Het College van B&W verwacht dat Ede groeit van 122.000 inwoners nu naar 150.000 in 2040. Dat is een groei van 23% in 17 jaar tijd. Dat lijkt extreem, maar is dat ook zo?
De Edese Vos zocht het uit en ging voor een historische fact-check twee eeuwen terug in de tijd. Naar het jaar 1820 om precies te zijn, toen Ede nog een schattig christelijk heidedorpje met 5.829 inwoners was. Het aantal schapen hebben we maar buiten beschouwing gelaten.
We maken meteen een klein sprongetje in de negentiende eeuw. Tussen 1850 en 1860 groeide Ede met 12 procent en tussen 1890 en 1900 met 14 procent. Als je de prognose van de gemeente voor de komende 17 jaar omzet naar een decennium, een tijdvak van 10 jaar, kom je uit op een groei van 13,5 procent. Dat is dus heel vergelijkbaar met de ‘goeie ouwe tijd’ toen Ede nog een dorp was.
In de twintigste eeuw komt de groei van Ede in een versnelling. Tussen 1900 en 1910 schiet dat omhoog naar 25 procent. Tussen 1920 en 1930 zien we opnieuw een flinke groeispurt van 38 procent. Vanaf de oorlogsjaren zit Ede op een stabiele groei van iets boven de 20 procent per decennium. In de jaren ’60 komt de stadsuitbreiding op gang en zien we een groei van 29 procent. In de jaren ’70 zakt dat terug naar 17 procent.
Hier is een kleine kanttekening op z’n plaats: groei van het aantal inwoners staat niet automatisch gelijk aan groei van het aantal woningen. Vóór de oorlog leefden grote gezinnen (vaak met grootouders erbij) op relatief kleine oppervlakten. Ná de oorlog zien we de opkomst van het kleinere ‘kerngezin’, individualisme, toename van echtscheiding en eenpersoonshuishoudens, en groeiende immigratie, wat tot een grotere woonvraag leidt en dus meer fysieke stadsuitbreiding.
Groei van Ede valt wel mee
Lang verhaal kort: de groei die de gemeente Ede tot 2040 voorziet met de Woondeal Regio Foodvalley, als het al lukt om al die huizen te bouwen, valt in het niet bij de eerdere groei van Ede in de twintigste eeuw. Het is eigenlijk qua groeitempo vergelijkbaar met de tijd dat Ede nog een dorp was. Dat zou je ‘historische ironie’ kunnen noemen.
Het is in dit verband ook aardig om even te kijken naar de groeicijfers van de ‘buitendorpen’. Die zijn tussen 1820 en 1990 allemaal vertienvoudigd, waarbij Otterlo het minst gegroeid is en Bennekom het meest. Bennekom verdrievoudigde tussen 1920 en 1960, een groei van 195 procent, van ongeveer 3.000 naar 9.000 inwoners. Lunteren en Ederveen verdubbelden in deze zelfde periode.
Fun fact: in 1960 verloor Ede plotseling meer dan 4.000 inwoners. Niet aan een eng virus, maar aan een grenscorrectie met Veenendaal.
Dan kijken we nog even naar de toekomst. Het CBS heeft een prognose gemaakt van de verwachte bevolkingsgroei voor alle gemeenten in Nederland. Ede is op de Nederlandse schaal overduidelijk een groeiregio, een verlengstuk van de Randstad. Ede ontwikkelt zich in een tempo dat vergelijkbaar is met Utrecht en Barneveld.
Het duurt dus nog wel even voordat Ede het Manhattan op de hei is.
Voor deze fact-check heeft de Edese Vos dankbaar gebruik gemaakt van het proefschrift van historica Janny Bloembergen-Lukkes uit Bennekom. De titel is ‘Paradoxale modernisering. Ede, 1945-1995: groot geworden, herkenbaar gebleven.’ Zij promoveerde hierop aan de Wageningen Universiteit. De groeitabellen zijn te vinden vanaf pagina 339.
Lijkt me te kort door de bocht. Percentueel zou het kunnen kloppen.
Maar ik ben benieuwd als we de groei in absolute aantallen vergelijken met het verleden.
Bijvoorbeeld van 40.000 naar 44.000 = 10% (= + 4.000); van 120.000 naar 132.000 is ook 10% maar dan is het wel + 12.000 mensen..
Percentages zijn in deze vergelijking passender dan absolute aantallen omdat ze de relatieve verhoudingen op dat moment uitdrukken. In die zin ‘voelt’ een groei van 20 procent hetzelfde voor een dorpsbewoner in 1820 naar rato van de omvang van het dorp op dat moment als voor een stadsbewoner in de jaren ’80 van de vorige eeuw. Het gaat dan om 2 procent per jaar, heel geleidelijk.
Over de invalshoek voor een artikel kun je twisten, maar de data zijn objectief. De percentages zijn ‘van onderaf’ berekend. Dus net als nu: je gaat uit van het aantal inwoners aan het begin van het decennium en kijkt dan hoeveel procent er in 10 jaar bijkomt, gemeten vanaf dat punt.
Het is juist passender om naar absolute aantallen te kijken en niet naar misleidende percentages. En daaruit blijkt stevige overbevolking.
Wat stel je dan voor, Vincent? Terug naar de 19e eeuw kan niet. De wereldbevolking groeit en Nederland en Ede groeien dus mee.