Eerlijk gezegd raakte het mij meer dan ik had gedacht: het debat van 15 februari in de gemeenteraad van Ede, waarin collega-raadsleden opriepen om de jacht op dit grootste roofdier van Nederland te mogen openen.
Ik dacht aan de wolven die zich gevestigd hebben op de Veluwe, het grootste natuurgebied van Nederland, met al zeven roedels inmiddels. Zou dit intelligente dier de donkere wolken zien aankomen die zich boven zijn hoofd opstapelen? Als dat zo was, zou hij dringend een pr-advies kunnen gebruiken: onthoud je toch van de schapen! De ‘agressieve’ aanvallen op schapen waren immers de steen des aanstoots voor mijn jachtlustige collega’s.
De zaterdag na de raadsvergadering wandelde ik van Wolfheze naar Ede, in de hoop dat een wandeling in de natuur mijn zorgen kon relativeren. Wolfheze: klein dorp met een station aan het begin van het Heelsumse beekdal, geliefd bij romantische schilders uit de negentiende eeuw vanwege de Wodanseiken. Inmiddels weer leefgebied van de wolf. De symboliek was niet vooraf bedacht: het is gewoon een ideaal opstappunt voor wandelaars. Al wandelend verteerde ik bepaalde uitspraken in het debat.
‘Politiek, doe iets!’
De woordvoerder van Burgerbelangen was heel kort: “Van mij mogen ze ze allemaal doodschieten.” De partij profileert zich graag als ‘Fortuynistisch’ en aast op de rechtse kiezer –maar is blijkbaar niet van de lijn Dion Graus. Het CDA had aangegeven geen behoefte aan een informatief, beeldvormend debat te hebben: “Wij weten al wat we ervan vinden.” Voor dit standpunt vonden ze een meerderheid in de raad, zodat wij zonder ambtelijke advisering het debat aangingen. De VVD-fractievoorzitter beperkte zich tot een vraag aan progressieve partijen of zij principieel tegen jagen zijn – ik vroeg mij later af of dit dan in zijn ogen bij voorbaat een diskwalificatie zou inhouden. (Zelf zie ik vooral praktische en juridische bezwaren.)
In het nieuwe natuurgebied de Reyerscamp, even buiten Wolfheze, werden mijn gedachten onderbroken door een groepje kleine bruine vogeltjes: graspiepers, een vroege leeuwerik? Ik kwam er eerlijk gezegd niet uit. Dan is een wolf toch makkelijker te determineren, leek me, maar canis lupus liet zich niet zien. Wel enkele van zijn naaste verwanten, die keurig aangelijnd waren. Alles was rustig.
Het gemeentelijk debat over de wolf weerspiegelt de opwinding die er in de sociale media heerst bij de foto’s van gedode dieren. Het pleidooi om de jacht te openen had een hoog gehalte van politieke profilering. De gemeente gaat er namelijk niet over, en dus begrijp ik het eerder als hartenkreet: ‘Politiek, doe iets!’
Biedt de jacht wel een oplossing?
Daar heb ik op zich begrip voor: mensen maken zich zorgen over een nieuwe bedreiging voor hun dieren. Maar biedt de jacht wel een oplossing?
Niet op korte termijn – alleen zogenaamde probleemwolven mogen momenteel onder strikte voorwaarden worden verjaagd of worden afgeschrikt met een paintballgeweer. Zie daarvoor de casus minder schuwe wolf op de Hoge Veluwe. Zelfs bij een verlaging van de beschermde status, waarvoor de Europese Commissie vorig jaar het initiatief nam, is het dier nog altijd beschermd onder de Omgevingswet en de Europese Habitatrichtlijn. De Omgevingswet vervangt de wet Natuurbescherming.
Volgens experts betekent dit dat overheden nog steeds moeten streven naar voldoende instandhouding van de soort – en jagen is ook dan alleen een optie als de mogelijkheden van preventieve maatregelen zijn uitgeput.
Los van de juridische finesses, zijn er ook praktisch vragen te stellen bij het jagen als middel tegen schade. De tweejarige wolven die trekken – en dan vaker vee tegenkomen – zullen moeilijk te jagen zijn. Een roedel dat zich gevestigd heeft moet juist eerder worden opgevoed dan bejaagd, want wolven kunnen leren schapen te mijden die achter een wolfwerend raster staan. Zo’n raster kan bijvoorbeeld bestaan uit vijf stroomdraden tot een hoogte van 1,20 m. De sleutel voor een oplossing ligt daarom in preventie, en niet in jacht.
Advies van de Wolvencommissie
Dit is ook de conclusie van de Wolvencommissie, de groep van belanghebbenden, zoals schapenhouders, die de provincie Gelderland adviseert. Het lijkt erop dat de provincie dit advies gaat overnemen, waarbij de subsidieregeling voor wolfwerende maatregelen wordt uitgebreid tot andere dieren dan schapen en open wordt gesteld voor een groter gebied. Dat is ook dringend nodig, want zulke maatregelen zijn in het wolvengebied in Gelderland nog nauwelijks genomen. Zoals het nu is komt de wolf dagelijks langs rijk gedekte tafels waar hij niet aan mag komen.
De gemeenteraad zou er goed aan doen veehouders op te roepen zo snel mogelijk passende preventieve maatregelen te nemen. Jagen is dan een oplossing voor een incidentele probleemwolf, een dier dat niet langer schuw is of heeft geleerd over de wolfwerende rasters te gaan. Tegelijk zou de gemeente ook wandelaars en recreanten moeten voorlichten over het juiste gedrag bij een zeldzame ontmoeting met de wolf.
Freek Jan Koekoek woont in Bennekom en is raadslid voor D66 in Ede.
NASCHRIFT 7 maart 2024: De meeste politieke partijen in Ede zijn voor een ‘actief beheer’ (lees: bejaging) van de wolf, bleek bij een stemming in de raad, waarbij twee moties over de wolf waren ingediend.
Een helder en goed onderbouwd betoog. Je zou er bijna een D66-stemmer van worden!
Alle gekheid op een stokje: vele eeuwen hebben de boeren op met name de Veluwse en Drentse zandgronden op intensieve wijze met name graan geproduceerd. Daar was een navenant intensieve bemesting voor nodig. Kunstmest bestond nog niet. De oplossing werd geleverd door de schapen, die overdag op de hei graasden en ’s nachts in de potstal werden opgesloten. Zij stonden op heiplaggen, die doordrenkt werden met hun uitwerpselen. Dat leverde de mest voor de akkers.
Ook toen waren er wolven. En ook toen veroorzaakten wolven wel overlast. Maar vooral omdat ze zich tegoed deden aan wild. En dat vonden de rechthebbenden op de jacht (de adel) niet fijn, dus werden bij gelegenheid de boeren verplicht deel te nemen aan een jacht op de wolven. Vergeleken met de grote hoeveelheid schapen uit die dagen is de tegenwoordige schapenhouderij als minimaal te omschrijven. En anders dan destijds zijn er tegenwoordig technische mogelijkheden en subsidies om wolven van de schapen af te houden. Maar ja, de ratio hinkt ook hierin weer eens achter de emoties aan…
Afschot binnen roedels werkt juist averechts. Als een of beide ouders wordt afgeschoten verhoogt dit het aantal aanvallen op vee. Goed hekwerk helpt wel: bij onze zuiderburen zijn het aantal aanvallen in 2 jaar meer dan de helft verminderd door goede omheiningen.
De natuurorganisaties waren altijd tegen hekken in de natuur omdat dit de vrije leefruimte van het wild inperkt. De liefde voor de al vele decennia verdwenen wolf is blijkbaar zo groot, dat deze organisaties nu plotsklaps voor het plaatsen van wolfwerende hekken zijn. Veel belastinggeld is er uitgegeven aan wildviaducten en dergelijke, en nu de leefgebieden voor het “beschaafde wild” inperken om dit “moordlustige” roofdier de ruimte te geven. Geen schaap, pony, paard en wellicht straks ook de koeien die niet veilig meer zijn. Niets is veranderlijker dan de mens.
Om vee te beschermen hoeven er geen hekken in de natuur gezet te worden. Wel rond weiden. Jammer te zien achter welke ondeugdelijke hekken de pony’s stonden. Als ik mijn fiets niet afsluit mag ik ook niet klagen over diefstal.