Edese Vos

Hoe kunnen we beter leren van het station en de Parklaan?

stationsgebied ede allard bijlsma
Het nieuwe station Ede-Wageningen in ontwikkeling. Foto: Allard Bijlsma.

De gemeente Ede heeft grote plannen voor hoe mensen zich in de stad verplaatsen. Het is de bedoeling dat we minder snel de auto pakken, meer gaan lopen en fietsen, en dat de openbare ruimte groener en ‘beweegvriendelijker’ wordt. Hoe pakken die ronkende ambities in de praktijk uit en wat kunnen we leren van wat er nu mis gaat?

Volgens de Koersnota Mobiliteit van de gemeente Ede moeten straten, parken en pleinen zo worden ontworpen dat het makkelijker en veiliger wordt om te lopen en te fietsen. Door te investeren in fietspaden, wandelpaden en plekken om te spelen, hoopt de gemeente dat mensen meer buiten gaan spelen, sporten en bewegen, waardoor de samenleving gezonder en fitter wordt.

Dit klinkt misschien als een logische en zelfs simpele ambitie. Maar het vraagt echt om een verandering in hoe de gemeente de afgelopen (tientallen) jaren met onze straten is omgegaan.

“We hebben altijd veel ruimte gegeven aan de auto. Dat willen we ombuigen. Dat vraagt een koerswijziging naar duurzame mobiliteit. Als we meer mensen willen laten bewegen, hebben we een aantrekkelijke, beweegvriendelijke omgeving nodig”
– Gemeente Ede in de Koersnota Mobiliteit

Omdat het zo anders moet, weten we nog niet goed welke maatregelen echt gaan werken en welke niet. We moeten zelfs op zoek naar nieuwe manieren om deze omslag te kunnen organiseren. In mijn eerdere artikel heb ik uitgelegd dat als het college haar eigen ambitie echt serieus neemt, we een transitiestrategie nodig hebben. Het allerbelangrijkste hierbij is het uitvoeren van transitie-experimenten: dit zijn radicale maar haalbare acties waarmee we samen kunnen leren en waarmee je in gesprek kan gaan met alle belanghebbenden.

Het is belangrijk om bij deze experimenten te weten (1) wat je wilt uitproberen en (2) wat je wilt leren. We moeten zowel ‘carrots’ als ‘sticks’ gebruiken om inwoners te helpen in de veranderingen mee te kunnen gaan. Onderzoek laat zien dat alleen combinaties van verleiden én ontmoedigen echt tot grote veranderingen kunnen leiden. Experimenten hiermee zijn nodig om te leren, maar ook om bewoners actief te betrekken bij wat voor hén (niet) werkt en waarom.

Er zijn drie manieren om zulke experimenten uit te voeren:

  1. Bij belangrijke momenten in het leven van mensen, zoals verhuizen, een kind krijgen of van baan veranderen. Dus bij de ontwikkeling van een nieuwe buurt of bedrijventerrein is er een kans om inwoners en bedrijven opnieuw te laten nadenken over hoe ze zich verplaatsen.
  2. Door op specifieke plaatsen en tijdelijk samen met bewoners en andere mensen heel gericht dingen uit te proberen. Zo kun je oefenen met nieuwe manieren om te verleiden of te ontmoedigen. Een voorbeeld van hoe dit kan werken zijn de leefstraten in Utrecht.
  3. Door aan te haken bij grote veranderingen die sowieso al autorijden ontmoedigen, zoals (langdurige) wegafsluitingen. Als je al een ‘stick’ hebt, betekent het dat inwoners hun gedrag al moeten aanpassen. Dat is vervelend, maar biedt ook een kans om samen te leren.

Het is belangrijk om bij deze experimenten te weten (1) wat je wilt uitproberen en (2) wat je wilt leren.

Omdat we in Ede nog aan het begin staan van deze verandering, is het slim om eerst te focussen op die derde manier: aansluiten bij (langdurige) wegafsluitingen. Twee grote projecten die veel kunnen veranderen in hoe we ons verplaatsen zijn het nieuwe station Ede-Wageningen en de Parklaan. Tijdens de bouw van deze projecten zijn er tal van momenten waarop wegen afgesloten zijn en autoroutes veranderen. Ideale kansen dus om van te leren! Maar doen we dat dan ook?

Gemiste kansen bij het stationsproject

Midden tussen twee grote nieuwe buurten, ENKA en de Kazerneterreinen, wordt het stationsproject gebouwd. Het is indrukwekkend om te zien hoe ze zo’n ingewikkeld gebouw neerzetten in ongeveer twee jaar, terwijl alles eromheen gewoon doorgaat. Niet alleen komt er een nieuw station, maar ook een nieuw busstation, plekken om fietsen te stallen en fietspaden.

csm EdeSpoort Planningsoverzicht nieuwe station 22 10 24 A4 D40 deeb81387e

Natuurlijk zorgen grote projecten zoals deze voor veel overlast, zoals momenten zonder treinen, tijdelijk afgesloten wegen, omleidingen en het brengen en weghalen van grote materialen. Tegelijkertijd verhuizen er veel nieuwe gezinnen naar de omgeving. Zij moeten hierdoor al continu hun manier van reizen aanpassen aan de steeds veranderende situatie.

Maar werden deze kansen ook echt gebruikt om te leren hoe we ons anders kunnen verplaatsen? Is de situatie gebruikt om te kijken hoe de natuurlijke ontmoediging samen kon gaan met verleidingen om andere vervoermiddelen te kiezen? Het korte antwoord is helaas nee.

Een veelzeggend voorbeeld hiervan is de strijd om een fatsoenlijk kruispunt aan de Emmalaan.

Met de vorige wethouder (Johan Weijland, D66) was afgesproken dat er altijd een goede oversteek zou blijven voor kinderen om veilig zelfstandig te gebruiken. Zodoende kunnen we tijdens de langdurige bouwwerkzaamheden kinderen en ouders verleiden om vaker de fiets te pakken. Maar in plaats van daar echt voor te kiezen, werd het een stroperig proces waarin alle partijen steeds moeten zoeken naar kleine aanpassingen om in ieder geval de grootste gevaren van het autoverkeer te verminderen. Het werd nooit echt fijn en onbezorgd om langs het project fietsen. Verkeersregelaars die ervoor moeten zorgen dat je überhaupt met je kinderen tussen alle auto’s door kunt manoeuvreren, moedigen niet echt aan om voortaan elke dag met de fiets naar school te gaan.

De afsluitingen en omwegen waren perfecte kansen om te kijken of we het gebruik van de auto konden verminderen. Zeker met al die nieuwe inwoners. Er zijn allerlei bewezen maatregelen (zoals RingRing) die mensen kunnen aanmoedigen om juist in deze periode vaker de fiets te pakken voor korte ritjes. Ook hadden de opkomende initiatieven voor gedeeld vervoer meteen kunnen worden ingezet om zowel de buurt te ontlasten als mensen te laten nadenken over alternatieven voor de eigen auto. Bewoners van ENKA regelden zelf 5 Mywheels auto’s en een Hely hub met gedeelde (bak)fietsen en elektrische auto’s. Maar in plaats van deze kansen te gebruiken en ervan te leren, werd de parkeervergunning in de ENKA-wijk tijdelijk stopgezet.

Terwijl de nieuwe basisschool probeerde ouders van buiten de buurt te ontmoedigen om met de auto te komen, pakte de gemeente nauwelijks de handschoen op. Ouders en leerkrachten werd gevraagd om niet met de auto te komen en anders op afstand van het schoolplein te parkeren. In plaats van dit als een experiment te ondersteunen, werd ‘parkeren op afstand’ vaak geconfronteerd met plotseling afgesloten (zelfs speciaal hiervoor aangelegde) parkeerplekken of veranderende afspraken over het gebruik. Ouders en leerkrachten raakten het spoor bijster en dat maakte het extra moeilijk om de schoolomgeving autoluw te houden.

De projectmanager vatte dit goed samen in een stuk in De Gelderlander: “Het megaproject is een stationsproject, geen fietsproject.” Door dit soort langdurige en ingrijpende projecten heel beperkt te zien als ingenieursklus, worden er continue kansen gemist om ze ook te gebruiken om andere doelen van de gemeente te dienen. Hierdoor wordt de kans om te leren eigenlijk al bij voorbaat verspild.

Gemiste kansen bij de Parklaan

Nieuwe kansen komen vaak langs, en dat geldt ook voor de Parklaan. Hoewel de plannen voor de Parklaan al een tijd geleden zijn bedacht, zijn er nog steeds kansen om ook hier te leren hoe we met ontmoedigen en verleiden mensen anders kunnen laten reizen. De Parklaan is een groot project, met veel werkzaamheden en wegafsluitingen. Wederom midden tussen nieuwe wijken met nieuwe bewoners. Dat is wederom een perfecte situatie om te leren en nieuwe dingen uit te proberen! Dit werd vanaf het begin versterkt, doordat de wethouder zelf afsprak dat de gemeente er alles aan zou doen om het aantal auto’s op de Parklaan flink te verminderen.

“Ook zijn partijen overeen gekomen om duurzame mobiliteit in Ede actief te bevorderen, zodat de luchtkwaliteit, leefomgeving, natuur en landschap gespaard blijven en de verkeersdoorstroming voldoende blijft.”
– Gemeente Ede, Groen Licht voor de Parklaan

Hebben we deze kansen dan benut om te leren hoe we autogebruik kunnen ontmoedigen en inwoners te verleiden om andere alternatieven uit te proberen? Helaas is het korte antwoord opnieuw: nee.

Op 22 juni organiseerde de gemeente Ede samen met onderzoekstudenten van de Radboud Universiteit, SME en Natuur en Milieu Gelderland een bewonersavond om ideeën over duurzame mobiliteit op te halen. Zelfs wethouder De Pater was er om de plannen kracht bij te zetten. Bewonersorganisaties en bewoners kwamen met goede ideeën, maar daarna hoorden ze er niets meer van.

parklaan traject ede

Net zoals bij het station zijn er bij de Parklaan veel momenten waarop wegen soms dicht zijn voor auto’s. In plaats van deze momenten te gebruiken om te verleiden, was de communicatie vooral heel verdedigend en voorzichtig. Zo kondigden experts meerdere keren ‘verkeerschaos’ aan, maar telkens viel het in de praktijk wel mee. Dit was eigenlijk per ongeluk al een klein ontmoedigings-experiment! Wat gebeurt er als we het autorijden hier wat moeilijker maken? Na een paar dagen afsluiting hebben mensen al snel andere wegen of manieren gevonden om ergens te komen.

In het zuidelijke deel kwam er nog een speciale situatie bij voor de sportclubs aan de Hoekelumse Eng. 

De Edeseweg was voor meer dan een jaar gedeeltelijk afgesloten voor auto’s, terwijl fietsers grotendeels door konden gaan. Dit zorgde voor een unieke situatie waarbij de grote parkeerplaats bij de sportclubs aan de Hoekelumse Eng niet meer eenvoudig toegankelijk was.

Er werden ideeën besproken om de sportclubs (voetbalclubs, atletiek, honkbal) te helpen om deze nieuwe situatie te gebruiken om hun leden en bezoekers anders naar de clubs te laten komen. Je zou dan kunnen denken aan vaste fietsroutes vanuit de wijken, net zoals in een project in Finland, zodat de jeugd zelfstandig naar en van de sport kan gaan. In dat experiment vonden we dat de vrijheid en zelfstandigheid die kinderen en ouders ervaarden, ervoor zorgden dat er veel minder met de auto wordt gereden, en dat bleef daarna ook zo

Naast het inzetten op dit soort verleidingen zijn er ook kansen in de volgorde van hoe je de maatregelen uitvoert. Het herstellen van fietsverbindingen naar de clubs zou eigenlijk altijd als eerste moeten gebeuren. Maar recent zien we dat juist eerst de aútoverbinding met de parkeerplaats via de nieuwe Parklaan wordt hersteld. Fietsers kunnen geen gebruik maken van deze verbinding en moeten door de blubber van de voormalige Sportparkweg, een smal pad door het bos, of kilometers omfietsen. Niet echt verleidelijk.

(Nog) niet benut

Allemaal gemiste kansen! Het is jammer dat het lijkt alsof de gemeente niet genoeg capaciteit of wilskracht heeft om actief in te zetten op de veranderingen die ze zelf als noodzakelijk ziet. Er zijn grote ambities om het anders te gaan doen en visies die laten zien dat het anders moet, maar in de concrete acties zien we nog niet dat Ede het ook anders wíl.

Laten we nu echt eens gaan experimenteren (in plaats van frustreren) en serieus nemen dat (1) het echt anders moet en (2) we niet precies weten hoe! Er zijn zoveel partijen bereid om hierover mee te denken.

Marco te Brömmelstroet

Woont in de ENKA-wijk in Ede. Geeft als hoogleraar Urban Mobility Futures aan de Universiteit van Amsterdam onderwijs over de relaties tussen ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteitsgedrag, en doet onderzoek naar de toekomst van mobiliteit.

3 reacties

  • Laten wij de ‘ronkende’ plannen van het gemeentebestuur maar met de nodige korrels zout tot ons nemen. Als aanwonende van de Verlengde Maanderweg werden t.b.v. de herinrichting ons ook diverse ‘carrots’ voorgehouden. Het resultaat is ronduit sneu t.o.v. alle initiële ‘L. Meijer-aanse’ bedoelingen om onze Verlengde Maander*snel*weg veiliger en autoluwer te maken. Er bleven 2 bordjes ‘max 30km’ over waarvan één aan de verkeerde (.) wegzijde. Vele maanden aan overlast en een nieuwe stoep, dat dan weer wel.

  • Bij de aanleg van de wijk Kernhem, die startte in 2000, is door de gemeente bepaald dat de auto in de woonstraten te gast is, en dat de groenstroken langs de straten, die max. 3,50 m breed zijn, soms 3,00 m., bedoeld zijn om kinderen veilig te laten spelen. Parkeren kan en mag uitsluitend op daarvoor aangegeven parkeerplaatsen. Die zijn, met een parkeernorm van <1,7 (was eerst 1,3) soms schaars. Veel bewoners zijn niet bereid 100 meter verder te lopen dan hun eerste parkeerplaats, en parkeren dan illegaal op b.v. de grasstroken. Handhaving treedt nooit op. In Kernhem Noord gaat desondanks het gemeentebestuur door met hun idealisme, het uitbannen van de auto uit de woonomgeving. Tegelijkertijd is ook de afstand van huis naar station vergroot door het nieuwe station nog verder van de bestaande woningen af aan te leggen. Idealisme is leuk, handhaven en faciliteren is beter

  • Het artikel heeft helaas een hoog “ben ik nou zo slim of zijn zij nou zo dom” gehalte.

    Je overschat de capaciteiten van medewerkers binnen een gemeente. Dit zijn niet de uitblinkende high-potentials maar vaker de zesjes brigade. En daarnaast zijn ze besteld om ‘iets’ neer te zetten. Hoe je er komt is van tweede orde. Maak het daarom niet nog ingewikkelder want anders kom je nooit meer tot uitvoering en hadden we nog steeds geen parklaan en nieuw station.

Mis niets, meld je aan!

Blijf actief op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen in Ede. Meld je aan voor de mail van de Edese Vos.