van de Minister van Financiën en tot voor kort werkte hij als beleidsmedewerker van de Tweede Kamerfractie van D66. Hij woont met zijn gezin in de nieuwe Edese wijk Park Reehorst.

Hoe zie jij macht en tegenmacht functioneren in de gemeenteraad?

“Als ik het vergelijk met de beginperiode, tien jaar geleden, dan is het zowel voor- als achteruit gegaan. Wat de goede kant op gaat is dat de kwesties die langskomen in de gemeenteraad minder vooraf afgetikt worden binnen de coalitie. Daarmee is er iets meer ruimte voor coalitiepartijen om met wisselende meerderheden te werken en voor de oppositie om met eigen voorstellen te komen.”

Beter samenspel nodig

“Maar er is ook iets achteruit gegaan, namelijk het overleg buiten de gemeenteraad en het draagvlak in de samenleving. Want als je echt dingen aan de kaak wilt stellen of verandering teweeg wilt brengen, dan is het een illusie om te denken dat je dat alleen kunt bereiken met de instrumenten die je als raadslid tot je beschikking hebt, namelijk moties en amendementen. Je moet ook lobby’en, draagvlak zien te vinden en mensen meekrijgen, andere partijen overtuigen, maatschappelijke druk vanuit de samenleving organiseren.”

“De betrokkenheid van de journalistiek bij de gemeenteraad speelt hierin ook een rol. Toen ik begon waren er nog standaard twee journalisten bij de raadsvergadering aanwezig om verslag te doen van wat er gebeurde. Toen had je ook nog twee titels, Ede Stad en de Edese Post. Als iemand dan een raar standpunt in de raad verkondigde of een wethouder een slecht plan presenteerde, dan stond het wel in de krant. En dan denkt zo iemand toch: laat ik mijn standpunt nog maar eens herzien en kijken of er een andere oplossing mogelijk is. Dat samenspel tussen raad en journalistiek heb je niet zo snel meer.”

En dan een opvallende uitspraak:

“Vaak heb ik wel het gevoel dat ik kan zeggen wat ik wil, maar dat er niet echt wordt geluisterd.”

Als jij dat gevoel al hebt als raadslid met een bepaalde mate van invloed, dan geldt dat helemaal voor inwoners, dat ze zich niet gehoord voelen.

“Ja, ironisch, hè? Daar sta je dan als vertegenwoordiger van het volk.”

Optimaal geïnformeerd blijven

Hoe is je informatiepositie als raadslid? Krijg je wel altijd de informatie waar je om vraagt?

“Niet altijd. Een voorbeeld: de gemeente had op een gegeven moment besloten om de nieuwbouw van scholen met drie jaar op te schuiven. Daar hoorden wij als raad pas wat van via een memo dat een jaar later toevallig naar ons was gestuurd. Toen we doorvroegen bleek er een heel strategisch huisvestingsplan onderwijs te liggen, waarin dat helemaal uitgelegd werd, maar dat was alleen in het college besproken en niet ter info naar de raad gestuurd. Het stond wel ergens genoemd in de notulen van het college, maar niet welke consequenties dit had. Dan is het dus wel zinvol dat je als raadslid echt even doorvraagt en die stukken opvraagt. Toen we het in de gemeenteraadsvergadering brachten hadden we binnen een maand een meerderheid om dit uitstel weer terug te draaien.”

“Het college heeft een proactieve informatieplicht, elke beleidswijziging moet naar de raad worden gestuurd.”

Is het dan onachtzaamheid of zit daar een bewuste agenda achter?

“Dat vind ik moeilijk om te bepalen. Maar in beide gevallen is het verkeerd. Het college heeft een proactieve informatieplicht, elke beleidswijziging moet naar de raad worden gestuurd. Hoewel dat als nadeel heeft dat je soms veel te veel informatie krijgt en dan moeite hebt om de echt relevante dingen naar boven te brengen.”

stephan neijenhuis gemeenteraad
Stephan Neijenhuis in debat in de gemeenteraad. Beeld: XON.

Er wordt wekelijks een enorme hoop papier naar de raad geschoven. Dat moet je als raadslid ook maar aankunnen.

“Ja en dat is een hele lastige klus kan ik je vertellen. De meeste informatie – tenzij er financiële belangen spelen die de onderhandelingspositie van de gemeente kunnen schaden – is gelukkig wel openbaar. De antwoorden op technische vragen die wij stellen worden niet standaard openbaar gemaakt in Notubiz, maar die kunnen we wel delen.”

De krachten mobiliseren

In het coalitieakkoord is al veel dichtgetimmerd, waardoor er minder dualisme is, zeker nu tweederde van de raad vertegenwoordigd is in het college. Bundelen partijen achter de schermen hun krachten om daar tegenmacht aan te bieden?

“Het is nu wel beter dan vroeger, maar een lang bestuursakkoord is inderdaad niet bevorderlijk voor een goede samenwerking. Incidenteel bundelen we wel de krachten, maar op dat niveau wordt er eigenlijk nauwelijks gecoördineerd. Partijen acteren op de voor hen belangrijkste onderwerpen, en er zit natuurlijk ook wel wat concurrentie.”

D66 brengt regelmatig onderwerpen aan de orde die onder burgers leven. Bij de afsluiting van de Bennekomseweg-Edeseweg hebben jullie zelfs een meldpunt ingesteld. Hoe werkt dat, die interactie met de inwoners van Ede?

“Als ergens onvrede over is binnen de gemeente, proberen we daar iets mee te doen. Dat is ook je taak als volksvertegenwoordiger. Veel mensen voelen zich niet gehoord op het moment, dus dan stellen we een meldpunt in. Veel mensen hebben daarop gereageeerd, met klachten én suggesties voor oplossingen. Dat hebben we doorgezet naar de gemeente en we hebben een beleidsvoorstel met oplossingen ingediend. Zo kun je geluiden uit de samenleving doorvertalen naar de politiek.”

Afschuiven van verantwoordelijkheid

En wordt daar dan ook echt wat mee gedaan?

“Niet altijd. Bij de laatste Algemene Beschouwing hebben we toch moeten vaststellen dat met veel beleidsvoorstellen te weinig is gedaan. Ook zaken waarvan we zelf inschatten dat er een goede kans van slagen was.”

“In de houding van de gemeente merk je dan dat ze vinden dat de uitvoerders het zelf maar moeten bepalen. Neem de veiligheid van fietsers, wij vinden dat daar te weinig oog voor is. Een uitvoerder had een fietspad bij de Bennekomseweg opeens afgesloten omdat de weg opengebroken moest worden. Fietsers moesten houtje-touwtje de weg oversteken. Een ernstig ongeval liet niet lang op zich wachten. Dan heb je de signalen die we hadden doorgestuurd dus niet goed opgepikt en zit je er niet bovenop. Dat is frustrerend.”

“Vertrouw als overheid meer op de eigen kracht van mensen en pik de signalen uit de samenleving goed op.”

Waar gaat het dan mis?

“De gemeente is opdrachtgever, maar de verantwoordelijkheid wordt afgeschoven naar uitvoerders. Dan komt de gemeente wel elke week met een persfilmpje waarin een voorlichter met microfoon uitlegt hoe het gaat met het project, maar je kunt de punten die zijn aangedragen beter actief oppakken. We kunnen dat er heel moeilijk doorheen drukken, dat is frustrerend. Iedereen weet dat er iets moet worden gedaan aan onveilige situaties, maar het wordt dan toch weer afgeschoven. Ze zitten niet bovenop de uitvoering.”

voorlichter met microfoon
Een voorlichter met microfoon praat Edenaren bij over de Parklaan. Beeld: Gemeente Ede.

“Vertrouw als overheid meer op de eigen kracht van mensen. Zoals Hans van Mierlo het zei: ‘We moeten revolutie maken, voordat die uitbreekt, door kanalen te graven naar het centrum van de macht.'”

Het vuur in de raad

Ik mis eerlijk gezegd vuur in de raad. Er slaat nooit eens iemand met zijn vuist op tafel. Hoe zie jij dat?

“Als ik terugkijk op de afgelopen tien jaar vind ik het debat juist intensiever, er zit wat meer pit in. Dat zie je ook aan de lengte van de raadsvergaderingen; vroeger waren we vaak op tijd klaar. Wat ik wel herken is dat we elkaar nu vaker vliegen zitten af te vangen op detailniveau. Ik zie dan liever debat over de dingen die er echt toe doen, die ideologischer zijn. Als je een kwartier moet luisteren naar twee raadsleden die een beetje leuk staan te filosoferen over één zinnetje dat je hebt gezegd, ja, dan gaat het college ook achterover leunen. Daar erger ik me wel een beetje aan.”

Hoe zou de gemeenteraad effectiever als tegenmacht kunnen functioneren?

“Geen dichtgetimmerde coalitieakkoorden zou al een heel goed begin zijn. Dit slaat veel debat dood in de rest van de periode. Hoewel het begrijpelijk is dat partijen de voor hen belangrijke punten ook willen realiseren. Daarnaast moet je goed geïnformeerd worden als raad. Dat is de basis om echt goed tegenmacht te kunnen bieden. Dat laat nog wel te wensen over.”

In een vorige periode (2014-2018) zaten jullie in de coalitie, nu in de oppositie. Zijn jullie nu ook van standpunten veranderd, zoals sommige andere partijen?

“Niet dat ik me bewust ben, maar je rol is anders. Vanuit de oppositie proberen we altijd een constructieve houding aan te nemen en vanuit de coalitie proberen we extra scherp te blijven.”

Burgerinspraak en journalistiek

De drie verschillende vormen van tegenmacht – gemeenteraad, lokale journalistiek en burgerinitiatieven – zouden die tot een meer effectieve synergie kunnen komen?

“Dat is een goede vraag. Ik denk dat we een goede stap hebben gezet door inwoners het recht te geven om zelf iets op de agenda van de gemeenteraad te zetten. Dat is toch wel een manier om er voor te zorgen dat als er een onderwerp leeft binnen de bevolking, maar niet doordringt tot de politiek, dat het dan toch op de agenda komt. Wat betreft de media zou ik graag veel meer verslaggeving zien van wat er in de raad gebeurt. Het is allemaal heel intern, maar we doen het niet voor onszelf. Als media erover schrijven, houdt dat de raad ook scherp.”

Wat vind je van de lokale journalistiek?

“De capaciteit en controlerende functie zijn te beperkt. Er zijn geen echte raadsverslaggevers meer. Ik mis ook goede analyses. Soms lees je iets terug en denk je: ‘Hebben we hetzelfde debat gezien?’ Dan worden er zulke bijzondere dingen uitgepikt en het belangrijkste onderwerp van de avond wordt gemist.”

“Het gaat me er niet om dat politici vaker in de krant zouden moeten staan. Integendeel. Juist als de krant zelf weinig inhoud produceert, dan is het voor politieke partijen makkelijker om je naam heel vaak in de krant te krijgen. Maar dat is geen goede manier om de politiek naar mensen te brengen.”

Stephan Neijenhuis deelt zijn perspectief ook in de eerste aflevering van de Tegenmacht Podcast over de gemeenteraad van Ede.

white logoWaardeer dit artikel met een donatie

Marc van der Woude

Combineert onderzoeksjournalistiek en innovatie om de 'tegenmacht' van burgers te versterken. Verbindt bij de Edese Vos journalisten, bronnen en onderzoekers. Gaat tot het gaatje om transparantie te krijgen.

1 reactie

  • Wat mij mooi lijkt: een groepje van niet partijgebonden lijstduwers voor de totale raad. Het woord “tegenmacht” wordt vervangen door “meer kennis”. De groep kan per onderwerp verschillen van (deskundige) samenstelling.

    Het lijkt een soort schaduwraadje, met het verschil dat meningen niet gebonden zijn aan een partijprogram of electoraal gewin. Gewoon een jaar lang proberen. We verzorgen dan ook stageplaatsen in de politiek.

Mis niets, meld je aan!

Blijf actief op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen in Ede. Meld je aan voor de mail van de Edese Vos.