Edese Vos

Een veilige schoolomgeving: de oplossing is er!

cns de ontdekking allardbijlsma 2
De Kiss&Ride van CNS De Ontdekking werd omgezet naar groene speelruimte voor de kinderen. Foto: Allard Bijlsma.

Rondom veel Edese basisscholen is het iedere ochtend en middag chaotisch en onveilig door autoverkeer. Tegelijkertijd is er meer behoefte aan ruimte om buiten te spelen, voor groen en voor sociale contacten in de buurt. We zijn nu dichtbij de vurig gewenste oplossing voor een veilige schoolomgeving!

We kunnen namelijk leren van het eerste experiment met een autoluwe schoolomgeving op ENKA. Een belangrijke vraag is hoe dit verder wordt opgepakt.

Afgelopen jaar dienden D66 en GroenLinks een motie in die voorstelt om “de mogelijkheid om vanaf 8 jaar zelfstandig en veilig met de fiets naar school te kunnen gaan in het verkeersbeleid als norm te hanteren voor veilige schoolroutes.” Deze motie werd met meerderheid van stemmen aangenomen.

Dit is goed nieuws voor de Edese kinderen. Maar in de praktijk zien we dat veel ouders nu nog niet hun kroost zelf laten fietsen. Verschillende Edese scholen worstelen met zorgen over autoverkeer dat zorgt voor gevaarlijke rwoutes en onveilige schoolomgevingen. Gelukkig zit de Gemeente Ede niet stil.

Het college van B&W heeft in recent beleid enorme ambities neergelegd. De Mobiliteitsnota, het coalitieakkoord én de recente Omgevingsvisie zetten stevig in op gezondheid, vergroenen en verduurzamen. Met de voorgestelde ‘koerswijziging naar duurzame mobiliteit’ heeft Ede het doel om meer mensen buiten te laten spelen, sporten en bewegen. Dat is nodig voor onze fysieke, mentale en sociale gezondheid: “We hebben altijd veel ruimte gegeven aan de auto. Dat willen we ombuigen.” Juist in schoolomgevingen liggen hiervoor enorme kansen.

Leren om het écht anders te doen

Een motie voor veilige schoolroutes klinkt daarbij misschien als een logische en zelfs simpele ambitie. Maar het is wel een uitdaging en vraagt écht om een verandering in de manier van denken waarop de gemeente de afgelopen (tientallen) jaren met de inrichting van schoolomgevingen is omgegaan.

Zoals we hier al eerder beschreven, moeten dit soort koersveranderingen serieus worden genomen en kunnen we niet verwachten dat bestaande methodes en maatregelen voldoende zijn. Wij-gaan-weer-naar-school banners, fietsexamens, en gratis fietshelmen uitdelen aan kinderen doen we al decennialang, maar hebben geen bewezen effect. Koersveranderingen vragen om een ’transitie-strategie’ waarin alle partijen met elkaar aan de slag gaan om te leren hoe het écht anders moet. Bijvoorbeeld door te experimenteren met nieuwe oplossingen op plekken waar en wanneer dat kan. Maar experimenteren heeft alleen zin als beleidsmakers en betrokken partijen er echt van leren.

In de Koersnota Mobiliteit van de Gemeente Ede wordt de schoolomgeving van CNS-basisschool De Ontdekking in de ENKA-wijk aangehaald als positief voorbeeld. In deze schoolomgeving heeft wethouder Peter de Pater het lef gehad om de school een tweejarig experiment te gunnen om de beoogde Kiss&Ride voor halende en brengende ouders te transformeren naar een groter, groen schoolplein voor de kinderen.

Een bijzonder experiment, want iedereen moest anders te werk gaan. De gemeente durfde af te wijken van CROW-richtlijnen, de verkeerskundige durfde actief mee te bewegen in het ontwerp, de eigenaar van het pand durfde ruimte te geven, en de schooldirectie en het kinderdagverblijf durfden ouders te vragen om hun gedrag aan te passen. Wat is er van dit experiment geleerd?

De ‘kinderen centraal’ op CNS De Ontdekking

Sjoerd Brandsma was één van de vrijwillige ouders die als ontwerper aan het schoolplein heeft gewerkt. Hij heeft een achtergrond als docent en onderzoeker bij de vakgroep Landschapsarchitectuur aan de Wageningen Universiteit en is ook buurman van de school. Hij licht het zelf toe:

“Het oorspronkelijke plan voor de schoolomgeving was het resultaat van een grote legpuzzel. Veel experts hadden meegedacht, van de architect tot de stedenbouwkundige en de verkeerskundige. Gek genoeg is er destijds voor gekozen om het schoolplein verlaagd aan te leggen, direct op de vervuilde ENKA-grond. De beschermende betontegels mochten er niet uit, dus de kinderen kregen een heet betonnen schoolplein.”

cns de ontdekking schoolplein allardbijlsma 2
De Ontdekking heeft een verlaagd schoolplein. Foto: Allard Bijlsma.

“Door de enorme aanwas van kinderen in de wijk werd na een jaar besloten om het aantal kinderen op de school ook nog eens te verdubbelen. Er moest iets gebeuren. Op de gezonde bodem naast het schoolplein waren tientallen parkeerplaatsen en een Kiss&Ride gepland voor het halen en brengen met de auto. Dat bood een ideale kans. Wij hebben als ouders en buurtbewoners de handschoen opgepakt. Als we ouders konden motiveren om niet met de auto naar de school te komen, konden we de Kiss&Ride vergroenen en daarmee de oorspronkelijke fout herstellen.”

Wat waren de belangrijkste stappen in dat proces?

“We zijn begonnen met luisteren naar de kinderen, ouders en de leerkrachten. Zij wilden vooral ‘veel groen’! Dat was dus onze opdracht. Maar ook een flinke ontwerpuitdaging. Aan de lege parkeerplaatsen in de openbare ruimte mochten we helaas niet komen, maar we hebben met de gemeente, de school, en de eigenaar een experiment opgezet met afspraken om de eigen parkeerplaats en Kiss&Ride naast het schoolplein in twee jaar te transformeren naar groen voor de kinderen en de buurt.”

“Ouders en kinderen uit de wijk werden gevraagd om lopend of met de fiets te komen. Ouders van buiten de wijk die hun kinderen met de auto wilden brengen, werden gevraagd om buiten de directe schoolomgeving te parkeren. De Gemeente Ede legde hiervoor op afstand zelfs extra parkeerplaatsen aan.”

“We haalden het Jeugdjournaal en lokale kranten met de Schoolstraat en de kinderen hielpen om fietsende en wandelende ouders te belonen. De gemeente plaatste bijvoorbeeld extra betonblokken om de snelheid voor automobilisten te remmen bij de voordeur van de school. Na twee jaar werd een vragenlijst gestuurd aan ouders, leerkrachten en de buurt op basis waarvan de wethouder kon besluiten of de situatie mocht blijven.”

Wat waren de uitkomsten?

“De resultaten waren heel bijzonder. Vanaf het begin liepen en fietsten overal ouders en kinderen op straat en de fietsenrekken werden al snel te klein. Niet alles ging perfect, maar de omgeving van de school werd heel gezellig en rustig en het aantal auto’s bleef ver onder wat de experts hadden bedacht.”

“En we konden buurt maken. Er ontstond een nieuwe ruimte die nog moest worden ingericht. Samen met buren, ouders en kinderen konden we daar over nadenken. We hebben bomen geplant en een groen schoolplein aan de kinderen gegeven. Nu groeien er kersen, appels en peren op de plekken waar eerst auto’s zouden staan en hangen er heel veel vogelhuisjes. Er is een vluchtplek tegen hitte en gevoelige kinderen kunnen zich ergens terugtrekken.”

“Als vrijwilligers werden we vooral enthousiast van de terugkoppeling die we kregen uit een vragenlijst onder ouders en de buurt. Er waren natuurlijk ook terechte zorgen, maar het algemene beeld was heel positief. Een grote meerderheid van 95% was voor de groene en autoluwe schoolomgeving waarin het kind centraal staat.”

Links het ontwerp van de schoolomgeving vanuit de experts en hun normen, rechts het ontwerp nadat we er met alle partijen over hebben nagedacht. Beeld: Sjoerd Brandsma.

En hoe staat het er nu voor?

“Nu zijn we een aantal jaren verder en langzaam wordt het verhaal achter het experiment vergeten en neemt het aantal automobilisten weer toe. Het helpt niet dat er nog tientallen verleidelijke parkeerplaatsen liggen direct rondom de school. De school en de aanwezige buitenschoolse opvang vragen volgens afspraak aan ouders om niet met de auto te komen, maar ze kunnen zich niet richten op handhaving in de openbare ruimte. Als niemand daar zijn verantwoordelijkheid neemt, dan kunnen we toch niet echt blij zijn met een groter groen schoolplein. Je wilt niet dat kinderen hierdoor alsnog risico lopen.”

enka parkeerplaatsen
Verleidelijke lege parkeerplaatsen. Foto: Sjoerd Brandsma.

Wat zijn de belangrijkste lessen die hieruit geleerd zouden moeten worden?

“De volgende lessen zouden we volgens mij moeten leren uit dit experiment. En volgens mij zijn het tips voor de Edese stedenbouw:

  • Werk vanuit visie, en niet vanuit normen
    In een wijk wonen mensen. Ga niet redeneren vanuit technische normen, maar durf invulling te geven aan ervaringen en verhalen van mensen in de wijk. Die verhalen zullen in verschillende wijken anders zijn. Durf een visie te hebben en keuzes te maken. In een schoolomgeving moeten kinderen daarin centraal staan.
  • Meer participatie
    Als ik een pizza bestel, krijg ik achteraf een e-mail met een evaluatie en de vraag of alles naar wens was. Waarom krijgen we die vraag niet bij de ontwikkeling van een woonwijk waar honderden miljoenen in omgaan? De ambtenaren waarmee we hebben gewerkt, hebben hun uiterste best gedaan om met ons de situatie voor de kinderen te verbeteren, maar het zou beter zijn als ze aanzienlijk meer ruimte, tijd en budget hebben om met bewoners zaken te herstellen of hun dromen waar te maken. Dan ontstaat kwaliteit. ‘Informatieavonden in de Reehorst’ zijn niet genoeg. Ede moet stappen durven zetten op de participatieladder.
  • Houd ruimte open
    Als bewoners zelf iets mogen toevoegen is er kans voor eigenaarschap en ontstaat er buurt. Op ENKA had elke m2 een bestemming. Dat is functioneel en egoïstisch. De Edese stedenbouw moet ruimte durven geven aan bewoners om zelf iets toe te voegen. Laat initiatiefrijke bewoners niet bedelen voor EdeDoet bonnen, maar neem buurtinitiatieven serieus en reserveer bewust ruimte en budget voor dromen en herstel van onvermijdbare fouten in stedenbouwkundige projectontwikkeling.
  • Geef elke school recht op een experiment
    Een tijdelijke andere inrichting is een mooie en veilige manier om over schoolomgevingen na te denken. Vraag vooraf, tijdens en achteraf naar de ervaringen van buurtbewoners, ouders, leerkrachten en de kinderen (!). Leer samen, en maak dan een gewogen keuze.
  • Rol vrijwilligers
    Als vrijwilliger kun je niet bij elk overleg aanwezig zijn. Zeker niet als die tijdens kantooruren worden gepland. Je speelt dus niet altijd aan de bal en hebt geen zicht op lopende afspraken. Niet aan de bal spelen in een complexe opgave is lastig. Dat is soms frustrerend en daar kun je als vrijwilliger zonder formele rol soms ook de plank misslaan. Dat vraagt hier om goede begeleiding.
  • Lef
    Zonder duidelijke politieke keuzes hangt de veiligheid van de kinderen in het midden. Die situatie is op ENKA nog steeds niet helemaal opgelost. We hebben als vrijwilligers alles gedaan wat er mogelijk was. We hebben laten zien dat het kan. We zijn hier heel dichtbij een echt goede oplossing voor een veilige schoolomgeving. Dat is toch wat we willen? Maar dan moet iemand wel echt de lef hebben om er echt voor te gaan!”

Een nieuwe school, nieuwe kansen!

Het experiment bij De Ontdekking laat maar weer eens zien: als we blijven doen wat we deden, krijgen we wat we kregen. Maar de potentie voor verandering is enorm. De lessen hierboven zouden dus moeten leiden tot een andere benadering van schoolomgevingen. Maar gebeurt dat ook?

Aan de andere kant van het spoor, bij de Elias Beeckmankazerne werkt de gemeente aan weer een nieuwe school. De signalen die hierover in de media verschijnen beloven helaas niet veel goeds. Een grote school met een bovenwijkse functie leidt tot zorgen onder buurtbewoners.

Het lijkt alsof wederom het verwachte autoverkeer (700 auto’s per dag!) als gegeven wordt meegenomen. Als iets waar je nu eenmaal rekening mee moet houden, in plaats van iets dat je serieus terug kunt brengen met goed beleid. Staat het kind centraal, of neemt de onvermijdelijke auto die plek weer in? Starten we het gesprek vanuit een visie voor een prettige en veilige schoolomgeving, of vanuit de logica van de ‘verkeersstructuur’?

En ook lijkt het alsof de proactieve buurt, met brede steun, niet als echte gesprekspartner wordt meegenomen in een goed uitgewerkt participatieproces. Sterker nog, meerdere bewoners geven aan te willen verhuizen zodra de huidige plannen worden uitgevoerd en zelfs de stap naar de rechter te overwegen. Dan wordt het bij voorbaat al lastig als nieuwe school om samen buurt te maken.

Als de gemeente Ede haar eigen ambities serieus neemt, dan zal er echt geleerd moeten worden van de experimenten die er vanuit de samenleving al worden uitgevoerd. Maar dan moet ze ook echt serieus uit een ander, veel participatiever, vaatje gaan tappen.

Marco te Brömmelstroet

Woont in de ENKA-wijk in Ede. Geeft als hoogleraar Urban Mobility Futures aan de Universiteit van Amsterdam onderwijs over de relaties tussen ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteitsgedrag, en doet onderzoek naar de toekomst van mobiliteit.

Schrijf een reactie

Mis niets, meld je aan!

Blijf actief op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen in Ede. Meld je aan voor de mail van de Edese Vos.