Edese Vos

Meer vliegen en schieten: Defensie wil uitbreiden, ook in Ede

Defensie oefent op de Eder Heide pano AlbertWillemsen
Defensie oefent op de Eder Heide. Foto: Albert Willemsen.

Om de toenemende dreiging vanuit Rusland in NAVO-verband goed het hoofd te kunnen bieden, moet Defensie uitbreiden. Daarvoor is ook Ede in beeld, zo blijkt uit het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie. De Edese Vos vat de plannen samen.

In het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie gaat het om fysieke uitbreidingen zoals schietoefeningen, testvluchten en nieuwe kazernes, en in het verlengde hiervan ook om milieu- en geluidsvergunningen.

De ruimte in Nederland is schaars. Woningbouw, natuur, landbouw, recreatie, mobiliteit… de vraag naar ruimte is groot en simpelweg niet alles kan. Het overbelaste elektriciteitsnet en de stikstofproblematiek werpen bovendien juridische barrières op. Daarom is Defensie een – verplicht – plan MER (milieueffectrapportage) gestart om in kaart te brengen wat de gevolgen van haar plannen voor de leefomgeving en omwonenden zullen zijn.

Een eerste stap is de Nota Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Hierin legt Defensie in dertien punten uit hoe én waar ze in heel Nederland graag wil uitbreiden. Defensie beheert momenteel zo’n 35.000 hectare grond, maar wil daar de komende jaren 370 hectare oefenruimte aan toevoegen. Ook in en rondom de gemeente Ede. Onder andere het Infanterie Schietkamp (ISK), vliegbasis Deelen én het Artillerie Schietkamp (ASK) zijn in het NRD aangemerkt als locaties waar potientieel kan worden uitgebreid.

Meer schieten in Harskamp

Op het Infanterie Schietkamp (ISK) in Harskamp trainen Nederlandse militairen al 125 jaar hun schietvaardigheden. Het 2.800 hectare grote terrein omvat meerdere schietbanen en een heus ‘oefendorp’, om zo militaire operaties in stedelijke omgevingen te kunnen oefenen. Daarnaast gebruikt het helikoptercommando het terrein om live-firing te oefenen, het schieten met ‘echte’ kogels en raketten. De Land- en Luchtmacht trainen er hoe ze gezamenlijke missies moeten uitvoeren.

Maar de piloten hebben te weinig ruimte om goed te kunnen manoeuvreren, zo schrijft Defensie in het NRD. Daarom zouden zowel de (milieu)vergunning als het oefenterrein van het ISK uitgebreid moeten worden. Defensie onderzoekt nog hoeveel extra ruimte het nodig heeft én waar deze nieuwe ruimte precies vandaan gehaald gaat worden.

Meer laagvliegende helikopters

Naast de schietoefeningen moeten helikopterpiloten natuurlijk ook hun vlieguren kunnen maken. Daarbij hoort ook het oefenen om zo laag mogelijk te vliegen. Door laag te vliegen kunnen helikopters immers achter bomen en gebouwen verdwijnen en zo aan het oog van vijanden en hun (laser- of radargestuurde) wapens ontsnappen.

Waar vroeger slechts enkele specifieke defensie-onderdelen gebruik maakten van helikopterondersteuning (o.a. het Korps Mariniers), worden helikopters tegenwoordig door veel meer legeronderdelen gebruikt. Denk hierbij aan troepentransport, logistiek, evacuaties, het blussen van branden en reddingsmissies. Helikopters zijn vaak cruciaal voor het slagen van operaties. Dat betekent meer oefeningen, meer piloten, meer vlieguren. Defensie heeft nu een vergunning voor 1.378 (helikopter)laagvlieguren per jaar en wil dit verhogen naar 2.500, een toename van 81%.

Momenteel zijn er in Nederland tien speciale ‘laagvlieggebieden’ (LVG’s) waar helicopters het laagvliegen mogen oefenen. De grootste liggen in het Maas-Waalgebied, de Hoekse Waard en het noorden van de Veluwe. Boven de rest van Nederland is laagvliegen vanwege overlast en veiligheid niet toegestaan. Maar Defensie wil dit uitbreiden naar potentieel negen locaties, waaronder bijna de gehele Achterhoek en de provincie Zeeland.

Veel Edenaren zullen weten dat er boven de Eder en Ginkelse Heide ook regelmatig laagvliegende helikopters langsscheren. Deze heidegebieden zijn echter geen officieel laagvlieggebied maar een helikopterlandingsplaats (HLP). Piloten oefenen hier hoe ze in verschillende omstandigheden moeten landen en opstijgen. Het is de bedoeling dat dit vaker geoefend gaat worden, waardoor het vliegverkeer boven de heide wel toeneemt.

Vliegbasis Deelen wordt drukker

Ook Vliegbasis Deelen gaat in het NRD flink op de schop. Zo is Defensie van plan om helikopters van vliegbasis Gilze-Rijen naar Deelen te verplaatsen. Dit om de druk op Gilze-Rijen en haar omwonenden te verlichten. Daarnaast moeten er ook cargo-drones op Deelen gestationeerd gaan worden, waarmee onder meer op de Eder, Arnhemse en Ginkelse Heide en het Stroese Zand kan worden geoefend. De drones zullen dus vanaf vliegbasis Deelen naar deze locaties vliegen of gebracht worden. Hoeveel, wanneer en waar er met deze drones geoefend gaat worden is nog niet bekend.

Verder wil Defensie graag een ‘dirt strip’ op vliegbasis Deelen aanleggen. Dit is een onverharde start- en landingsbaan, denk aan een zandstrook, akker of weiland. Omdat het door de staat van een vliegveld, het weer of vijandig vuur niet altijd mogelijk is om veilig op een verharde baan te landen, moeten piloten ook oefenen hun toestellen op een onverharde baan veilig aan de grond te zetten. Omdat er in Nederland momenteel nog geen dirt strip is moeten Nederlandse piloten voor deze oefening naar het buitenland of een simulator uitwijken, terwijl de 11e Luchtmobiele Brigade, die veel met luchttransport oefent, in het nabijgelegen Schaarsbergen is gelegerd.

Zorgen en zienswijzen

Hoewel nog niet duidelijk is of, waar en in hoeverre de uitbreidingen van Defensie voor overlast gaan zorgen, zit niet iedereen op deze uitbreidingen te wachten. Zo gaven veehouders, natuurorganisaties en andere belanghebbenden op grote schaal aan dat ze bedenkingen hebben. Veehouders maken zich bijvoorbeeld zorgen over de (toenemende) stress die jachtvliegtuigen en laagvliegende helikopters op hun dieren hebben. Natuurorganisaties protesteren tegen het vliegen over Natura 2000-gebieden en andere kwetsbare natuur. Zo kunnen broedende vogels of zeehonden schrikken van deze vluchten.

Defensie houdt er rekening mee dat niet alle plannen gerealiseerd kunnen worden en kijkt daarom ook naar alternatieven en opties om overlast tot een minumum te beperken. Tot 12 februari jl. kon iedereen die dat wilde via een zienswijze (formele brief) zijn of haar mening over de plannen in het NRD met Defensie delen. In totaal 2.243 burgers, bedrijven en (belangen)organisaties deden dat. Bijna de helft van alle zienswijzen kwam uit de provincie Noord-Brabant (999) en betrof de uitbreiding van het aantal jachtvluchten. In Gelderland zijn 209 zienswijzen ingediend, waaronder één van de gemeente Ede en de provincie Gelderland.

De gemeente Ede stelde onder meer vragen over het gebruik van de (eventuele) dirt strip op Vliegbasis Deelen, de impact van militaire oefeningen op de burgerluchtvaart, het in stand houden van de luchtkwaliteit en de impact die de militaire uitbreidingen op de natuur van de Veluwe gaat hebben. Defensie kwam eind mei met een Nota van Antwoord op deze zienswijzen.

Hoe nu verder?

Wat de plannen van Defensie precies voor Edenaren gaan betekenen is nu nog niet met zekerheid te zeggen. Het NRD is een eerste samenvattend onderzoek waarin Defensie haar wensen (en de alternatieven daarop) aan het kabinet kenbaar maakt. De komende maanden gaat Defensie aan de slag met de zienswijzen en gaat ze – in samenwerking met burgers, instanties en overheden – via de Plan MER-procedure nader bepalen welke uitbreidingen op welke locaties daadwerkelijk mogelijk zijn. Het nieuwe kabinet besluit dan waarschijnlijk begin 2025 welke uitbreidingen echt gerealiseerd kunnen worden.

Desondanks heeft wethouder Peter de Pater al aangegeven dat hij de schaarse luchtruimte van de gemeente Ede liever aan Defensie gunt dan dat hij een vierde aanvliegroute richting Schiphol boven Ede ziet. “Ik vind niet dat je in deze tijd aan de burgers van Ede kunt vragen of ze zowel laagvliegende helikopters als (burger)vliegtuigen over hun tuin willen krijgen. De vraag van Defensie is vrij concreet en we worden er goed bij betrokken. Daarom zeg ik nu: ‘Met het pistool op het hoofd: kies maar voor Defensie'”. De gemeente Ede bespreekt de komende maanden hoe het luchtruim boven Ede gebruikt kan gaan worden.

Op donderdag 13 juni om 18:45 uur organiseert Defensie een informatiebijeenkomst over het NPRD in Van der Valk Hotel ‘De Cantharel’ te Apeldoorn.

white logoWaardeer dit artikel met een donatie

Jurre van Breugel

Journalist met een passie voor (e)sports, geschiedenis en natuur. Nieuwsgierig tot op het bot, wil dus álles weten.

1 reactie

  • Duidelijk verhaal. Als we een leger hebben,moeten die ook in staat zijn hun werk goed te kunnen doen. Daar hoort onder andere oefenen ook bij. En dat betekent ongetwijfeld soms wat overlast. Moeten we ervoor over hebben. De inspraak lijkt op papier goed geregeld.
    Hopelijk komt dat in de praktijk ook uit.

Mis niets, meld je aan!

Blijf actief op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen in Ede. Meld je aan voor de mail van de Edese Vos.