Onder de straten van de Zeeheldenbuurt ligt een tikkende milieutijdbom: staalslakken. Deze steenachtige reststof uit de staalindustrie kan ernstige milieuschade en problemen voor de gezondheid veroorzaken. De gemeente is verantwoordelijk voor de sanering, maar veel vragen zijn nog onbeantwoord.
Staalslakken ontstaan bij de productie van staal, onder andere bij Tata Steel in IJmuiden. Jaarlijks produceert het bedrijf ruim 650.000 ton van deze grijze, steenachtige brokken. Om ervan af te komen, worden ze verkocht als zogenaamd circulair bouwmateriaal, bijvoorbeeld voor de fundering van wegen, pleinen of paden. Aannemers krijgen er soms zelfs geld bij om ze toe te passen.
Waarom zijn staalslakken gevaarlijk?
Maar staalslakken zijn allesbehalve onschuldig. Als ze in contact komen met regen- of grondwater, kunnen er zware metalen uit lekken, zoals chroom, lood, vanadium en nikkel. Ook bevatten ze ongebluste kalk, een bijtende stof die in contact met water kan leiden tot een extreem hoge pH-waarde – vergelijkbaar met die van gootsteenontstopper. Volgens het RIVM kan de milieuschade tientallen jaren aanhouden. In andere gemeenten zijn door staalslakken witte, schuimende plassen ontstaan, is oppervlaktewater verzuurd en zijn planten en dieren doodgegaan.
Bij blootstelling aan staalslakken kunnen mensen huid- en luchtwegklachten krijgen, zoals irritatie, brandwonden of bloedneuzen – met name als het materiaal droog ligt en kan verwaaien. De grootste risico’s ontstaan als de slakken onbedekt blijven liggen, zoals in parken, speeltuinen of bij hevige regenval. Het RIVM en toxicologen waarschuwen dat ook bij afgedekte toepassingen op termijn uitloging kan optreden.
Wat is er in Ede gebeurd?
Tijdens de herinrichting van de Zeeheldenbuurt zijn staalslakken aangetroffen onder het asfalt. Volgens de gemeente zijn ze in het verleden gebruikt als funderingsmateriaal bij wegwerkzaamheden in opdracht van de gemeente zelf. Toen was dit in de wegenbouw een gangbare praktijk.
Door invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 geldt nu een stortverbod voor niet-reinigbare afvalstoffen, waaronder deze staalslakken vallen. Hergebruik door immobilisatie is sindsdien niet meer toegestaan. Immobilisatie betekent dat verontreinigd materiaal – zoals staalslakken – wordt vastgezet in een bindmiddel (bijvoorbeeld cement), zodat schadelijke stoffen niet kunnen uitspoelen naar het milieu. De wet staat dit echter niet langer toe voor dit soort afval: het moet volledig verwijderd worden.
Wat zegt de gemeente?
De gemeente Ede is als eigenaar van de openbare ruimte verantwoordelijk voor de sanering. Hoe omvangrijk het probleem is, wordt momenteel onderzocht. De kosten voor verwijdering en afvoer kunnen hoog oplopen. Inwoners, die al langer ontstemd zijn over het gebrek aan participatie in de wijk, maken zich zorgen dat er mogelijk onvoldoende budget is om de staalslakken te verwijderen.
De gemeente bevestigt dat de staalslakken destijds door een aannemer in opdracht van de gemeente zijn verwerkt. Om welke aannemer het gaat en wanneer dit precies gebeurde, is nog altijd niet duidelijk. Volgens Pim Steenbergen, de woordvoerder van wethouder Arnold Versteeg, is het milieuteam “druk bezig met intern onderzoek”, maar concrete antwoorden blijven uit. Omdat onze vragen er al vanaf januari liggen en er maar geen duidelijkheid komt, is de Edese Vos een Woo-procedure gestart om alle informatie over de toepassing van staalslakken in Ede boven water te krijgen.
Wat is nog onduidelijk?
De redactie van de Edese Vos heeft de volgende vragen aan de gemeente gesteld:
- Welke aannemer heeft de staalslakken destijds toegepast?
- Wanneer vond deze toepassing precies plaats?
- Op welke locaties in de Zeeheldenbuurt liggen de staalslakken precies?
- Wanneer kunnen inwoners de resultaten van het gemeentelijk onderzoek verwachten?
- Wist de gemeente dat er staalslakken werden gebruikt?
- Was de gemeente op de hoogte van de milieueisen bij toepassing van staalslakken, zoals het voorkomen van contact met water?
- Hoeveel gaat de sanering kosten, en is daar voldoende budget voor gereserveerd?
- Wat doet de gemeente om zorgen van bewoners hierover serieus te nemen?
Of er ooit duidelijke antwoorden gaan komen is nog maar de vraag. In antwoord op raadsvragen van Jan Willem Middelesch van de ChristenUnie neemt wethouder Arnold Versteeg de zorgen niet weg. Sterker nog: de aanpak van de gemeente is afwachtend en onbetrokken.
Lakse houding wethouder Versteeg
De gemeente neemt namelijk geen regie. Er is geen volledig overzicht van locaties in Ede waar staalslakken zijn toegepast – simpelweg omdat er nooit een meldingsplicht is geweest. Toch kiest Ede ervoor om voorlopig géén eigen inventarisatie te starten, maar te wachten op een provinciaal onderzoek dat pas later dit jaar wordt opgestart.
Ook financieel wordt er geen enkele reservering getroffen voor mogelijke saneringskosten op andere plekken in de stad. Bewoners worden volgens het college alleen geïnformeerd als er sprake is van directe werkzaamheden – niet over gezondheidsrisico’s of beleidskeuzes. En hoewel de gemeente erkent dat de staalslakken destijds in opdracht van de gemeente zelf zijn verwerkt, zegt zij niets te kunnen vertellen over wie dat deed, wanneer dat was, of waarom die keuze destijds gemaakt is.
Daar komt bij dat Ede zich verschuilt achter toekomstige landelijke regels, in plaats van nu al strengere eisen te stellen. De gemeente belooft weliswaar om zelf geen nieuwe staalslakken meer te gebruiken, maar legt het gebruik door aannemers niet aan banden. Daarmee blijft de deur openstaan voor herhaling van dit soort risico’s.
De ChristenUnie stelde dat het gebruik van staalslakken onverenigbaar is met goed rentmeesterschap. De vraag is of het college dat rentmeesterschap zelf wel serieus neemt.
2,6 miljoen voor de Zeeheldenbuurt – en dan?
In de Perspectiefnota 2026-2029 is inmiddels een krediet van ruim 2,6 miljoen euro opgenomen voor de sanering van de Zeeheldenbuurt. De hoge stortkosten en het gebrek aan geschikte locaties maken de operatie kostbaar en complex. Toch blijft de gemeente daarbij stil over mogelijke risico’s op andere plekken in Ede. Er is geen reservering voor andere saneringen, geen overzicht van risicolocaties, en geen plan om bewoners proactief te informeren. Ede volgt “de landelijke ontwikkelingen”, maar neemt zelf nauwelijks initiatief.
Het roept de vraag op: heeft de gemeente werkelijk grip op deze milieuproblematiek, of wordt pas ingegrepen als het te laat is?
Heb jij iets gezien of weet je meer?
De Edese Vos onderzoekt de toepassing van staalslakken in Ede. Heb jij informatie over andere locaties waar ze mogelijk zijn toegepast? Laat het ons weten.