Over scheidend wethouders niets dan goeds. Leon Meijer, het werkpaard van Ede, nam donderdag afscheid en kreeg lof toegezwaaid door de burgemeester en de raad. En zo hoort het. Columnisten kraken de kritische noten wel.
Dit is een anekdotisch en opiniërend artikel over de kloof tussen politiek en burger. De auteur deelt zijn eigen perspectief en ervaringen. Leon Meijer was niet bereid mee te werken aan een journalistiek artikel over zijn beleid en afscheid als wethouder.
Het werk van Edese wethouders is verantwoordelijk en complex. Dat mag wel eens gezegd worden. Je moet lastige belangenafwegingen maken, manoevreren tussen ambtenaren en de raad, dagenlang vergaderen en overleggen, en je kunt het nooit iedereen naar de zin maken. Ook al is het salaris van 10.000 euro per maand best wel riant, je hebt ook een grote verantwoordelijkheid en staat voortdurend in de vuurlinie.
In zijn afscheidsspeech refereerde Leon Meijer hier zelf ook aan. De exact 500 weken dat hij voor Ede in touw is geweest, gingen ten koste van zijn gezin, maar dit offer was met liefde gebracht, zo verzekerde hij. Ze gunden hem de leukste baan ter wereld. Bovendien was het een roeping van godswege geweest om – zoals de bijbelse profeet Micha voorhoudt – recht te doen, goed te doen én nederig te blijven.
Een ‘uitnodiging’ om op het raadhuis te verschijnen
Zo’n hoge roeping is natuurlijk niet zonder afbreukrisico’s. Zo stond ik afgelopen Goede Vrijdag even stil bij Leon Meijer. Op deze dag van reflectie op zonde en genade plofte vorig jaar op mijn thuisadres een brief op de mat met het lichtblauwe logo van de gemeente Ede. Het was een schrijven van de wethouder zelf, met het officiële briefhoofd van het College van B&W. Indrukwekkend. Ik dacht nog even: wat leuk, een persoonlijk bedankje van Leon Meijer voor mijn inzet voor de Edese journalistiek. Maar al snel bleek dat zijn brief bedoeld was om mij te laten weten wat mijn plek in het universum was. Want zo gaat dat in Ede, de parel van de persvrijheid.
Gelukkig spaar ik brieven van betrokken wethouders en advocaten en deze had ik nog niet in mijn verzameling. Intimidatie is ook een blijk van waardering, zeg ik altijd maar, met gevoel voor masochisme. Als je er niet toe doet, doen ze ook geen moeite om je de mond te snoeren. Een week eerder nog had de wethouder mij per e-mail dringend ‘uitgenodigd’ voor een gesprek aan de Bergstraat. Op zaterdagavond om tien voor elf, zo’n moment dat je ook gezellig een glaasje port met je vrouw kunt gaan drinken, was hij nog ijverig achter zijn toetsenbord gekropen. De vermelding dat hij het over mijn tweets wilde hebben, voorspelde weinig goeds.
Het was niet de eerste keer dat ik door een vertegenwoordiger van de macht op het raadhuis was geïnviteerd. Als actief betrokken burger die soms initiatieven ontplooit die niet naadloos aansluiten op het beleid van de gemeente (zwaai naar de picknicktafel), schuur je wel eens tegen wat gevestigde belangen aan. Meestal kwam zo’n gesprek dan neer op: ‘Fijn dat je zo betrokken bent als inwoner van Ede. Wij leggen je nu even uit hoe het zit en welke kaders er zijn. Wij hopen dat we je vragen hiermee afdoende hebben beantwoord, en dat we verder geen last meer van je zullen hebben.’ De kloof tussen theorie en praktijk in de Edese Participatie Aanpak.
Politici en gratis bier
Zo’n dringende oproep om op het gemeentehuis te verschijnen levert wel een interessant dilemma op. Ga je er op in, dan accepteer je de zelfgekozen ‘boven’-positie van de wethouder die je op zijn matje wil roepen, en vast hoopt dat je zult spartelen en om genade zult smeken. Wijs je het verzoek af, dan ben je de onwillige burger die het gesprek uit de weg gaat. Tom Poes, verzin een list.
Na enig beraad liet ik Meijer weten dat ik best met hem in gesprek wilde, maar wel gelijkwaardig. Ik nodigde hem uit om in het stadscafé tegenover het gemeentehuis – op mijn kosten – een biertje te komen drinken. Maar oeps, ik had er niet bij stilgestaan dat ChristenUnie-politici helemaal niet van gratis bier houden. 😉
Meijer reageerde in ieder geval als door een wesp gestoken op mijn tegenuitnodiging. In zijn Goede Vrijdag-brief schreef hij op hoge poten dat ik een gesprek met hem zou hebben geweigerd en dat verder contact daarom geen enkele zin had. Gaslighting noemen ze dat in de communicatie, en de profeet Micha zou zich waarschijnlijk omdraaien in zijn graf.
Een nieuwe bestuurscultuur
Omdat ik in de Stille Week toch al aan het reflecteren was op naastenliefde en moraliteit, besloot ik de gedragscode van de ChristenUnie maar eens te raadplegen. Het behoort tot de meest boeiende lectuur uit de confessionele politiek. Naast dat politici “eerlijk, integer en betrouwbaar” moeten zijn, worden in het document ook enkele ‘ongewenste omgangsvormen’ benoemd, zoals “alle vormen van intimiderend gedrag, waarmee een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.”
Interessant. Ik besloot de kwestie maar eens voor te leggen aan het bestuur van de ChristenUnie. Dat was het begin van een boeiende klachtenprocedure die enkele maanden in beslag zou nemen. Lang verhaal kort: in werkelijk alle lagen van de partij werd dit keurig afgedekt. Het was bijna VVD-waardig. Dat de wethouder toevallig ook in het hoofdbestuur zat hielp natuurlijk niet. Intussen hield de partij een ledencongres over de ‘nieuwe bestuurscultuur’ die nodig is om burgers weer vertrouwen in de politiek te laten krijgen. Het kan verkeren.
Juist over deze kloof tussen bestuur en burger maakt Leon Meijer zich grote zorgen, lees ik in zijn afscheidsbrief. Inwoners van Ede zouden niet begrijpen dat er in de politiek compromissen moeten worden gesloten en liever een dictatuur willen.
De participatie werkt ook niet, vindt Meijer. Dit najaar verweet hij de initiatiefnemers van de Vrolijke Pastinaak in Kernhem dat ze hun buurtmoestuin, waar 10 jaar met liefde aan was gewerkt, illegaal hadden gerealiseerd. De initiatiefnemers waren woest. Oud-wethouder Marije Eleveld had de tuin zelf geopend en ze hadden zwart op wit toestemming van de gemeente gekregen. Excuses van Meijer kwamen er niet. Een alternatief stukje grond ook niet.
Wel onderwijzen, maar geen gesprek
Toen Leon Meijer zijn vertrek aankondigde, heb ik hem gevraagd of hij een exit-interview wilde geven. Om eerlijk en constructief terug te blikken op zijn bestuurlijke periode en gevoerde beleid. Via zijn woordvoerder liet hij weten hier “geen behoefte aan te hebben.”
Jammer, want in zijn afscheidsbrief schrijft onze wethouder-met-een-roeping iets anders. Dat besturen visie voor de toekomst vraagt en dat je als wethouder altijd bereid moet zijn om de belangenafwegingen die je maakt uit te leggen. “Als we dat niet meer vertellen, uitleggen en onderwijzen, als we dat niet meer als de basis van ons werk in de gemeente nemen, kunnen we het onze inwoners niet kwalijk nemen dat ze teleurgesteld raken in de politiek. […] Het vraagt om een stadsbestuur dat dat keer op keer wil uitleggen, aan inwoners, aan mensen die stukjes schrijven voor de lokale krant of een website.”
Meijer lijkt zichzelf als de grote onderwijzer des Edelands te zien en journalisten als “stukjesschrijvers” aan wie je dingen moet uitleggen. Ik ken mijn positie. Maar… als je dat uitleggen echt zo belangrijk vindt, dan weiger je toch geen interview omdat je daar zelf geen behoefte aan hebt? Ook vragen over zijn afscheidsbrief, deze week ingediend bij zijn woordvoerder, wilde hij niet beantwoorden. Wij blijven als Edenaren dus als wezen achter en moeten onszelf maar zien te redden. Aankloppen bij de jeugdhulp heeft geen zin met al die wachtlijsten.
Donderdag was dus het officiële afscheid in de raad en ik heb het via de livestream gevolgd. Er waren bloemen en lofbetuigingen. Hij krijgt vast ook nog een lintje om het af te maken. En binnenkort zal er wel een plein of tunnel naar hem worden vernoemd, misschien zelfs wel een food experience. Ede Dorp-columnist Jolmer Winkel stelde op Twitter ‘het Meleon’ als naam voor. Me Leon. Briljant. Bovendien een anagram van meloen, het favoriete fruit van de ChristenUnie.
Politiek als roeping om rechtvaardig, goed en nederig te besturen. Dat in praktijk brengen is nog niet zo makkelijk. Voor je het weet heb je een stralenkrans van morele onaantastbaarheid rond je hoofd. Wel willen “vertellen, uitleggen en onderwijzen”, maar geen kritische vragen dulden. Wel burgers ontbieden in de ivoren toren aan de Bergstraat, maar geen biertje willen drinken in de kroeg.
Dat biertje drinken in de kroeg had er van moeten komen.