Afgelopen week namen drie buitenslapers uit het voormalige tentenkampje langs het spoor contact op met de Edese Vos. Ze storen zich aan de berichtgeving in de media en willen graag hun eigen verhaal kunnen doen. “Er wordt meer óver ons gepraat dan mét ons,” zegt Wesley.
Wesley wil alleen met zijn voornaam worden genoemd en niet vol in beeld. Hij is zzp’er in de bouw en wil niet dat zijn werkgever weet dat hij dakloos is. “Het is toch een stigma.” Een vriendin van hem die we An noemen wil helemaal anoniem blijven. Ze noemt zichzelf “een gevallen hulpverlener”, want werd dakloos terwijl ze zelf voor een maatschappelijke hulporganisatie werkt. Haar werkgever helpt haar nu om te herstellen. De derde is Albert, een gast die al jarenlang in overlevingsstand zit. Alledrie sliepen ze in een tentje bij het spoor, tot de gemeente ging handhaven en ze weg moesten.
An werd vanwege haar achtergrond vrij snel geholpen. Haar dakloosheid noemt ze “zeer gênant en pijnlijk. Ik ben bijna veertig, mijn hele leven weer verloren. Ik ben vroeger al eens dakloos geweest, het was dus geen nieuwe wereld voor mij. Ik ben me gaan verbroederen met die jongens. Met meer directe betrokkenheid dan wat binnen mijn werkveld kan en mag.”
Streepjes achter je naam
“Als je maatschappelijk wat beter zit, word je eerder geholpen,” zegt ze. “Maar Wesley, een fatsoenlijke buitenslaper die heel graag zijn leven wil opbouwen, krijgt als een van de weinigen geen kans. Net als Albert heeft ie veel streepjes achter zijn naam. De gemeente Ede denkt dan dat ze een groot risico neemt door die jongens te helpen.”
Het steekt dat anderen intussen wél worden opgevangen. “De villa wordt nu gebruikt door mensen die wij niet kennen van de straat, maar die een briefje hebben gekregen van de gemeente,” zegt An. “Waar komen die vandaan? Vorige week is daar een meid aangerand. Ze heeft tien jaar in Londen gewoond. En binnen een dag plek in de Maatschappelijke Opvang. Logisch gezien de situatie, maar niet fair voor anderen. Er zijn ook mensen die ziek worden en met een medische indicatie opgevangen worden in een hotel. Ook zijn er Poolse mensen in de opvang, wat voor binding hebben die dan? Op straat help je elkaar, de Polen hebben hartjes van goud. Maar voor mij als hulpverlener voelt het dubbel, zeker nu ik zelf één van hen ben.”
Van het kastje naar de muur
Wesley heeft een heftig verleden waar hij niet trots op is en niet graag over spreekt. Hij is nu 36 en werkt voor z’n kostje in de bouwsector. Hij kan gewoon huur betalen voor een kamer of studio, maar wil pertinent niet terug naar zijn oude woonplek, omdat dit geen goede omgeving voor hem is. Ede is rustig, hij voelt zich hier thuis, heeft zijn vriendengroep hier en wil iets opbouwen. Maar de gemeente vindt dat hij geen binding heeft.
In Ede kreeg hij te horen dat zijn RNI-status [de status dat je niet over een vaste woon- of verblijfplaats beschikt –red.] in de stad ligt waar hij noodgedwongen bij een kennis ingeschreven staat voor de KvK. Deze stad stuurt hem door naar de laatste stad waar hij langere tijd heeft gewoond. Maar daar sturen ze hem weer terug naar Ede. Het is een kastje-muur-verhaal waar hij maar niet uit komt. “Ondanks de wetgeving dat ik als dakloze niet geweigerd mag worden voor een slaapplaats, val ik steeds tussen wal en schip,” zegt hij. “Ik wil gewoon een normaal leven opbouwen en meedraaien in de maatschappij. Het draait nu allemaal om geld, wie het moet betalen. Maar je wordt zo niet geholpen.”
Vooruit durven kijken, niet achterom
Het is vooral de onrust die stress veroorzaakt. Het leverde hem lichamelijke klachten op: acute tijdelijke doofheid, pijn in de handen. “Je hebt hier te maken met getraumatiseerde mensen van wie wordt verwacht dat ze gedrag laten zien wat ze niet hebben geleerd,” zegt An. “Geef ze gewoon credit om dat te leren. Maar dat gaat niet volgens de bureaucratie, dan vallen ze er weer tussen. Ik heb zelf die credit ook gehad, waarom zij dan niet? Omdat ik een bravere burger ben?”
Hoe zou de gemeente Ede het volgens hen moeten oplossen? “Mensen moeten vooruit durven kijken en niet achterom,” vindt Wesley. “We hebben allemaal wat op onze kerfstok, dat kunnen ze bij de gemeente zo opzoeken. Maar durf gewoon vooruit te kijken en geef de mensen een kans. Bij de meesten van ons draait het om rust. En autonomie. Als ik mijn rust heb, dan kan ik mijn dingen oppakken. En word je ook niet zo snel gek. Toen ik nog op de nachtopvang zat stond ik elke dag om vijf uur naast mijn bed om naar het werk te gaan, en om vijf uur ’s middags stond ik weer bij de nachtopvang om te douchen en een hapje te eten.” Die stabiliteit is weggevallen.
De rand is onderling verbroederd
An hoopt dat er een oplossing komt. “Verbinden, vertrouwen, vriendschap bouwen, veiligheid creëren. Dan komt die verandering wel. Dan kan hij eindelijk ook z’n zoon weer ontvangen, want hij heeft een fantastische zoon van 14.” Wesley knikt. “Die ga ik natuurlijk niet naar een tentenkamp brengen. Hij weet weinig van mijn situatie. Dan verpest je z’n leven.”
De onzekerheid leverde An veel stress op, wat leidde tot een neurologische uitval. Wesley sprong meteen bij. “Deze broeder is hier 4,5 kilometer naar toe komen rennen omdat de spoedpost mij weigerde. Mijn klachten zijn mentaal door wat ze noemen ‘al mijn levende verliezen’. Ik lag verlamd op mijn bed. Acht dagen heeft hij mantelzorg verleend. Zo’n gast is het. Als je weet wat hij vroeger heeft meegemaakt, daar praat hij niet over, maar deze dude is vanaf acht maanden oud alleen maar verbrokkeld en verbrijzeld en hij staat nog steeds. Respect. De rand van de maatschappij is onderling veel meer met elkaar verbroederd.”
Het tweede deel van dit gesprek verschijnt dinsdag.
Lastig verhaal, ik begrijp Wesley dat hij met de genoemde argumenten niet terug wil naar zijn oude woonplaats. Tegelijkertijd zou je ook kunnen zeggen dat het wel degelijk een keuze is en om die reden zal hij hier in Ede dan vast wel weer geweigerd worden op allerlei plekken. Maar goed, we weten natuurlijk ook niet alle ins en outs (misschien wordt hij wel bedreigd/gedwongen bepaalde dingen te doen die hij niet wil doen..?) en het is dus moeilijk oordelen.
Er staat overigens dat hij voldoende verdient om een kamer of studio te kunnen betalen, maar aan wat voor budget moet ik dan denken? Ik zie bijvoorbeeld in Ede Centrum boven Bedding dat je rond de €1000,- kunt huren en er zijn nog kamers/studio’s beschikbaar: https://www.funda.nl/detail/huur/ede/appartement-arnhemseweg-3-r/89020200/ . Of gaat het meer over het sociale huursegment? Ik vind het overigens wel schandalig hoge huurbedragen voor de ruimte die je krijgt, dan ben je als huizenbezitter met een hypotheek een stuk gunstiger uit…
Begrijpelijke vragen. Dit is mijn perspectief:
1. De ellende met regels en bureaucratie is dat er nauwelijks naar de mens en de context wordt gekeken. Is iemand beter af in een rustige gemeente waar hij een sociaal netwerk heeft, of in een drukke stad waar hij geen sociaal netwerk heeft? Vanuit de problematiek bezien het eerste, vanuit de regels gezien wordt alleen het tweede aangeboden, en vervolgens wordt het een kastje-muur-verhaal waarmee iemand volledig vast komt te zitten.
2. Budget heb ik niet gevraagd, maar voor deze mensen moet je echt aan sociale huur denken, geen vrije sector. Een hospitakamer zou ook kunnen, als het sociaal goed gaat. De studio waar je naar verwijst zit in het vrije segment. Daar worden door de verhuurder strenge eisen aan gesteld. Vast inkomen/loonstrookje, altijd lastig als je zzp’er bent en je inkomen fluctueert. Daarbovenop moet je minimaal 4x de maandelijkse huur verdienen om in aanmerking te komen. Contracten zijn voor minimaal een jaar, ook lastig als je sociaal kwetsbaar bent.
Dank voor je antwoorden Marc. Het is een lastige situatie en ik hoop voor die mensen dat ze snel aan de beurt zijn en hun leven weer op de rit kunnen krijgen.