GroenLinks en de PvdA willen met een gezamenlijke lijst sterker staan bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2026. Maar terwijl de samenwerking bedoeld is om links-progressieve invloed uit te breiden, groeit tegelijk het aantal concurrenten. Is er in een behoudende gemeente als Ede eigenlijk wel genoeg ruimte voor al die partijen?
Volgens GroenLinks-fractievoorzitter Ellen Out is de samenwerking met de PvdA “nodig” om het beleid in Ede socialer en duurzamer te maken. In een interview met Ede Stad zegt ze te hopen dat hun gezamenlijke lijst straks “misschien wel bijna net zo groot wordt als bijvoorbeeld de SGP. Dan wordt het zijwieltje toch een groot wiel en zullen ze rekening met ons moeten houden.”
De uitspraak laat iets zien van de worsteling van GroenLinks in de coalitieperiode 2018-2022, toen het als kleinste partij deelnam in een veel behoudender coalitie. De partij leverde twee wethouders (achter elkaar), die beiden tussentijds vertrokken. Op dit moment neemt de PvdA als enige links-progressieve partij deel in het college, en ook dat gaat moeizaam. Op ‘eigen thema’s’ als participatie en cultuur lijkt de partij weinig te kunnen verzilveren.
Tegelijk is het de vraag of een grotere gezamenlijke lijst automatisch tot meer invloed leidt. Want de links-progressieve ruimte in Ede raakt niet alleen voller, maar ook gefragmenteerder. Terwijl het electoraat niet meegroeit.
Nieuwe partijen, vergelijkbare idealen
De Partij voor de Dieren maakt zich nu op voor deelname. Volgens Jantine Brandemann ter Beek is het “essentieel dat er in Ede, waar de veehouderij dominant is, eindelijk ook aandacht komt voor dierenrechten, natuur en klimaat.” In een persbericht stelt kandidaat Mariëlle van Enckevort dat ze “het geluid van de miljoenen dieren in de vee-industrie naar de raad wil brengen.”
Ook de SP wil de gemeenteraad in, iets wat in voorgaande jaren door intern geharrewar niet is gelukt. Voorman Cor Landman pleit voor een eerlijker verdeling, publieke voorzieningen en meer betaalbare woningen. “Vroeger was dat geen discussie, nu moet je alles zelf betalen,” zegt hij. “Daar moet wat aan gebeuren.”
Daarnaast zijn er de gevestigde partijen die hun positie niet zomaar opgeven. D66 profileert zich actief op progressieve thema’s als inclusiviteit, natuur en verkeersveiligheid. Mens en Milieu Ede, nieuwkomer bij de vorige verkiezingen, profileert zich zowel op ‘groen’ als transparantie van bestuur, en hoopt dat te verzilveren. DPE en Burgerbelangen (niet uitgesproken links of progressief) profileren zich op kwesties als sociale huur en betaalbaarheid.

Meer partijen dan ruimte?
De paradox is duidelijk: er lijken meer links-progressief georiënteerde partijen te zijn dan dat er stemmen te verdelen zijn. Ede is van oudsher een behoudende gemeente, waar christelijke en rechts-conservatieve partijen dominant zijn. Een brede progressieve meerderheid is er nooit geweest. Hoewel je je zou kunnen voorstellen dat nieuwe Edenaren uit de Randstad ook wat nieuw gewicht in de schaal kunnen leggen.
Hoe kansrijk is het idee van een stevig links-progressief blok? En wat betekent het dat vijf tot zes partijen deels dezelfde kiezer proberen te bereiken? Wat denk jij?
In Ede zelf zal er ruimte voor zijn, maar de andere kernen binnen de gemeente een stuk minder.
Voor een partij die een staat dreigt weg te geven is bij mensen in Ede hoop ik niet te veel ruimte.