Drie buitenslapers uit het voormalige tentenkampje langs het spoor – Wesley, An en Albert – doen hun verhaal. Over het leven op straat, de hulpverlening en Edese politici die proberen te helpen.
Na de ontruiming van 31 mei zijn 150 meter verderop twee nieuwe tentjes neergezet waar Albert ook bivakkeert. De buitenslapers noemen de plek het ‘Leger des Heilslaantje’.
Het leven was er ook vóór de ontruiming kwetsbaar en niet makkelijk. Vanuit de Enkawijk aan de overkant werd er geklaagd over rookoverlast van het kampvuur. ’s Nachts werden de tentjes soms bestookt door kwajongens op scooters die met takken gooiden. “Dan zit er een scheur in het doek en heb je geen ducttape,” zegt Wesley. “Ook zijn mijn werkschoenen gejat. Dat zijn niet de daklozen onderling hoor, maar mensen van buiten. Ik kon al mijn spullen gewoon in die tentjes laten liggen. Dat wordt beschermd, we hebben een onderlinge code van respect. Mijn telefoon, mijn laptop, alles.”
Politici en ambtenaren
Steun was er in die tijd van enkele raadsleden, onder wie Sam Elfvering, diverse betrokken inwoners, en wethouder Bram van der Beek. Over hun inzet niets dan goeds, vindt Wesley. “We worden door de politici echt wel serieus genomen, maar in de laag daaronder bij de ambtenaren wordt niks met ons overlegd.”
An vult hem aan: “Dan kun je wel bestuurders, burgers en hulpverleners hebben die geraakt zijn door de situatie, waarvan zelfs enkelen met onze spullen hielpen bij het ontruimen van het kamp, maar als alles uiteindelijk langs kanalen zoals de maatschappelijke toegang en het Leger des Heils moet, dan voelt zelfs die betrokkenheid soms zinloos. Het menselijke wordt weer weggenomen door de regelgeving.”
“Volgens de Nederlandse wet mogen er geen mensen buiten slapen,” zegt An. “Dus de gemeente Ede doet iets niet goed, al besef ik dat mijn blik hierop door mijn persoonlijke betrokkenheid gekleurd is. Er worden in het zorgsysteem uitzonderingen gevonden om mensen niet toe te laten tot de opvang. Daar kunnen logische redenen voor zijn, maar het conflicteert van binnen om steeds weer die keiharde afwijzing te zien.”
Albert kan daar over meepraten. ‘Gedragingen in het verleden in de opvang’ was de reden om hem te weigeren. “Ik ben best wel een boefje, daar niet van, maar de grove fouten zijn alweer even geleden. Ik heb het in 2017 inderdaad een keertje goed verneukt.”
Bureaucratie en eenrichtingsverkeer
Het steekt hem dat uitgerekend hij en Wesley zijn geweigerd in de villa. “Wij van het tentenkamp hebben ons hard gemaakt voor nieuwe opvang en er veel moeite in gestopt. Nu zitten er mensen die ik nog nooit gezien heb op straat, die ineens met een brief van de gemeente voor de nachtopvang worden uitgenodigd. Die komen uit andere gemeentes uit de regio waar Ede een afspraak mee heeft gemaakt. Ik zeg dan: ‘Meneer de wethouder, hoe kunt u dat doen als u niet eens voor de eigen Edenaren opvang kunt regelen?'”
“Op papier klinkt alles heel mooi, maar in de praktijk is het heel erg bureaucratisch en éénrichtingsverkeer,” vindt Albert. “Dan krijg je een alternatief aangeboden dat nergens op slaat, maar je kan het niet weigeren, want zodra je dat doet doen ze niks meer voor je.”
Hoewel de buitenslapers positief zijn over de inzet van politici, verloopt de communicatie niet altijd goed. Vanuit D66 kwam de vraag of ze een brandbrief voor de burgemeester konden opstellen, dat zou wellicht als een soort breekijzer kunnen fungeren en de vragen vanuit de fractie ondersteunen. Maar die belandde tot hun schrik ook in de media, zonder dat dit vooraf was afgestemd. “Dat was een hele persoonlijke en intieme brief over hun ellende,” zegt An. “Het ging hun niet om publiciteit, maar om woonruimte en gehoord worden.”
Gesprekken met Verhulst
Het leidde wel tot twee gesprekken met Verhulst. Het eerste vond plaats in de hal van het gemeentehuis. “Dat ging echt over ons verhaal, over wat wij nodig hadden en waar wij mee bezig waren,” zegt Wesley. Voor het tweede, een week later, was een bespreekkamer geregeld, waar Verhulst hen samen met zijn woordvoerder, de wijkagent en iemand van de nachtopvang opwachtte. Het was de buitenslapers meteen duidelijk dat dit een slechtnieuwsgesprek betekende.
Wesley had ‘geen regionale binding’ en zou daarom niet geholpen worden. Hij liep boos uit het gesprek weg. “Ik ken mezelf en mijn triggers. Als ik was gebleven was ik boos geworden op de burgemeester en had ik misschien wel een kopje naar zijn hoofd gegooid. Dus uit zelfbescherming en om de situatie te beheersen ben ik opgestapt, dan ben ik liever boos op mezelf.”
Albert kreeg voorwaarden opgelegd en moest zich eerst een maand lang wekelijks bij een ambulant begeleider van Zorg-opmaat melden. En vooral geen ‘incidenten’ veroorzaken. Een intake-afspraak die al ingepland stond bij de Maatschappelijke Opvang werd afgezegd. De begeleiding weigeren zou een afwijzing betekenen. Albert geeft toe dat hij niet alle afspraken is nagekomen. “Voor mij voelt de eis om niet te stelen als onredelijk. Als ik geen geld heb om te eten, drinken of fatsoenlijk gekleed te gaan, moet je toch wat. Ik doe mijn best, maar het leven is moeilijk en hard. Vrijdag hoor ik of ik verder geholpen word.”
Maar één opstapje nodig
Als de Edese Vos hem die dag belt hoe het is afgelopen blijkt hij toch te zijn afgewezen. “Ik heb ruzie gehad met een jongen,” zegt Albert. Hij is er daas van en moet het nog verwerken.
“Eigenlijk heb ik maar één opstapje nodig, en dat is woonruimte. Een kamertje is genoeg. Je hebt een thuisbasis nodig en moet ergens tot rust kunnen komen, je kunnen douchen, jezelf kunnen verzorgen, de normale dingen. Maar ook kunnen vallen en weer opstaan, want zo is het leven, je hebt meerdere kansen nodig.”
Lees ook het eerste deel van dit tweeluik. De Edese Vos geeft met deze artikelen een inkijkje in het leven en het perspectief van dakloze mensen. Waar mogelijk hebben wij de feiten gecheckt, maar dit was niet op elk punt mogelijk of redelijk. De gemeente wil met oog op de privacy geen informatie geven over personen en schermt de betrokken ambtenaren af.
Hulde, hulde! Maar ik zou graag van politici willen horen hoe een maatschappij als de onze moet omgaan met mensen die niet passen in onze orde. Er is nu eenmaal een groep mensen die hulpverleners als hopeloos zien. Politici zouden moeten accepteren dat die groep ‘buiten de orde mensen’ ook bij onze samenleving horen. Een gewone hulpverlener kan daar niet mee omgaan maar bij het LdH lopen een paar bijzondere medewerkers rond die het wel kunnen.
Volgens mij gaat er binnenkort letterlijk aan hun huidige onderkomen in de bosstrook gezaagd worden. Ik zie zojuist deze melding: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-444197.html?utm_campaign=20241023&utm_source=attenderingsmakelaar&utm_medium=email&utm_term=gemeente_ede&utm_content=over_uw_buurt
93 bomen staan er echt niet aan het begin van de Peletonlaan bij de nieuwbouw op het WFC terrein, dus dit moet dan wel gaan om de bosstrook tussen het spoor en het WFC terrein waar deze dakloze mensen verblijven.
Dank voor de melding. We hebben dit uitgevraagd. Reactie gemeente:
“Het gaat hier om een kapvergunningsaanvraag tussen de Veluwse Proeftuin en bouwveld O op de steilrand naar de Sysselt toe waar het gaat om dode en slechte naaldbomen die we ook moeten kappen vanwege brandgevaar. Dit gaan we weer herinrichten zoals ook gedaan is bij de steilrand van de Veluwse Proeftuin met loofbomen, zodat de groenstrook ook weer hersteld wordt. Kortom, dit gaat niet over de strook tussen WFC en Spoorzone, die blijft gewoon staan.”
Hartelijk dank voor het uitzoekwerk! Gaat dus om het stuk waar de komende jaren nieuwbouw plaats zal vinden. Wel een behoorlijk aantal bomen.