Hoe kan Ede een effectief mobiliteitsbeleid ontwikkelen waarin autogebruik wordt ontmoedigd en onze buurten groener en fijner worden?
In het vorige artikel legde ik uit dat de gemeente Ede hiermee worstelt. Daarom reik ik 7 stappen aan naar die groenere en fijnere buurt die de gemeente Ede graag wil:
- Maak een structurele verandering
- Ga van moeten naar willen
- Er is veel potentieel voor verandering
- De huidige inspanningen zijn niet genoeg
- Gebruik een transitiestrategie
- Laat inspirerende voorbeelden zien
- Blokkeer geen nieuwe stappen
De eerste twee stappen zijn behandeld in het artikel ‘Je auto voor de deur of een meer groene en fijne buurt?’ De volgende vijf stappen komen nu aan bod.
3. Er is veel potentieel voor verandering
Er wordt vaak gesproken over het doel om minder autoritten te maken die eigenlijk niet nodig zijn. Het klinkt misschien niet zo ambitieus, maar als we naar de gegevens kijken, zien we hoeveel ruimte er is om minder autoritten te maken. De Gemeente Ede heeft zelf een berekening gemaakt met het Odin-model, waarin de verdeling van verschillende soorten vervoer voor verschillende afstanden wordt weergegeven. Het blauwe vak staat voor autoritten. In de Omgevingsvisie wordt al aangegeven dat er veel korte autoritten worden gemaakt, bijvoorbeeld naar school, werk of het sportveld.
Het overgrote deel (+/- 80%) van alle autoritten in Ede is korter dan 10 kilometer! De helft van alle ritten is zelfs korter dan 2,5 kilometer. Dit komt overeen met wat we al wisten over autoritten in het algemeen. Natuurlijk zijn sommige van die korte ritten wel noodzakelijk, bijvoorbeeld als je zware spullen moet vervoeren of als je minder goed ter been bent. Maar voor minstens de helft van alle autoritten geldt dat ze eigenlijk niet nodig zijn. Er is dus werk aan de winkel!
4. De huidige inspanningen zijn niet genoeg
In de Koersnota Mobiliteit staan veel goede ideeën en projecten, maar er worden geen echte keuzes gemaakt. Het gaat vooral om klassieke infrastructuurprojecten en campagnes om ander vervoer te stimuleren. Er wordt ook gezorgd dat het autoverkeer niet vastloopt op de hoofdwegen en dat bewoners geen parkeerproblemen hebben.
Maar deze plannen zijn niet genoeg om aan de uitdagingen te voldoen. Dit is bewezen in een groot aantal recente studies die op The Conversation zijn samengevat. Het stimuleren van alternatieven heeft slechts een klein effect (maximaal 2%). Een combinatie van stimulering en beperking van autogebruik werkt beter. Bijvoorbeeld door beprijzing of minder parkeerplaatsen. Het is belangrijk dat de opbrengsten hiervan teruggaan naar de mensen die de nadelen ervaren. Ook helpt het als deze maatregelen verbonden zijn aan een uitnodigend en positief verhaal.
Tabel: ‘Stok en wortel’ staat voor een beleidsaanpak die gericht is op straffen (in dit geval het beperken van auto’s) of belonen (het stimuleren van alternatieven), of een combinatie van beide.
5. Gebruik een transitiestrategie
De grote ambities van de Gemeente Ede betekenen dat we echt moeten leren om dingen anders te doen. Dat begint met de erkenning dat ‘business as usual’ niet kan blijven bestaan. Daarmee zijn immers de problemen waar we nu tegenaan lopen, ontstaan. Dat is best eng, want hoe kun je nou iets anders gaan doen als je nog niet precies weet hoe dat moet? Zo’n omslag begint met een nederige houding: we weten niet precies hoe het anders moet! En van daaruit kun je samen met alle partijen gaan leren. Dat betekent dat je moet leren loslaten en echt gaan samenwerken met de samenleving.
Ervaringen met grote transformaties zoals deze laten zien dat het nodig is om te experimenteren. Om met elkaar te leren moet een goed transitie-experiment radicale ideeën (business as un-usual) combineren met haalbare en veilige settings. Zo’n experiment laat zo niet alleen zien wat goed werkt en wat niet. Het is direct een manier om met elkaar het gesprek aan te gaan over welke richting we op willen. Het is daarmee een heel tastbare manier om het verhaal aan elkaar te vertellen en draagvlak voor de zoektocht te vergroten. Vergeet hierbij ook niet om heel breed de impact van ieder experiment te meten! Dus niet alleen of het autoverkeer moet omrijden, maar ook bijvoorbeeld of en hoe meer mensen gebruik gaan maken van de openbare ruimte.
Nu krijgt de ‘mobiliteitstransitie’ maar 1 korte paragraaf in een document dat volstaat met ‘business as usual’ infrastructurele maatregelen. Het is belangrijk dat we hier serieuzer mee aan de slag gaan en dat er echt financiële middelen voor komen. Laten we ook eens naar wat inspirerende voorbeelden kijken.
6. Laat inspirerende voorbeelden zien
De Koersnota noemt het schoolplein van CNS-basisschool De Ontdekking in de ENKA-wijk als voorbeeld. Hier heeft de wethouder mobiliteit toestemming gegeven voor een experiment. De school wilde afwijken van de standaard Kiss & Ride en de ruimte gebruiken voor een veilige, groene speel- en ontmoetingsruimte. Na twee jaar proberen blijkt dat het inderdaad anders kan als de school actief meewerkt aan het haal- en brengbeleid.
Het draagvlak voor deze verandering is groot als je het positieve verhaal vertelt en het werkt. Maar het is wel belangrijk om te blijven leren, want intussen hebben de gemeente en BOEi gratis parkeerplekken aangelegd rondom de school, waardoor minder autogebruik lastiger is vol te houden. Dat werkt natuurlijk averechts. Andere basisscholen in Ede zijn ook enthousiast en hopen dat de gemeente verder gaat met de strategie om minder auto’s te gebruiken bij scholen.
Bewoners van de ENKA-wijk hebben samen met AM Gebiedsontwikkeling deelauto’s en deelbakfietsen in hun wijk geplaatst. Dit staat als voorbeeld in de Koersnota. De auto’s worden veel gebruikt en er zijn veel lege parkeerplaatsen te zien. Helaas heeft de gemeente het moeilijk met het opschorten van het geldende parkeerregime en blijven de vrijgekomen parkeerplaatsen leeg in plaats van dat deze een nieuwe bestemming krijgen. Ook weten we niet precies wat het effect van het experiment is omdat er geen voor-, tijdens- en nameting is gedaan. Momenteel voert het RIVM Gezond Leven een modelstudie uit met de bewoners om het succesvolle experiment verder te brengen.
In andere steden zijn er ook inspirerende voorbeelden te vinden, zoals het goedkoop en simpel ‘knippen’ van doorgaand autoverkeer in Barcelona (Superblocks) en het faciliteren van zelfstandig fietsen naar school (Bicibus). In Londen maken ze met simpele maatregelen tijdelijke woonerven (Low Traffic Neighborhoods) met meer rust op straat en ruimte voor groen. Steeds meer steden in Nederland werken met Fietsvlonders, waarbij autoparkeerplekken tijdelijk worden omgezet in fietsparkeren. In Leeuwarden deden ze dit zelfs met een wandelend bos (Bosk) dat tijdelijk straten omtoverde in een groene oase in de stad!
We zien dat het gratis aanbieden van gratis parkeren niet langer houdbaar is. Kunnen we bij onze sportvelden niet beginnen met een andere vorm van contributie die het halen en brengen met de auto ontmoedigt? We weten dat ervaren parkeerdruk en afstand tot de geparkeerde auto een significant effect heeft. En wat als we de noodzakelijke afsluiting van de Bennekomseweg nou zouden gebruiken om te kijken hoe we blijvende verandering in de keuze voor de auto kunnen ondersteunen? Dit zijn belangrijke experimenten die zowel uitdagend als haalbaar zijn!
7. Blokkeer geen nieuwe stappen
Als je iets wilt veranderen, is het belangrijk om te kijken naar welke gewoonten en regels het moeilijk maken om dit te doen. In Ede is het bijvoorbeeld lastig om het parkeerbeleid te veranderen, omdat veel mensen het daar niet mee eens zijn. Toch is het belangrijk om te blijven streven naar een betere en duurzamere openbare ruimte, waarin groen, klimaatadaptatie en sociale cohesie net zo belangrijk zijn als verkeer en parkeren.
Helaas maakt de nieuwe Nota Parkeernormen dit erg moeilijk, omdat het ouderwets denkt en alleen maar gericht is op het voorkomen van parkeerdruk. Dit betekent dat andere doelen, zoals een groene en gezonde leefomgeving, minder aandacht krijgen. In de praktijk betekent dit dat alle ideeën voor een andere afweging in de openbare ruimte blijven stuklopen op de reacties van de afdeling verkeer.
We moeten ons daarom blijven inzetten voor verandering en het College scherp houden aan hun eigen ambities. De Koersnota moet meer veranderkracht uitstralen als we willen slagen in ons streven naar een betere en duurzamere openbare ruimte.
Resultaten Kiss & Ride onderzoek ENKA-wijk
De uitkomsten van een enquête onder ouders in de ENKA-wijk laten zien dat het mogelijk is om schoolomgevingen groener en veiliger te maken.
– 97% van de ouders en 96% van de werknemers is tevreden over het halen/brengen te voet/fiets.
– 85% van de ouders is voorstander van de keuzes in het haal/brengbeleid.
– 88% vindt de uitbreiding van het schoolplein een goed idee.
– 86% is voorstander van het uitproberen van een woonerf.
– Een grote meerderheid wenst een rustiger verkeersbeeld.
De volledige uitkomsten staan op de website Op Enka.
Wil je meedenken over de mobiliteit in Ede? Plaats een reactie onder dit artikel.
NASCHRIFT 23 februari 2024: Hoe ging het verder met dit experiment in de ENKA-wijk? Je leest het in ‘Een veilige schoolomgeving: de oplossing is er!’
De afsluiting van de Bennekomseweg is een interessante. Iedereen dacht dat het een puinhoop zou worden, maar op de eerste dag na is dit niet het geval. Nu vraag ik me af, doet de gemeente Ede ook verkeersmetingen op het fietspad op de Bennekomseweg, op de Bovenbuurtweg en op de Dreeslaan (zowel weg als fietspad)? En zo ja, wordt daarin een toename in fietsverkeer gezien sinds de afsluiting? Of zijn gewoon veel mensen gaan thuiswerken of buiten de spits met de auto gaan rijden?
Hi Jede. Interessante vraag! En in het licht van de brede opgave, zouden we dus ook willen weten hoe mens en natuur in de omgeving reageert op deze ingreep. Of het gemeten wordt, weet ik helaas niet. Misschien dat iemand van de Gemeente Ede dat kan laten weten…
Aanvullend nog, in het geval iemand van de gemeente meeleest: Juist in deze tijd van het jaar is het dan ook interessant zoiets te meten en niet pas in de zomer wanneer de drempel om de fiets te pakken sowieso al wat lager zal zijn vanwege het betere weer.