De World Food Experience wordt niet groter, maar juist kleiner. Het college onderzoekt naar nu blijkt maar twee opties: een kleinere variant in de Mauritskazerne of helemaal stoppen. En, weinig verrassend: er komt meteen een half miljoen aan kosten bij.
Eerst was er nog sprake van vijf mogelijke scenario’s. Vorige week werd bekend dat het aanzienlijk grotere gebouw van De Fietser in de ENKA-wijk in beeld was als Plan B voor de educatieve voedselattractie. Maar nu blijkt die optie al meteen te zijn afgeschreven.
Uit memo’s van de Stichting WFC Experience en het College van B&W wordt duidelijk dat de Amerikaanse ontwikkelaar BRC Imagination Arts aan de kant is gezet en dat voor de realisatie naar voordeliger partijen wordt gekeken. Er is volgens de stichting geen afkoopsom betaald aan BRC, ze hebben enkel betaald gekregen voor het opgeleverde werk.
Ook moet er voor de uitgeklede variant opnieuw geld bij. Dit betreft de ontwerpkosten van de aanpassingen. Dat is alleen al de komende drie maanden bijna een half miljoen euro. Voor de nuance: dit betreft geen extra geld, deze kosten worden vanuit de bestaande subsidie betaald. Vanwege de omvang is wel toestemming gevraagd en verkregen van de subsidieverstrekker.
Een ‘miniversie’ van de Experience kan betekenen dat er minder subsidie van de Provincie Gelderland komt, die 16 miljoen euro had toegezegd. Een meevaller is dat de gemeente dan geen lening van 22 miljoen euro hoeft te verstrekken voor de nieuwbouw op het WFC-terrein.
Helemaal stoppen betekent dat de stichting haar betalingsverplichtingen niet kan nakomen en waarschijnlijk failliet gaat. Dat is op te maken uit het memo dat het College van B&W deze week naar de gemeenteraad stuurde. De gevoelige gedeelten zijn grijs gelakt. Met de schadeplichtigheid aan derde partijen lijkt het mee te vallen. Het verlies van bijna 7 miljoen euro zal in dit scenario vooral voor de gemeente en de provincie zijn.
De Edese Vos vroeg woordvoerder David de Bruijn van de Experience hoe het nu zit. In dit gesprek komen vijf kwesties aan bod.
- Waarom is Plan B De Fietser nu van tafel?
- Heeft de kleinere variant nog wel een realistische business case?
- Wat kost helemaal stoppen?
- Dag nieuwbouw, welkom buitenruimte
- Waarom de WFE haar plek onder de zon wil claimen
1. Waarom is Plan B De Fietser nu van tafel?
Toen ik je vorige week belde over De Fietser, wist je toen al dat deze optie zou afvallen?
“Ja, inderdaad.”
Waarom heb je dat dan niet gemeld?
“Omdat die informatie eerst naar de gemeenteraad moest.”
Maar zo werk je wel mee aan een totaal overbodig verhaal, waarvan de berichtgeving de gemeenteraad even goed bereikt. Daar heeft toch niemand iets aan?
“Ja, dat begrijp ik. Aan de andere kant is het niet aan ons om uitspraken te doen over wat wel of niet kan.”
In het raadsinformatiesysteem is te zien dat de voortgangsrapportage van de stichting op 1 maart bij het college binnen kwam en dat het college de raad op 16 maart informeerde.
Op basis van welke argumenten is De Fietser nu als onwaarschijnlijk aangemerkt?
“Het vraagt te grote aanpassingen om het bestaande concept in te huisvesten. De Experience is volledig ontworpen op de Mauritskazerne. Er zouden veel extra kosten gemaakt moeten worden door architecten, experience architecten en bouwkundige experts (constructie, elektra, etc.). Pas als bouwkundig alles duidelijk is, kun je een juiste inschatting maken welke onderbouwing op stikstof er nodig is en of je dan nog een vergunning kunt krijgen. Dat biedt dus teveel onzekerheid.”
2. Heeft de kleinere variant nog wel een realistische business case?
De stichting werkt nu dus aan een plan voor de bestaande bouw, zonder de nieuwbouw. Hoeveel kleiner wordt de Experience dan?
“Ongeveer een derde minder.”
Dat is dus 4.000 m2 i.p.v. 6.000. In een persbericht staat dat het schrappen van de nieuwbouw als gevolg heeft dat het theater, de ingang en functionele ruimtes zoals ontvangstruimtes, ticketingruimte en de lobby een alternatieve invulling vragen. De al ontworpen onderdelen in de bestaande bouw blijven bruikbaar.
Heb je dan geen probleem met de vergunning en de uitspraak van de Raad van State?
“Door de Experience alleen in de bestaande bouw te realiseren, kunnen we door intern salderen de stikstof tijdens de bouw en tijdens de gebruiksfase compenseren. Het oude gebouw wordt verduurzaamd en gaat van het gas af, dat levert stikstofruimte op.”
Die uitspraak van de Raad van State had toch ook met het verkeer te maken en het aantal te verwachten bezoekers?
“Dat kunnen we dus intern compenseren. We komen daar niet mee in de problemen.”
Hoe ziet de business case van de uitgeklede variant eruit?
“Op het moment dat wij het ontwerp af hebben, dan kunnen we een definitieve nieuwe business case maken. We moeten een heel plan neerleggen wat doorgerekend moet worden. Maar op dit moment lijkt het er op dat we een zeer positieve business case rond kunnen krijgen.”
Als een derde van de capaciteit wegvalt, kun je bij je business case dan nog wel uitgaan van hetzelfde aantal bezoekers, 300.000? Of reken je nu met minder bezoekers?
“We gaan er wel van uit dat als je kleiner wordt, dat de bezoekersaantallen er dan ook iets op achteruit gaan. Maar hoeveel dat weet ik niet precies.”
Je geeft aan dat je vertrouwen hebt in de nieuwe business case. Dat kun je toch alleen zeggen als dat ergens op is gebaseerd? Wat is die aanname concreet?
“Dat is 200.000 mensen. Maar daarbij wil ik wel expliciet opmerken dat dit niet het bezoekersaantal is waar we van uit gaan. We hebben dat voor het gemak even aangenomen voor het doorrekenen van dit plan. Het wordt een derde kleiner, dus we gaan een derde minder bezoekers trekken. Hoe zou je dan met 200.000 bezoekers uit kunnen komen?”
3. Wat kost helemaal stoppen?
Wat kost stoppen? Ook al is het geen optie voor jullie, je weet vast al wel wat dat scenario gaat kosten.
“Je hebt natuurlijk de kosten die we al hebben gemaakt. Die weet ik niet uit mijn hoofd, maar goed, dat is ergens benoemd in de voortgangsrapportages geloof ik. Daarnaast zijn er de lopende kosten en je hebt te maken met contracten. Die moeten nog allemaal uitgezocht worden. Dus daar kan ik nu geen antwoord geven, dat weet ik niet.”
De Edese Vos heeft het zelf maar even nagekeken. De Stichting WFC Experience heeft tot en met 1 januari 2023 € 6.229.000 aan subsidiabele kosten gemaakt. Dit komt overeen met 19% van het totaal beschikbare budget van € 33.000.000. De Gemeente Ede heeft hiervan € 1.132.463 betaald. Daarnaast is er € 1.157.000 aan kosten gemaakt in voorbereiding op de realisatie van het gebouw, hiervoor is een lening van de gemeente gebruikt waarvan de stichting hoopt dat een deel niet hoeft te worden terugbetaald. De lopende kosten zijn beraamd op € 60.000 per maand, dit zijn vooral personeelskosten.
Maar je weet toch wel welke contracten je hebt afgesloten en welke ontbindingsclausules daar aanhangen? Jullie hebben pas nog met de Amerikaanse ontwikkelaar BRC Imagination Arts een vaststellingsovereenkomst gesloten.
“Dat zoekt de gemeente dus uit. Daar leveren wij natuurlijk wel input op als de gemeente daar naar vraagt. Als de gemeente vraagt: ‘wat zijn jullie lopende kosten, welke contracten zijn er,’ dan werken we daar uiteraard aan mee.”
Maar je hebt dus wel degelijk zicht op de kosten van stoppen.
“Welke kosten al gemaakt zijn dat weten we, maar welke kosten er nu nog meer aan vastzitten voor de komende tijd, dat is niet iets wat ik nu zo neer kan leggen.”
Ook dit staat gewoon in de voortgangsrapportage. De kosten voor de komende drie maanden om het ontwerp aan te passen en de WFE-organisatie in stand te houden zijn begroot op een half miljoen euro.
Heeft dat te maken met contracten die zijn aangegaan zijn en waar een vaststellingsovereenkomst voor moet komen? Of praten we over andere soorten kosten?
“Dat weet ik niet, dat zou ik even moeten navragen, welke soorten kosten dat allemaal zijn. Maar het gaat natuurlijk met name over contracten.”
Als het gaat over kosten wil de woordvoerder van de WFE dus liever niet al te concreet worden. Dat kan een politieke reden hebben.
Het lijkt erop dat wethouder Leon Meijer stoppen niet als serieuze optie ziet en het vooral voor de Bühne (lees: de gemeenteraad) onderzoekt. In De Gelderlander benadrukt hij de risico’s: “Er is al 7 miljoen euro uitgegeven aan onder meer de plankosten. Als je de stekker er nu uittrekt, is dat kapitaalvernietiging. Veel mensen roepen dat we er maar gewoon mee moeten stoppen. Maar we zijn hier al tien jaar mee bezig. Bovendien heeft de Raad van State de komst van de WFE niet verboden. Er is enkel gezegd dat de plannen in de oude vorm niet door kunnen gaan.”
4. Dag nieuwbouw, welkom buitenruimte
Het schrappen van de nieuwbouw heeft als gevolg dat het theater, de ingang en de functionele ruimtes, zoals ontvangstruimtes, ticketing en lobby, een alternatieve invulling vragen. De al ontworpen onderdelen in de bestaande bouw blijven bruikbaar. Er wordt ook voorgesteld dat er op de plaats waar de nieuwbouw was gepland een actievere buitenruimte komt.
Waar moet ik dan aan denken?
“Dat moeten we nog echt ontwikkelen. Ik vind het lastig om nu voorbeelden te noemen, want dan word je daar misschien weer aan gehouden.”
Je zet het niet voor niets in zo’n persbericht, dat je daar kansen ziet. Wat zie je dan voor je?
“Je zou kunnen denken aan een tijdelijk bouwwerk zoals op de Floriade, een opbouw met tijdelijke paviljoens en dergelijke.”
En een speelruimte voor de kinderen?
“Het kan allebei. Ik denk dat een combinatie het mooiste zou zijn. Het zou echt zo zonde zijn om te stoppen!”
5. Waarom de WFE haar plek onder de zon wil claimen
Hebben jullie misschien last van sunk cost fallacy? Dat is de psychologische reflex dat als je al heel veel hebt geïnvesteerd, het mentaal heel moeilijk is om te stoppen omdat dat als verlies voelt. Dus ga je maar door.
“Nee, nee. Dat gaat expliciet over kosten. Waar wij het over hebben, en dat is ook waar al onze partners achter staan, is dat er op dit moment zoveel voedselgerelateerde problemen zijn die moeten worden aangepakt. Er gebeurt gelukkig al heel erg veel in Nederland op het gebied van voedseleducatie, bewustwording. Alleen die fysieke plek waar het allemaal bij elkaar komt, waar jongeren en hun ouders op een geweldige manier meegenomen worden, betrokken worden in de wereld van voedsel, dat is er nog niet. En dat is zo hard nodig. Als je kijkt naar het aantal mensen dat dik is in Nederland, als je kijkt naar voedselgerelateerde problemen richting milieu, klimaat, als er een moment is in de tijd dat het zou moeten gebeuren, dan is het nu wel.”
“Vorig jaar hebben we ook met allerlei gezondheidsfondsen gesproken. Op een gegeven moment moet je echt je plek gaan claimen in dat hele landschap van al die partijen die wat doen aan het voedselbewustzijn en voedseleducatie. Die hebben allemaal gezegd dat ze het echt een waanzinnig goed initiatief vinden, want die fysieke locatie waar dit allemaal samenkomt, waar wij mensen naar toe kunnen sturen, die is er niet. En daar is zo ontzettend veel behoefte aan.”
Inwoners van Ede die betrokken zijn bij Eetbaar Ede zien liever een Local Food Center, een hub om lokaal geproduceerd, duurzaam voedsel een plek te geven. Is dat iets wat jullie willen meenemen of past dat niet in het bestaande concept?
“Wij kunnen als fysieke locatie natuurlijk een heel mooi platform bieden voor allerlei andere initiatieven. Dat ligt in onze ambitie, om verbinding te maken met andere partijen. We hebben zo meteen twee gedeeltes. Een vaste opstelling van de Experience, die gaat niet heel erg wijzigen, want daar hebben we de afgelopen jaren heel hard aan gewerkt, om een goed concept neer te leggen. Maar in de programmering er omheen, dus in de flexibele ruimtes of de buitenruimte of qua evenementen, is ontzettend veel plek nog om allerlei initiatieven te laten zien en samen te werken.”
De gemeente onderzoekt ook of het stoppen-scenario effect heeft op de verdere gebiedsontwikkeling. Hoe gaat het eigenlijk met de vestiging van bedrijven op het WFC-terrein?
“Dit is eigenlijk een vraag die vanuit de gemeente, de ontwikkelingsorganisatie van het Food Innovation District, moet worden beantwoord. Daar doe ik toevallig ook de marketing en communicatie voor, dus ik zet hier heel even het ene petje af en het andere op. Het is één van de doelen van de gemeente om werkgelegenheid te creëren. De Experience is onderdeel van het World Food Center als totaal. Er zitten op dit moment al 60 bedrijven. Niet allemaal foodgerelateerd, maar de meeste wel. Er wordt met een heel brede groep aan bedrijven gesproken, van start-ups tot multinationals. Dat kan allemaal landen op het World Food Center.”
Om redenen van transparantie is ervoor gekozen om de vragen en antwoorden integraal te publiceren.
Zelf denk ik dat de WFC Experience alleen op kleinere schaal kan functioneren, vooral regionaal en provinciaal. Heel misschien landelijk. We moeten vooraf niet te grootsschalig denken daar de kans van slagen dan kleiner kan worden!