In de Edese raad klonk vorige week een vertrouwd refrein: “Daar gaan we weer.” Wéér een spoeddebat over nieuwe onthullingen rond het Warmtebedrijf, wéér frustratie over misleiding en juridische procedures, en wéér een college dat zegt weinig te kunnen.
Het verschil met eerdere debatten is dat de verkiezingen naderen, en inwoners zich steeds nadrukkelijker afvragen: wie behartigt onze belangen als volksvertegenwoordiger nu het beste?
Het Warmtebedrijf raakt duizenden huishoudens in Ede. Uitstoot, hoge tarieven, gebrek aan transparantie en gesjoemel met biomassa zijn geen abstracte thema’s, maar dagelijkse realiteit. Juist daarom is het cruciaal dat raadsleden scherp optreden, druk zetten op het college en met concrete voorstellen komen.
Hoe we analyseerden
De Edese Vos keek in dit spoeddebat niet alleen naar wát partijen zeiden, maar vooral naar hóe. We hanteerden vier criteria:
- Concreetheid – werden er duidelijke voorstellen of vragen ingebracht?
- Druk op het college – hoeveel werd er afgedwongen of aangescherpt?
- Handelingsperspectief – kregen inwoners zicht op mogelijke oplossingen?
- Politieke moed – durfde een fractie door te pakken, ook tegen de stroom in?
Op elk punt gaven we een score van 1 tot 5. Het maximum per partij was dus 20 punten.
De ranking

Recensie per fractie
- DPE – Görgülü (18/20)
Scherp, confronterend en strategisch. Legt niet alleen de fouten van het Warmtebedrijf bloot, maar houdt ook de raad zelf een spiegel voor: “wij hebben dit laten gebeuren”. Zet stevig in op systeemwijzigingen en laat zien wat politiek leiderschap is. - VVD – Harmsen (17/20)
Overtuigend in de technische vragen en scenario’s. Legt nadruk op leveringszekerheid en financiële risico’s, en vraagt concreet naar het plan van het college. Strategisch, maar iets minder uitgesproken op politieke moed. - MME – Wesselius (17/20)
Vasthoudend op gezondheid en continu meten. Dwingt het college om kleur te bekennen en benadrukt het belang van transparantie en handhaving. Weet het belang van inwoners goed te vertalen naar politieke druk. - SGP – Flier (14/20)
Degelijk, stelt de juiste juridische vragen en houdt het college scherp op meldingen bij de ACM. Mist soms de drive om door te pakken, maar brengt wel degelijk concrete punten in. - CDA – Houweling (14/20)
Teleurgesteld in het Warmtebedrijf en pleit voor onafhankelijk onderzoek. Zet stevig in op consequenties en alternatieven, maar houdt nog enige ruimte voor samenwerking in lopende projecten. - CU – Barendrecht (13/20)
Kritisch en meelevend, legt vaak de vinger op de zere plek, maar laat het college ook makkelijk wegkomen. Sterker dan PvdA in dit debat, maar minder vasthoudend dan de toppers. - D66 – Elfvering (13/20)
Nadruk op alternatieve warmtebronnen en de vraag wie straks eigenaar wordt van geothermie. Relevant, maar minder concreet in de aanpak. - GroenLinks – Bongers-Karmaoui (11/20)
Denkt mee over strategie en alternatieven, maar levert weinig druk. Komt eerder als meedenker dan als strijder voor inwoners over. - PvdA – MacDonald (10/20)
Mild en wat vrijblijvend. Benoemt het belang van betrouwbare partners, maar doet weinig om dat af te dwingen. Blijft in toon achter bij partijen als CU of CDA. - Burgerbelangen – Van Druiten (10/20)
Beschouwend, soms luchtig, maar mist scherpte. Zet weinig druk en komt niet tot concrete voorstellen. - GemeenteBelangen – Van Emmerik (8/20)
Vaak procedureel of terughoudend. Draagt weinig bij aan handelingsperspectief. - FvD – Glasmacher (6/20)
Kiest voor retoriek en satire, maar mist inhoudelijke scherpte. Veel theater, weinig concrete voorstellen.
Wat valt op?
- De kopgroep: DPE, VVD en MME zetten de toon. Zij kwamen met de scherpste vragen, het meeste handelingsperspectief en de grootste druk op het college.
- De middenmoot: SGP, CDA, CU, D66 en GroenLinks leverden degelijke bijdragen, maar lieten meer ruimte aan het college en misten soms de vasthoudendheid.
- De achterblijvers: PvdA, Burgerbelangen, GemeenteBelangen en Forum voor Democratie bleven steken in vrijblijvende of retorische bijdragen, zonder veel concreet effect.
Waarom dit belangrijk is
Het Warmtebedrijf is niet zomaar een dossier, maar raakt direct de portemonnee, de gezondheid en de leefomgeving van inwoners. Dat vraagt om raadsleden die niet alleen constateren, maar ook handelen. Deze analyse laat zien wie daar het voortouw in neemt – en wie achterblijft.
Journalistieke verantwoording – Deze analyse is tot stand gekomen met behulp van een algoritme dat het debat op vier inhoudelijke criteria heeft gescoord. Onze journalist heeft de volledige sessie ook gevolgd op de livestream en de resultaten gecontroleerd en waar nodig genuanceerd of iets bijgesteld. Zo combineren we objectieve analyse met journalistieke duiding.
🔎 De volledige verantwoording en dataset
👉 Met deze analyse proberen we inzichtelijk te maken hoe scherp raadsleden namens inwoners optreden. Vind je dit waardevol?
Dit artikel maakt deel uit van ons dossier ‘Democratie onder druk in Ede – over burgerinvloed, bestuurscultuur en transparantie’, onderzoek dat mede mogelijk is gemaakt door het Fonds BJP.

NASCHRIFT 10 oktober 2025: De raadsleden dienden maar liefst negen moties in over het Warmtebedrijf. We analyseerden ook hoe hierover werd gestemd en welke posities partijen innamen.






Goed verhaal. Zou goed zijn als alle raadsleden regelmatig zo worden beoordeeld.
Dat lijkt mij ook een waanzinnig en uniek landelijk experiment. Zoiets als de topscorers van een autobedrijf op de Edestad, maar dan voor raadsleden. En als toegift de hoofdklassee, het college. Maar dan uiteraard openbaar en voor ieder te lezen. Marc, als je hulp nodig hebt geef maar aan!
Ik zie net dat de mensen van IO+ zo’n analyse op innovatie hebben gedaan op basis van daadwerkelijk stemgedrag in de Kamer. Opvallend: ondernemerspartij VVD bungelt in de onderste gelederen, Volt gaat aan kop, gevolgd door GL/PvdA en CU. Groot verschil tussen imago en realiteit dus.
https://ioplus.nl/nl/posts/haagse-innovatiecheck-volt-aan-kop
Interessant, maar slechts enigszins waardevol. In een debat komt iedere partij aan het woord, maar niet iedere partij hoeft alle standpunten van voorgangers te herhalen. Daardoor wordt de uitslag van deze analyse waarschijnlijk beïnvloed door de volgorde van de sprekers. Een analyse op basis van stemgedrag op onderwerpen lijkt me interessanter en veelzeggender.
Het klopt dat dit per definitie een momentopname is, maar wel van een belangrijk debat dat veel Edenaren raakt. Om nuance en bijsturing te waarborgen is het debat volledig meegekeken en de output gecheckt. Die was behoorlijk adequaat.
Over je aannames:
– De meeste partijen herhalen juist wél hun eerdere standpunten, waardoor dit debat tamelijk voorspelbaar was.
– Juist op momenten van politiek momentum is het belangrijk om je beste kaarten te spelen. Vanuit dat perspectief is de analyse fair.
– De volgorde van sprekers heeft geen rol gespeeld. Iedere spreker krijgt conform het protocol evenveel spreek- en interruptietijd; de voorzitter ziet daarop toe.
Een analyse op basis van stemgedrag is zeker waardevol. Daar werken we achter de schermen ook aan. De uitdaging ligt daarbij vooral in de context en de nuancering: waaróm stemt een partij zoals ze stemt? Dat goed duiden is complexer dan alleen het turven van stemmen.
Lezers kunnen het debat zelf terugzien en met de dataset onderaan het artikel vergelijken. Dat maakt de analyse volledig transparant en controleerbaar. Als we ergens iets fundamenteels zouden missen, is dat meteen zichtbaar. Al houd je natuurlijk altijd nuanceverschillen.
Het lijkt dat je iets anders leest dan ik bedoelde. Er waren 12 partijen. Als de 1e partij een duidelijk voorstel/vraag/oplossing heeft en daar een bevredigend antwoord op komt, dan is het niet erg zinvol dat de volgende 11 partijen datzelfde nog eens dunnetjes over doen. Dus dan lijkt de laatst sprekende partij het minst effectief, omdat alles dan al behandeld is. Ik bedoel dus niet dat een partij de eigen standpunten herhaalt, maar de standpunten van een partij die kort daarvoor al aan het woord was. Of heb ik het nu helemaal mis en werkt het echt zo inefficiënt?
Dank voor je toelichting. Deels klopt het dat partijen vaak hun eigen standpunten herhalen. 🙂 Ook als een raadslid zegt: “Ik sluit me aan bij de vorige spreker”, nemen we dat mee in de analyse.
Mocht je het debat met de dataset erbij terugluisteren en opvallende omissies zien, laat het weten. Dit is een experiment, er kan altijd worden verbeterd.
Goede analyse, goed plan! Geeft kiezers inzicht over de inzet van raadsleden. En of hun verwachting hiervan bij de vorige rode stip is waargemaakt. De meeste mensen snappen wel dat verkiezingsbeloften weinig waargemaakt worden. Maar naast verkiezingsprogramma’s zijn online videoboodschappen en ontmoetingen met kandidaten in het winkelcentrum vaak doorslaggevend voor je keuze. Nuttig om vervolgens objectief de inzet in raadsvergaderingen te kunnen beoordelen. Doen!
Je vraagt je toch af waarom er nog steeds clowns (oa. fvd) nog in de politiek zitten. Is vrijwilligerswerk bij de CliniClowns een optie?
De recente analyse van De Edese Vos over het optreden van raadsleden in het debat rond het Warmtebedrijf presenteert zich als een objectieve beoordeling, maar is dat in werkelijkheid allerminst. Door scores toe te kennen op basis van criteria als “politieke moed” en “druk zetten op het college” ontstaat een beeld dat vooral partijen beloont die het hardst roepen of het meest confronterend optreden.
Daarmee wordt een belangrijk deel van het werk van een raadslid genegeerd. In de praktijk is gemeentepolitiek veel complexer dan het beeld dat in dit soort ranglijstjes wordt geschetst. Niet elke bijdrage is gericht op het herhalen van wat al gezegd is – vaak is het juist een teken van goed debat als een raadslid afweegt, nuanceert of aanvullende invalshoeken inbrengt. Bovendien hangt de toon en inhoud van een bijdrage sterk af van het moment waarop iemand spreekt: wie later aan de beurt is, hoeft niet nogmaals te herhalen wat eerdere sprekers al helder hebben verwoord.
Laat er geen misverstand over bestaan: het handelen van het Warmtebedrijf keur ik zeker niet goed – integendeel. Juist daarom verdient het onderwerp een serieuze en inhoudelijke politieke behandeling. Maar het reduceren van dat debat tot een scorekaart, waarin scherpte en schreeuwerigheid zwaarder wegen dan zorgvuldigheid en inhoud, doet geen recht aan de werkelijkheid en aan de verschillende rollen die raadsleden vervullen.
Politiek is meer dan wie het hardst roept. Het is ook luisteren, wegen, samenwerken en verantwoordelijkheid nemen. Die dimensies blijven in dit soort analyses helaas buiten beeld – en dat maakt de zogenaamd ‘objectieve’ beoordeling allesbehalve objectief.
Johan, je framet de analyse nu wel erg eenzijdig. Je brengt het terug tot “hard roepen” en benoemt bewust of onbewust slechts twee van de vier criteria, terwijl concreetheid en handelingsperspectief net zo goed meetellen. Bij politieke moed en druk op het college is bovendien op inhoud gescoord – dus ook aanvullende invalshoeken tellen mee.
Belangrijk is dat de scoring volledig transparant is. In de journalistieke verantwoording staat een gedetailleerde pdf en je kunt het hele debat terugzien met de beoordelingen ernaast. Wie die moeite neemt, komt waarschijnlijk tot een andere conclusie.
Je noemt de aanpak “niet objectief”. Maar plaats dat eens naast de alternatieven: de raadsverslaggeving van Gerard van Wijk in Ede Stad – vaak gekleurd vanuit collegeperspectief. Die zijn aantoonbaar subjectiever. Juist door met transparante criteria en tools te werken, maken wij de beoordeling beter onderbouwd en controleerbaar.
Zoals aangegeven is dit een experiment. Bijna 90% van onze lezers vindt het waardevol, waarvan 75% zeer waardevol. Daarom zullen we het herhalen. Jouw suggestie om ook criteria als luisteren en constructief samenwerken mee te nemen is zinvol, en dat kan in een volgend debat wellicht worden meegenomen in de weging.
De reden voor deze aanpak is simpel: inwoners voelen zich – zeker rond het WBE – onvoldoende gehoord en vertegenwoordigd. Dit instrument helpt om zichtbaar te maken hoe de belangen van inwoners in de praktijk worden behartigd.