D66 boekte landelijk de grootste verkiezingsoverwinning in haar geschiedenis. Wat betekent dat voor Ede? De Edese Vos sprak met raadslid Freek Jan Koekoek, al acht jaar actief in de lokale politiek. Over de energie van een electorale overwinning, de bouwopgave die op Ede afkomt, en de zoektocht van D66 naar tempo mét draagvlak.
Gefeliciteerd met de uitslag. Had je dit verwacht?
Dank je! Nee, het voelt nog steeds een beetje onwerkelijk. Maar wel verdiend. Rob Jetten heeft de partij weer breed neergezet, met aandacht voor Nederlanderschap en verbinding – zonder dat over te laten aan de flanken. Dat is opgepakt. Het voelt een beetje als bij voetbal: als Ajax wint, zeggen de supporters ook “we hebben gewonnen”.
Met dit verschil dat we als afdeling natuurlijk ook zelf heel hard hebben meegewerkt. Bij een verkiezing gaan de groenwitte jasjes weer aan: flyeren, canvassen en op sociale media. We draaien zo’n campagne echt met de hele partij. In Ede hebben we twee raadsleden die ook landelijk keihard campagne hebben gevoerd: Sam Elfvering, onze fractievoorzitter, en Stephan Neijenhuis, die ik ook van harte wil feliciteren met zijn verkiezing tot Kamerlid! En onze campagnecoördinator, Ralph van het Hart, heeft het lokale team fantastisch georganiseerd.
Gaat die landelijke winst ook doorwerken in Ede?
Lokaal en landelijk zijn communicerende vaten. Als het landelijk goed gaat, profiteer je lokaal. We zijn optimistisch dat we in maart bij de gemeenteraadsverkiezingen een sterk resultaat kunnen neerzetten. En eerlijk gezegd: we hebben ook echt wat te vertellen. De thema’s die landelijk spelen – wonen, energie, de rechtsstaat – spelen hier in Ede net zo hard.
Doesburgerbroek en de Edese bouwopgave
Laten we daar beginnen. Doesburgerbroek wordt de grootste nieuwe wijk van Ede. Wat is jullie visie daarop?
We willen af van het voorschrift dat minimaal de helft van de woningen grondgebonden moet zijn. Dat was een amendement van de SGP. Goed bedoeld, maar te star. Je moet bouwen wat mensen willen én kunnen betalen. Soms betekent dat appartementen, soms grondgebonden woningen. Maar leg het niet vooraf vast. Dan maak je de bouwopgave onnodig moeilijk en duur.
Waar wringt dat concreet?
Omdat je anders de aantallen niet haalt, en de kosten te hoog worden. Als je meer woningen bouwt, kun je de investeringen beter terugverdienen. Natuurlijk houden we wel vast aan de uitgangspunten om 30% sociale huur te realiseren en 60% betaalbaar. Op die manier bouwen we ook voor starters en mensen met een kleine beurs. We moeten flexibel blijven en vanuit de reële vraag redeneren, niet vanuit wat er op papier mooi klinkt.
De Edese aanpak is dus ondanks de ambitie nog te voorzichtig?
We zijn blij dat er beweging is, maar de gemeente blijft wat krampachtig. Er is angst voor verandering, terwijl de woningnood om lef vraagt. Dat geldt ook voor andere oplossingen: woningen splitsen, (bij)optoppen, woningdelen. De versoepelingen die er nu zijn, zijn een goed begin, maar het gaat ons niet ver genoeg. Je merkt in de ambtelijke organisatie nog te veel terughoudendheid – van: “wacht even, wat ontketenen we als we dit toestaan?” Maar als je nooit iets loslaat, los je het probleem niet op.
De haalbaarheid van de woondeal Foodvalley
De regio Foodvalley heeft zich aangemeld als woondeal-gebied en is nu zelfs een doorbraaklocatie. Veel mensen denken: mooi op papier, maar niet haalbaar – stikstof, netcongestie, gebrek aan ruimte. Hoe realistisch is dat?
Het is niet makkelijk, maar het kán. We moeten wel keuzes durven maken. Dat betekent soms hoger bouwen. En slimmer met energie omgaan: meer lokale opwek en opslag, bijvoorbeeld in batterijen. Dan ben je minder afhankelijk van het overvolle net. In de regio Foodvalley ligt nu ook een visie om meer richting decentrale opwek te gaan. Dat is precies wat wij bedoelen: gebruik de ruimte die er al is, maar dan slim.
Kijk, we hoeven niet nóg een wijk te bouwen zoals in de jaren negentig, met overal parkeerplaatsen en vrijstaande woningen. Het kan compacter en groener. Minder blik, meer bomen. En dat kan ook aantrekkelijk zijn om in te wonen – als je het goed ontwerpt.
En stikstof?
Daar ontkom je niet aan. Elk kabinet, ook het nieuwe, zal daar iets mee moeten. Maar dat betekent niet dat we moeten stoppen met bouwen. Het betekent: slimmer plannen en duidelijke keuzes maken. De landbouw kan daarin ook veranderen zonder dat ze verdwijnt.
De draai in het landbouwverhaal
Een paar jaar geleden pleitte D66 nog voor halvering van de veestapel, ten behoeve van het klimaat maar ook als manier om ruimte te maken voor woningbouw. Tegenwoordig gaat het juist meer over inbreiden. Dat klinkt als een koerswijziging.
Dat klopt deels. De uitspraak van Tjeerd de Groot over halvering was destijds ongelukkig. Het ging toen over het terugdringen van ammoniak en stikstof, niet over het halveren van boeren. Dat is nooit de bedoeling geweest. Wat we nu zeggen is: om de woningbouwopgave te halen heb je maar een heel klein deel van de landbouwgrond nodig – misschien één procent van Nederland. Dat is echt te overzien.
We hebben in Nederland ongeveer 54% landbouwgrond. Als je daarvan één procent benut voor woningbouw, houd je nog 53% over. Dat is niet het einde van de landbouw. En Ede is een grote landbouwgemeente, met zo’n zevenhonderd boeren die goed werk doen. Die wil je niet tegen je in het harnas jagen. We moeten ruimte scheppen, maar ook perspectief bieden.
Je bent zelf landbouwkundig ingenieur. Zie je dat perspectief in Ede?
Ja, maar het vraagt wel wat. We hebben in Ede een wethouder, Jan-Pieter van der Schans, die daar zijn stinkende best voor doet. Hij probeert enerzijds ruimte te scheppen voor de ontwikkeling van de landbouw, en tegelijk binnen de milieugrenzen te blijven. Dat is balanceren. Maar je kunt niet doen alsof het stikstofprobleem niet bestaat. Maatregelen zijn nodig. Tegelijk moeten we boeren helpen om die omslag te maken. En dat betekent ook: eerlijkere prijzen voor hun producten, en meer verantwoordelijkheid bij supermarkten en voedingsconcerns.
Het gaat dus niet om anti-boer zijn, maar om duurzame landbouw die toekomst heeft. Daarin heeft D66 een andere toon gekozen. In Rutte 4 heeft D66 ook al z’n best gedaan voor een ander perspectief op landbouw door bijvoorbeeld het landbouwakkoord te steunen.
Migratie en samenleven
De woningnood wordt vaak gekoppeld aan migratie. Hoe kijk jij daartegenaan?
Migratie is een belangrijk thema, maar het wordt vaak als zondebok gebruikt. Op het moment dat het verhaal wordt: “we zijn gewoon tegen buitenlanders”, dan wordt het dubieus. Dan gaat het over wij tegen zij. En dat past niet bij D66.
Kijk om je heen op de markt in Ede – zie hoe divers de stad is. Wie is dan ‘wij’ en wie is ‘zij’? Die krampachtige poging om ‘echte Nederlanders’ of ‘echte Edenaren’ tegenover anderen te zetten, daar doen wij niet aan mee. We zijn een open samenleving. Als je meedoet en je houdt je aan de regels, dan hoor je erbij.
Dat betekent overigens niet dat je geen regels mag stellen. We hebben ook gestemd voor 50% voorrang voor dorpsbewoners in de dorpen. Dat is prima, zolang de andere helft open blijft. Anders zet je de regio op slot.
Landelijk vs. lokaal: doen én luisteren
Wat zegt deze verkiezing over D66 zelf?
Dat we geleerd hebben. We willen nog steeds tempo maken, maar we weten nu beter dat je mensen moet meenemen. We hebben geleerd van de onrust rond de BBB, van Groningen, van de kritiek dat we te veel drammers zouden zijn. Dat is het nieuwe D66: doen, maar luisteren. Niet harder lopen dan mensen kunnen bijbenen.
En eerlijk gezegd voel ik dat ook in Ede. Mensen willen verandering, maar wel met uitleg. Ze willen niet overvallen worden. Daar ligt voor ons een verantwoordelijkheid: om het verhaal goed uit te leggen en te laten zien dat beleid iets oplevert.
Zie je jezelf in die nieuwe fase ook als wethouder terug?
Die ambitie heb ik niet. Het lijkt me een prachtige, maar ook een zware functie. Ik heb veel waardering voor mensen die dat doen. Ik weet zeker dat ik mijn maatschappelijke betrokkenheid op een andere manier zal gaan vormgeven.
Samenvattend: wat D66 wil bereiken in Ede
- Doesburgerbroek: af van het SGP-amendement dat 50% grondgebonden voorschrijft; bouwen naar behoefte en betaalbaarheid.
 - Ede-Stad: vooral appartementen, maar Doesburgerbroek als gemengde wijk met ruimte voor grondgebonden woningen waar dat past.
 - Bestaande voorraad: meer doen met splitsen, (bij)optoppen en woningdelen – minder regels, meer tempo.
 - Energie: decentrale opwek en opslag om netcongestie te omzeilen.
 - Landbouw: duurzame koers met perspectief voor boeren; slechts een klein deel van de landbouwgrond nodig voor woningbouw.
 - Migratie en samenleving: open stad, zonder wij-zij-denken; kansen voor dorpsbewoners zonder de regio op slot te zetten.
 - Partijkoers: tempo én luisteren – “het nieuwe D66”.
 
Koekoek besluit:
“Laten we gewoon dingen gaan doen met elkaar. Het kan wél – maar we moeten mensen meenemen. Dat is misschien wel de belangrijkste les van deze verkiezing.”


        				


		                
		                
		                
		                
		                