De biomassa voor de drie Edese warmtecentrales komt niet alleen van het terrein in Hall. Er zijn ook opslaglocaties in Doorwerth en in Ede zelf. De Edese Vos nam een kijkje op de Edese locaties. Want wat gaat er precies de ketels in?
Het gaat om twee terreinen van transport- en aannemingsbedrijf Van Harten aan de Neonstraat en de Heremeijersteeg. De locatie aan de Neonstraat op industrieterrein Kievitsmeent grenst aan het afvalbrengstation van de ACV. De locatie aan de Heremeijersteeg ligt direct aan de overzijde van de N224, hemelsbreed 700 meter verderop. Volgens het Better Biomass-register zijn alledrie de locaties gecertificeerd en onder controle bij het Bennekomse certificeringsbedrijf Normec QS.
Geen pottenkijkers gewenst
Als de Edese Vos eigenaar Willem van Harten belt om te vragen of hij biomassa opslaat voor het Warmtebedrijf Ede en hoe de condities van die opslag zijn, gaan de luikjes meteen dicht. Hij heeft geen enkele behoefte om met een journalist te praten.
Edese Vos: “Klopt het dat de biomassa voor het warmtebedrijf op uw terrein ligt opgeslagen?”
Van Harten: “Je bent journalist? Ik zeg niks, ga maar naar het warmtebedrijf.”
Edese Vos: “Het is toch uw terrein? Dus vraag ik het aan u.”
Van Harten: “Van mij ga je niks horen. Ik houd m’n mond.”
Edese Vos: “U realiseert zich dat ik dan andere bronnen moet aanboren? U kunt beter zelf reageren.”
Van Harten: “Dat interesseert me niks.”
Edese Vos: “Geen probleem hoor, fijne dag verder.”
Als de Edese Vos meteen na dit telefoongesprekje zelf naar de opslag rijdt om ter plaatse poolshoogte te nemen, staat een medewerker van Van Harten net bij de biomassa te wachten op een lading snippers.
Edese Vos: “Mooie houtsnippers heeft u daar. Kan ik die als particulier bij jullie kopen?”
Medewerker: “Nee, deze hele opslag is van het warmtebedrijf.”
Edese Vos: “OK, bedankt, ik weet genoeg.”
De medewerkers zijn meer behulpzaam dan hun baas en laten de Edese Vos rustig even rondsnuffelen.
Locatie 1: Heremeijersteeg
Op het terrein aan de Heremeijersteeg liggen diverse soorten biomassa opgeslagen. Van de kwalitatief goede chips (houtblokjes) tot de kwalitatief slechte shreds (snoeiafval). Maar alles ligt in de buitenlucht waar weer en wind vrij spel hebben. Een in de lengte gestorte hoop met shreds is deels ‘afgedekt’ met een strook antiworteldoek die half is weggewaaid. De regen heeft hierdoor vrij spel. De biomassa ruikt en voelt erg vochtig.
Elders op het terrein ligt een grote hoop biomassa waar broei in zit en waarvan de top zwartgeblakerd is. Hier heeft duidelijk ook een brandje gewoed. Of is de partij afkomstig uit Hall, waar – nu er een onderzoek en handhaving zijn ingesteld – in allerijl biomassa is weggereden?
Locatie 2: Neonstraat
Het terrein aan de Neonstraat heeft een grote overdekte opslag. Hier ligt van alles: plastic huisafval, zand, houtafval en biomassa.
De biomassa die binnen ligt is van goede kwaliteit en voelt droog aan.
Achter de loods is nog een flink terrein met grote hopen biomassa van uiteenlopende kwaliteit. Er ligt snoeiafval waar veel zand tussen zit. Niets is afgedekt, de partijen die hier liggen zijn ook erg vochtig.
Wat gaat de centrales in? Alles!
Wat gaat er van deze biomassa de Edese centrales in? Eigenlijk alles. Onze interne bron bij het warmtebedrijf heeft in een eerder artikel over de oorzaak van de ‘storing’ in januari al een boekje opengedaan hoe het komt dat de ketels uitvielen: door het stoken met biomassa die nat is en van slechte kwaliteit.
Deze heeft de Edese Vos dus ook op de opslagterreinen in Ede aangetroffen. Wat er droog in de loods lag opgeslagen was hooguit 10 procent van alle aangetroffen biomassa. Het meeste heeft een hoge vochtigheid. Naar schatting 20 procent van de biomassa betrof chips (goede kwaliteit) en 80 procent shreds (slechte kwaliteit).
Foto’s van de aangetroffen biomassa zijn voorgelegd aan onze interne bron. Deze liet weten dat het snoeiafval en houtval van slechte kwaliteit wordt ‘opgemengd’ met biomassa van betere kwaliteit om het toch te kunnen verbranden. Hoewel dit slecht is voor de ketels en minder warmte oplevert. “Het is een geldkwestie,” zegt hij. “Voor de chips betaal je meer dan voor de shreds.” Deze foto’s zijn genomen op de terreinen van Van Harten.
Als bewijs dat dit soort afval echt wordt opgestookt leverde onze interne bron twee foto’s aan van respectievelijk de ‘hoppers’ van de biomassacentrales aan de Geerweg en Knuttelweg. Zelfs een partij snoeiafval met een hoop zand werd de ketels ingekieperd.
NASCHRIFT 7 oktober 2024: Inmiddels is bekend dat het bedrijf een nieuwe opslag in gebruik heeft genomen in Cothen in de provincie Utrecht.
Dit zaakje stinkt letterlijk en figuurlijk! Laten we hopen dat deze bevindingen leiden tot een degelijk en onafhankelijk onderzoek naar het functioneren van het Warmtebedrijf. En naar wat er in de ketels wordt gegooid natuurlijk.
Heel herkenbaar! Doen alsof het om onschuldig natuurlijk materiaal gaat terwijl het wemelt van het afval (zie één van de foto’s bij het artikel). Vroeger werd dat – met toebetaling – op landbouwgrond (en op de Hoge Veluwe!) gestort, nu wordt het gewoon verbrand. De betrokken bedrijven zijn alle “gecertificeerd” dus de gemeente kan haar handen in onschuld wassen.
Ik lees niet in het artikel dat er ook huisvuil of andere niet natuurlijk materiaal in de ovens van het warmtebedrijf wordt gestookt, alleen dat het op hetzelfde terrein ligt opgeslagen. Wat vind de Edese Vos van bovenstaande interpretatie?
Het gaat voor zover wij weten om biomassa, niet om bouwafval of plastic. Het is wel zo dat de biomassa soms erg vervuild is met zand en takjes. Dat moet eigenlijk opgeschoond worden voordat het bij de centrales wordt aangeboden, maar gebeurt niet altijd. Zie foto’s onderin het artikel.
De fotovan de shreds is A-hout! Dat mag sowieso niet gebruikt worden voor/als biomassa!