Cameraman botst met justitie over vervolging Edese cafébaas

Wat begon als een incident in de nasleep van de gijzeling in café Petticoat, dreigt nu uit te lopen op een langslepende juridische strijd. De cameraman van de NOS eist dat de cafébaas die hem aanreed wordt vervolgd voor poging tot zware mishandeling. Het OM weigert en houdt het op vernieling en bedreiging. Vorige week werd de zaak aangehouden – en ligt voorlopig stil.

De rechtszaak tegen de eigenaar van Café Premier draaide vorige week niet om de vraag of hij op een journalist is ingereden – maar vooral om hoe justitie dat beoordeelt. Waar de journalist en zijn advocaat spreken van een bewuste aanval, kiest het Openbaar Ministerie ervoor de verdachte alleen te vervolgen voor vernieling en bedreiging. En dat stuit op fel verzet.

De cameraman van de NOS, die bij het incident gewond raakte, heeft via zijn advocaat een zogenoemde artikel 12-procedure in gang gezet. Doel: het OM dwingen alsnog te vervolgen voor poging tot zware mishandeling. Totdat het gerechtshof zich daarover heeft gebogen, ligt de strafzaak stil.

OM: geen bewijs voor opzet

Volgens het Openbaar Ministerie is de zaak uitgebreid onderzocht. Omdat de cameraman volgens eigen verklaring “voor de camera/bolderkar is gesprongen”, zou niet vastgesteld kunnen worden dat de verdachte de bedoeling had hem te raken – of dat hij bewust het risico heeft genomen. Zonder bewijs voor opzet is mishandeling juridisch niet houdbaar, aldus het OM.

De advocaat van de verdachte, die eerder ook Corné H. bijstond in de gijzelingszaak, spreekt van “gijzeling van het strafproces”. Ze zegt dat het verzoek tot zwaardere vervolging pas op de ochtend van de zitting werd aangekondigd. Daardoor kon de politierechter zich vorige week niet inhoudelijk over de zaak buigen.

Edese Vos bracht zaak aan het licht

Het incident vond plaats op zaterdagmiddag 30 maart 2024, enkele uren nadat de gijzeling in café Petticoat was beëindigd. Terwijl NOS-journalisten op het Museumplein nog bezig waren met verslaggeving, reed de eigenaar van een nabijgelegen café eerst tegen hun bolderkar met apparatuur aan en vervolgens tegen het been van een van hen. De Edese Vos bracht het incident als eerste naar buiten na een tip van een ooggetuige met videobeelden.

In de weken daarna reconstrueerde de Edese Vos hoe de zaak onder de radar bleef, ondanks dat de politie meteen ter plaatse was. Meerdere getuigen verklaarden onafhankelijk van elkaar dat de cafébaas met opzet handelde. Op videobeelden is te zien hoe wethouder Peter de Pater direct na de aanrijding in gesprek gaat met de betrokken agenten. De journalist liep letsel op, de NOS deed aangifte.

Politiek gevoelige zaak

Uit onze reconstructie bleek verder dat burgemeester René Verhulst en wethouder De Pater eerder die middag aanwezig waren bij een besloten bijeenkomst in Café Premier, met horecaondernemers van het Museumplein. Daarbij werd afgesproken dat de woordvoering rond de gijzeling bij de gemeente en politie zou liggen, en dat horecaondernemers zich niet publiekelijk zouden uitlaten.

Een paar dagen later sprak Verhulst in zijn column in Ede Stad opvallend denigrerend over de journalisten op het plein. Hij verweet hen te ginnegappen, maar noemde met geen woord het incident met de aanrijding. Daarmee bekritiseerde hij de journalist – en vergoelijkte impliciet het gedrag van de cafébaas.

Geen blaastest, geen direct optreden

Opmerkelijk is ook het optreden van de politie. Die was direct na de aanrijding ter plaatse, maar nam geen blaastest af bij de cafébaas, ondanks aanwijzingen van mogelijk alcoholgebruik. In eerste instantie verklaarde de politie dat zij pas arriveerde toen de bestuurder al vertrokken was, maar dat bleek onjuist: videobeelden en verklaringen van getuigen laten zien dat agenten al vanaf de eerste minuut aanwezig waren.

Pas later erkende de politie dat de blaastest “met de kennis van nu” alsnog had moeten plaatsvinden.

Hof moet zich buigen over vervolging

De rechtszaak is voorlopig van de baan, zolang het hof zich nog niet heeft uitgesproken over de vervolgingskwestie. Daarmee komt er voorlopig geen helderheid – niet voor het slachtoffer, niet voor de verdachte.

De vraag is nu of het gerechtshof meegaat in de eis van het slachtoffer. Pas daarna kan de rechtszaak worden voortgezet.