Wat is schoon zand eigenlijk? Hoe worden onze bodems beschermd tegen vervuiling, en wie houdt daar toezicht op? In een gesprek met de Edese Vos geeft een ervaren grond- en omgevingsrechtadviseur bij de overheid een ontluisterend inkijkje in hoe het er achter de schermen aan toe gaat.
Naar aanleiding van ons onderzoek naar De Braamhorst deelde hij zijn inzichten over hoe regelgeving en praktijk soms uit elkaar lopen. Om onze bron te beschermen en politieke gevoeligheden te vermijden, kiest de Edese Vos ervoor om dit gesprek anoniem weer te geven.
Als journalisten stellen wij persvragen en ontvangen we vaak zorgvuldig geformuleerde antwoorden van woordvoerders. Die antwoorden zijn meestal ontworpen om de scherpe randjes eraf te halen en de verantwoordelijke bestuurders uit de wind te houden. Door met bronbescherming te werken, kunnen we eerlijkere gesprekken voeren. Dit artikel biedt inwoners ongefilterde informatie, zodat zij beter begrijpen hoe ons bodembeleid in de praktijk werkt.
‘Schoon’ betekent: tot 10% bijmengen
Wat betekent ‘schoon zand’ eigenlijk?
“Veel mensen denken dat schoon zand volledig vrij is van vervuiling. Dat klopt niet. Zelfs bij de hoogste kwaliteitsnorm, de zogenaamde ‘klasse achtergrondwaarde’ – de norm die geldt voor de schoonste grond – mag er tot 10% bijmenging in zitten. Dat betekent dat een tiende van het zand uit andere materialen mag bestaan, zoals bakstenen, plastic of puin.”
Waarom is dat toegestaan?
“Het is een compromis. De industrie vond het te duur om volledig schone grond te leveren, en heeft de politiek overtuigd om deze norm in te voeren. Dat klinkt cynisch, maar het is goedkoper en praktisch haalbaar. Voor écht schone grond zouden de kosten veel hoger liggen. Dit systeem maakt bouwen betaalbaar, maar het betekent wel dat ‘schoon’ niet hetzelfde is als volledig zuiver.”
Net zolang keuren tot het er wél doorkomt
Hoe wordt gecontroleerd of grond schoon is volgens deze norm?
“Dat gebeurt met steekproeven. Bij een partij grond worden bijvoorbeeld honderd monsters genomen. Die worden geanalyseerd. Als ze voldoen aan de norm, wordt de hele partij goedgekeurd. Maar met steekproeven kun je makkelijk iets missen. Stel dat er een baksteen in zit, dat kun je net misprikken.”
Wat als een partij grond niet voldoet?
“Dan mag het bedrijf opnieuw laten keuren. Ze nemen weer honderd monsters, en die nieuwe resultaten tellen. Dat mag maximaal drie keer. Het gebeurt bijna nooit dat een partij uiteindelijk niet door de keuring komt.”
Overheid handhaaft bijna nooit
Hoe zit het met meldingen en handhaving?
“Als een bedrijf grond wil toepassen, hoeven ze alleen een melding te doen – geen vergunning aan te vragen. De overheid heeft vijf werkdagen om die melding te beoordelen. Dat klinkt haalbaar, maar stel dat een bedrijf die melding op donderdagmiddag indient. Dan verlies je al de vrijdag en het weekend, waardoor je in de praktijk nog maar drie werkdagen hebt. En vaak worden er tientallen meldingen tegelijk ingediend. Het is onmogelijk om dat goed te controleren.”
Wat als er twijfel is over een melding?
“De overheid kan besluiten om een partij opnieuw te laten onderzoeken. Maar dat betekent dat je een hele partij moet zeven – letterlijk. Het zand wordt door een zeef gehaald om te kijken wat erin zit. Dat kost enorm veel tijd en geld, en gebeurt bijna nooit.”
ENKA-wijk is gebouwd op gifgrond
Zijn er voorbeelden waar dit misging?
“Thermisch gereinigde grond is een klassieker. Dat is vervuilde grond die op hoge temperatuur wordt gebakken om schadelijke stoffen te verwijderen. In theorie wordt die grond schoon, maar in de praktijk werkt dat niet altijd. In Punthorst bijvoorbeeld begon die grond tóch vervuiling af te geven. Dat heet uitloging – schadelijke stoffen lossen op in regenwater en verspreiden zich zo in de omgeving. Daar moest alles worden afgegraven. De kosten waren gigantisch.”
En dichter bij huis?
“De ENKA-wijk in Ede. Die is gebouwd op voormalige gifgrond, met een meter schone deklaag erop. Dat lijkt veilig, maar wat gebeurt er over twintig of dertig jaar? Niemand weet dat zeker. Daarom staan er nog steeds peilbuizen om te monitoren of de vervuiling zich verspreidt via het grondwater.”
Geld bepaalt wat ‘schoon’ is
Waarom kiest Nederland voor dit beleid?
“Het draait om kosten. Volledig schone grond leveren is duur, en we zijn niet bereid om dat te betalen. Dit beleid wordt voorgesteld als pragmatisch, maar het draait vooral om kostenbesparing. En dat blijft een onderwerp waar je nauwelijks iets over hoort, zelfs niet in de Tweede Kamer.”
Is dit uniek voor Nederland?
“Nee, elk land heeft zijn eigen oplossingen voor vervuiling. Sommige landen zijn strenger, andere juist soepeler. De vraag is overal hetzelfde: hoeveel vervuiling vind je acceptabel? Bij ons ligt die grens bij 10% bijmenging. Maar echt schoon… dat is bijna nergens.”
Niet ontworpen om transparant te zijn
Wat kunnen journalisten of inwoners doen?
“Het systeem is moeilijk te doorgronden, ook voor journalisten. De meeste informatie zit in technische rapporten die lastig te interpreteren zijn zonder specialistische kennis. Het enige wat je kunt doen, is scherp blijven op meldingen en vragen stellen over de herkomststromen van grond. Maar eerlijk? Het is ingewikkeld, en het systeem is niet ontworpen om transparant te zijn.”
Hoe ziet de toekomst eruit?
“Dat weten we niet. Sommige vervuilingen blijven stabiel, terwijl andere zich verspreiden. Het wordt gemonitord, maar als er echt iets misgaat, zijn de kosten vaak zo hoog dat niemand die wil dragen. Dan begint het bekende doorschuiven: wie betaalt de rekening?”
Escaleert het dan altijd?
“Nee, maar het risico is er wel. Kijk, decennialang hebben we afval onder de grond gestopt. Net als een kind dat zijn rommel onder het bed schuift. Je ziet het niet, dus lijkt het alsof het er niet is. Maar dat is natuurlijk een illusie. Vroeg of laat komt het probleem terug.”
Conclusie
Wat officieel schoon mag heten, is in werkelijkheid een compromis tussen kosten en zuiverheid. Ede is geen uitzondering. Plekken zoals de ENKA-wijk en De Braamhorst laten zien hoe deze keuzes doorwerken in onze leefomgeving.
Dit gesprek biedt een blik achter de schermen van een systeem dat inwoners vaak niet zien. Het is aan ons om een open discussie te voeren over de balans tussen economische belangen en milieubescherming. Want hoe weten we zeker wat er onder onze voeten ligt?
Het hele leven bestaat uit compromissen. Maar het woord vervuiling zegt niet zoveel. Een baksteen in schoon zand is minder erg dan schadelijke chemische vervuiling die objectief vastgestelde waarden overtreft. Anderzijds zijn de meetmethoden tegenwoordig zo verfijnd dat wie weet hoeveel cijfers we achter de komma kunnen meten? Het is voor de niet deskundigen steeds moeilijker om te weten wat er wel of niet schadelijk voor ons is. En misschien weten de deskundigen of diegenen die zich zelf als deskundigen hebben opgeworpen het soms ook niet zeker? We worden overladen met onheilstijdingen over klimaat, ongezonde lucht, voedselveiligheid etc, maar wie ziet tussen al die verschillende bomen het bos nog?
Het is vooral ook dat we op elk moment in de geschiedenis uitgaan van de kennis die we dan hebben. Dus wat vandaag als veilig gezien wordt, kan over 3 jaar met de kennis van dan wel als niet veilig gezien worden. 100% schoon is het nergens meer helaas. Daar hebben we in de laatste honderden jaren wel voor gezorgd met z’n allen. Wat je inademt is ook niet zuiver.
Maar wat is vervuiling? Aanwezigheid van bodemvreemd materiaal hoeft niet tot vervuiling te leiden die schadelijk is voor mensen en milieu. Dus zien we vervuiling als bodemvreemd materiaal of als ongewenste chemische stoffen die boven de parameters zitten van wat normaal voorkomt in de grond?
De aanwezige staalslakken is wel echt een probleem… en een kostbare ook. Maar toen deze werden toegepast was de kennis van uitloging nog niet die we nu hebben. Probleem is ook dat als we wel iets concluderen de regelgeving vaak nog een aantal jaar op zich laat wachten.
Als je in een natuurgebied loopt, zoals de Wildzoom en het daarachter gelegen Edese Bos, mag je toch verwachten dat daar geen grond wordt gestort met maximaal 10% plastic, en puin. Dat is wel wat er gebeurt en dat merk je als je daar loopt. We kunnen dat afdoen als dat je niet alles weet, maar dit verhaal vertelt duidelijk dat het een compromis is waar burgers niet over zijn geraadpleegd en vooral beïnvloed door de afvoerende en opvragende belanghebbenden in hun voor zichzelf kostenbesparende belangen. De kosten voor de maatschappij en natuur op langere termijn zijn blijkbaar voor hen die dan leven en dan zorgen.
Wat is het nut van een gemeente die enerzijds haar burgers stimuleert zwerfafval te rapen maar aan de andere kant zelf grootschalig verhakseld zwerfafval via deze grondstortingen verspreid? Dat heeft niets te maken met meetmethoden, maar alles met desinteresse. In de net aangelegde hagedispaleisjes zitten zichtbaar stukken plastic verwerkt (zie het weiland langs de Wildzoom).
En ja, er zijn inderdaad heel veel problemen. Dat komt omdat onze vervuilende activiteiten steeds meer doorwerken door de langdurigheid, massaliteit en intensivering (microplastics, PFAS etc). Inderdaad, moeten we echt op de vierkante meter hagedispaleisjes maken? Zolang we structureel ons gedrag niet aanpassen blijkbaar wel. Maar in zijn algemeenheid schiet dit natuurlijk niet op. Enerzijds plastic storten, anderzijds hagedissen vangen om ze te beschermen. Het is uitvoeren van werk om aan regels te voldoen. In plaats van uitvoeren van werk omdat je van het eindresultaat houdt.
Ede is een groene gemeente, daar staat ze zich op voor. Laat ze dan ook groen doen. Regeltjes, regeltjes, regeltjes… Zonder liefde wordt het helemaal niets, is het een verloren zaak. Krijg je helikopters die kalk gaan strooien… vermengd met de eigen uitlaatgassen.
Is er ook gekeken of deze grond van zichzelf binnen de (10%) norm viel of dat er vuile grond gemengd is met echt schone grond om binnen de 10% norm te komen? Bij chemisch verontreinigde grond mocht dit in het verleden niet (nu ook niet?) omdat je uiteindelijk dan de vervuiling niet verwijdert/beperkt maar verspreidt.