Het Kröller-Müller Museum in Otterlo heeft grote plannen om uit te breiden. Wat betekent dit voor het museum en de regio?
Voordat het Kröller-Müller kan uitbreiden moet er een omgevingsvergunning worden aangevraagd bij de gemeente Ede. Daar is eind december een principeverzoek voor binnen gekomen dat nog beoordeeld moet worden, laat de woordvoerder van wethouder De Pater weten. De presentatie die museumdirecteur Benno Tempel hield voor de Edese raadsleden is hier te lezen. Er is ook een brochure uitgedeeld.
Meer ruimte voor collectie en bezoekers
Een van de belangrijkste punten in het plan is de uitbreiding van de tentoonstellingsruimte. Het museum breidt uit met 10.000 vierkante meter aan nieuwe zalen, waaronder ondergrondse collectieruimten en een watergalerij die natuurlijk licht krijgt. Dit betekent dat meer kunstwerken, vooral naoorlogse kunst, zichtbaar worden voor het publiek.
De ontvangstruimte bij de entree wordt vergroot met een nieuw paviljoen. Dit moet wachttijden verminderen en groepen bezoekers beter faciliteren. Boven de nieuwe ondergrondse ruimtes komt een tuin die de verbinding met de omliggende natuur versterkt.

Tadao Ando’s ontwerp aangepast
Oorspronkelijk was de uitbreiding ontworpen door de Japanse architect Tadao Ando, bekend om zijn minimalistische stijl en het gebruik van beton. Zijn ontwerp omvatte een losstaand glazen paviljoen met ondergrondse ruimtes en een watervaleffect. Het plan werd gepresenteerd als een internationale blikvanger die zowel de architectuur als de kunstcollectie van het museum zou versterken.
De komst van Benno Tempel als directeur in 2023 bracht echter een kentering. Door aangescherpte stikstofregels en de complexiteit van bouwen in een Natura 2000-gebied moest het oorspronkelijke plan worden herzien. Tot opluchting van het museum stemde Ando in met aanpassingen, en blijft hij betrokken bij de nieuwe plannen. Het herziene ontwerp richt zich nu op uitbreidingen binnen het bestaande complex, wat beter aansluit bij de huidige regelgeving.

Beelden: Tadao Ando Architects & Associates.
Duurzaamheid als prioriteit
De verbouwing zet zwaar in op duurzaamheid. Het museum onderzoekt de toepassing van CO2-neutraal beton en het hergebruik van afgegraven zand. Daarnaast worden nieuwe energievoorzieningen aangelegd, zoals een warmte-koude opslagsysteem. Deze maatregelen moeten de ecologische voetafdruk van het museum verkleinen en zijn onderdeel van bredere klimaatdoelstellingen.
Om bezoekers een soepelere toegang te bieden, wordt een deel van de Wildbaanweg verlegd. Hierdoor kunnen voetgangers vanaf de parkeerplaatsen het museum bereiken zonder een autoweg over te steken. Het nieuwe fietspad en de heringerichte toegangsroute worden ontworpen om de natuurlijke omgeving te behouden en te verbeteren.

Impact op de regio
Het museum claimt dat de uitbreiding ook meer toerisme en werkgelegenheid brengt, maar of dat een positief effect voor Ede heeft valt te betwijfelen. Daarnaast zijn er zorgen over de impact van de bouw op de natuur rondom het museum, ondanks beloftes om de schade te beperken.
De bouw start – als de vergunningen rond komen – naar verwachting in 2026 en duurt tot 2029. Tijdens deze periode blijft een deel van het museum open, evenals de beeldentuin. Voor inwoners en bezoekers betekent dit dat er tijdelijke maatregelen worden genomen om de overlast te beperken.
De uitbreiding is volgens het museum noodzakelijk omdat de bestaande gebouwen niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd. Sinds 1978 zijn er geen grote renovaties of uitbreidingen geweest, terwijl de collectie en bezoekersaantallen zijn gegroeid. De nieuwe plannen zorgen ervoor dat het museum toekomstbestendig wordt, met ruimte voor groei en behoud van zijn internationale allure.
Hoe wordt de uitbreiding betaald?
Het grootste deel wordt door het museum zelf betaald met een lening van de rijksoverheid. Het restant komt uit particuliere donaties, fondsen en uitleen van kunst. Zo wordt een ’tournee’ met werk van Van Gogh voorbereid door Japan. Dat levert extra inkomsten op. Op vragen van de Edese Vos liet directeur Benno Tempel weten dat hij geen beroep zal doen op de gemeente Ede.
