Burgemeester René Verhulst wil af van de wolventoeristen die de natuurgebieden rond Ede verstoren. In een nieuw gemeentelijk persbericht kondigt hij verscherpte handhaving aan rond de Mossel, waar de wolf zich de laatste weken vaker laat zien. “De wolf is geen toeristische attractie,” aldus Verhulst. “Laat het beest met rust.”
Een terechte oproep – waarbij de rol van Verhulst nu lijkt te kantelen van angstaanjager naar hoeder van rust. Hij zet de wolf niet langer neer als dreiging, maar als kwetsbaar dier dat beschermd moet worden tegen opdringerige mensen.
Toch was het de burgemeester zelf die het afgelopen jaar herhaaldelijk zélf bijdroeg aan de angst voor de wolf. Na de aanval op pony Zwartje in Wekerom noemde hij het dier “moorddadig”. En nog geen twee weken geleden zei hij in Ede Stad: “Mijn grootste angst is dat een wolf iemand doodbijt.” Zulke taal, rechtstreeks uit het sprookje van Roodkapje, heeft meer invloed dan hij wellicht denkt.
Het roodkapjesyndroom
De feiten zijn minder spannend. Sinds de terugkeer van de wolf in Nederland zijn er slechts enkele incidenten geweest waarbij mensen gewond raakten – één daarvan betrof een kind dat licht werd gebeten en meegesleurd. Vooralsnog betreffen de meeste aanvallen vee, niet mensen.
Toch groeit de druk. Boswachters waarschuwen dat de jonge wolven rond de Mossel hun natuurlijke schuwheid dreigen te verliezen door de aanhoudende drukte van fotografen en dagjesmensen. Zelfs Natuurmonumenten, doorgaans terughoudend in toon, spreekt inmiddels van ‘onbetamelijk gedrag’ van mensen die de dieren opjagen. De wolf zelf is niet het probleem, maar de mensen die hun zelfbeheersing verliezen zodra er een foto te maken valt.
Tegelijk reageert het bestuur gespannen. De gemeente Ede stuurde in iets meer dan een jaar tijd al drie persberichten over wolven uit – telkens met dezelfde toon van dreiging en waarschuwing. En dat sentiment resoneert. Een groeiende groep inwoners deelt die bestuurlijke angst voor het roofdier. Verhulst sluit zich daar met zijn woorden zichtbaar bij aan, al raakt zijn oproep om de wolf met rust te laten ook aan iets waar veel inwoners zich wél in kunnen vinden: dat rust en afstand de beste bescherming bieden.
Het verbindende midden
Wie de reacties onder lokale berichten leest, ziet hoe diep de scheidslijn loopt. Voor de één is de wolf een symbool van natuur die eindelijk terugkeert, voor de ander een bedreiging van orde en veiligheid. In de discussies buitelen woorden als moordmachines, wolfknuffelaars en stadse idioten over elkaar heen. Onder de oppervlakte van die scheldpartijen schuilt iets anders: onzekerheid over wat nog van ‘ons’ landschap is, en wie daar eigenlijk over gaat.
Wat opvalt: de wolf zelf doet niets, maar wordt tot projectiescherm van angst, machteloosheid en identiteit. De één ziet er het falen van bestuur in, de ander het bewijs dat de mens zijn plaats in de natuur niet kent. In het midden zit een grote, zwijgende groep die vooral rust en duidelijkheid wil. Zij vinden dat de wolf hier mag zijn, maar ook dat beheer nodig is als het dier te dichtbij komt. Geen hysterie, geen heksenjacht – gewoon gezond verstand.
De wolf als spiegel van de samenleving
Wat zich in de Edese natuur afspeelt, weerspiegelt de nieuwe culturele breuklijn van deze tijd. Voor de een is de wolf symbool van natuurherstel en balans, van ‘leren met elkaar samen te leven’; voor de ander van dreiging, wanorde en verlies van controle, ‘want deze immigrant hoort niet in Nederland’. De discussie over de wolf gaat allang niet meer over biologie, maar over identiteit – over de vraag in wat voor samenleving we willen leven.
Toch moet dat ‘integratiegesprek’ wél gevoerd worden. De vraag hoe de wolf zich verhoudt tot een dichtbevolkt land is reëel, net als de discussie over beheer en schade aan vee. Maar die discussie verdient nuchterheid, niet angstretoriek. Als bestuurders hun boodschap baseren op angstbeelden in plaats van feiten, verwordt het beleid tot sprookjespolitiek.
Ede heeft geen probleem met wolven, maar met verhalen over wolven.
De wolf bijt zelden, maar de angst altijd.

NASCHRIFT 15 oktober 2025: De handhaving waar burgemeester Verhulst op doelde, is inmiddels in volle gang. Natuurmonumenten en de gemeente Ede hebben rond de Mossel nieuwe borden geplaatst: wie dichter dan honderd meter bij een wolf komt, riskeert een boete van 110 euro. Bij herhaling kan zelfs een gebiedsverbod volgen. Volgens boswachter Frank Theunissen gaat het in dit gebied vooral om jonge, nieuwsgierige welpen die nog moeten leren mensen te mijden. “Het is aan ons om afstand te houden,” zegt hij. “Niet andersom.”






De wolf is mijns inziens geen inheemse soort. Dat hij hier goed gedijt dat blijkt. Maar de wolf heeft wat mij betreft geen Recht van Spreken meer in Nederland. Stom eenvoudig omdat Nederland dichtgegroeid is, de bevolking is toegenomen, de nieuwbouw is toegenomen, de natuur wordt om zeep geholpen, en het beetje wat er nog is daar is het vergeven van de wolven.
Een wolf die willens en wetens 20 of 30 schapen dood bijt, die mag van mij ter plekke worden afgeschoten. Als hij één schaap doodt, puur omdat hij eten moet en honger heeft dan begrijp ik dat, is de natuur. Pakt hij er 20 of 30 dan is het een moordenaar, en is hij aan de beurt.
Kijk maar eens wat er in Amerika in de Everglades gebeurt. Daar zijn pythons losgelaten. Die hebben zich vermenigvuldigd en het is een gigantische plaag. Er is bijna geen inheemse soort meer over. Nu proberen ze op allerlei manieren die pythons te vangen en om zeep te helpen.
Als ik in jouw stuk lees dat het hier in Nederland dan wel meevalt, dat er weinig mensen zijn aangevallen. Een paar gevallen waarin een hardloper en een kind is gebeten en meegesleurd. De persoon die het overkomt, die heeft een levenslang trauma, want in principe heb je net even de dood in de ogen gekeken. Als die wolf je echt serieus naar de keel vliegt ben je klaar. Moeten we daar dan op gaan zitten wachten.
Ik ben het wel met de burgervader eens dat je die beesten met rust moet laten en niet als een achterlijke achter ze aan moet rennen om foto’s te maken. Maar de zogenaamde probleemwolven die moeten gelijk afgeschoten worden. We hebben het pas weer kunnen zien op de Ginkel. Een groot gedeelte van het levenswerk van schaapsherder Van de Brandhof is om zeep geholpen.
Een prachtige illustratie van de irrationaliteit rond de wolf, Piet. Complimenten. 😉
Feiten doen er wel toe, dus komt-ie:
1️⃣ De wolf is wél een inheemse soort. Hij is in de 19e eeuw door de mens verdreven uit Nederland. Wat dat dier heeft bezield om zijn vervolgers weer op te zoeken… geen idee. Misschien een gevalletje Stockholmsyndroom. Pythons zijn in dit verband trouwens een slecht voorbeeld – dat is een invasieve soort.
2️⃣ Een wolf moordt niet “willens en wetens”. Dat is een menselijke projectie. Een wolf jaagt instinctief. Ook de term “recht van spreken” is een beetje vreemd; de wolf heeft tegenover de mens nooit iets te vertellen gehad.
3️⃣ Jaarlijks worden in Nederland 150.000 mensen door honden gebeten, waarvan 250 met zware verwondingen in het ziekenhuis belanden. Honden veroorzaken bovendien een veelvoud van de aanvallen op schapen. Toch hoor je onze burgervader daar nooit over. Er wordt dus met twee maten gemeten: een hysterische maat voor de wolf, en een vriendelijke maat voor de hond.
Feiten helpen het gesprek – emoties meestal niet.
Om even te reageren op punt Nummer 2: dat een wolf instinctief jaagt begrijp ik. Dat doet hij omdat hij moet eten. Dat is de natuur. Maar het is een heel verschil of je een dier doodt om te overleven of een halve kudde dood te bijten om niks.
En dan een korte reactie op punt 1 inheems of niet inheems: als je al meer dan een eeuw uit Nederland vertrokken bent ben je wat mij betreft niet inheems meer maar dat is mijn mening.
En wat betreft punt 3 ben ik het wel heel erg met je eens, maar ga me nou niet pakken op feiten en emoties. Ik heb een mening en die ventileer ik hier. 🥰
1️⃣ Vanuit de biologische wetenschap is daar consensus over. Een dier wordt als inheems beschouwd als het oorspronkelijk in een bepaald gebied voorkwam vóórdat de mens ingreep in verspreiding, habitat of populatie. Het begrip uitheems verwijst naar soorten die (van nature) niet in een gebied voorkwamen, maar daar door menselijk handelen zijn geïntroduceerd of op eigen kracht nieuw zijn gearriveerd – vaak na langdurige afwezigheid. Dit puur even ter educatie.
2️⃣ Ja, best irritant dat die wolf dat doet. Hij moet nodig eens op cursus ‘hoe pak ik een schaap met mate’. Was het maar een mens – die doen niet aan zinloos geweld… oh wacht. 😉
3️⃣ Elke Nederlander heeft een mening. Niet altijd even goed onderbouwd, maar vooruit. Alles voor de vrijheid van meningsuiting. 🥰
PS: Je weet dat punten niet aan het begin van een zin horen, maar aan het eind? Onze moderatie maakt er uit service leesbare zinnen van, maar je interpunctie is wel uniek. Misschien dat we daar nog eens een prijs voor gaan uitreiken. 😄
Dat zou leuk zijn. Win ik ook nog een keer iets. En over die interpunctie: allemaal heel leuk bedacht, ik doe ze er in het vervolg los bij, is dat oké….,, :;’??💋
De reden daarvan is dat ik mijn teksten inspreek en daarna controleer en dan eventueel aanpassen. Dan schuiven er wel eens punten en komma’s naar plekken waar ze niet thuis horen. Mijn excuus. Ben helaas geen schriftgeleerde, dus ik zie wel eens wat over het hoofd.
Mooi gepareerd. Heerlijk, zo’n letterbak. 😂
Geen punt, natuurlijk. Was benieuwd hoe het zat. Op de redactie maken we ook gebruik van voice-to-text. Tip: check https://wisprflow.ai eens. Die corrigeert op punten en komma’s en maakt er goed leesbare zinnen van. Dan heb je er zelf minder werk aan, onze moderatie ook, en het leest ook prettiger voor anderen.
De wolf is niet alleen inheems in de biologische zin des woord, maar ook heemkundig en cultuurhistorisch belangrijk voor Nederland. Niet zonder reden zijn talloze plaatsnamen naar het dier vernoemd: Wolfheze, Wolvega, Wolfswinkel, Wolfskuil, Wolfswaard, enzovoort.
Een Nederland zonder wolven is net zo beroerd als de Berkenlaan in Bennekom zonder berkenbomen!