Ambtenaren hebben niet automatisch recht op bescherming van hun naam in publicaties, ook niet als deze publicaties kritisch zijn. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam bepaald. De uitspraak geeft ook helderheid over een netelige kwestie in Ede.
In een zaak tussen ondernemer Wim Beelen en de gemeente Amsterdam oordeelde de rechter dat het noemen van ambtenaren bij naam in bepaalde gevallen is toegestaan.
Beelen bekritiseerde de gemeente Amsterdam over het gebruik van het voormalige ADM-terrein. In een online serie beschuldigde hij twee ambtenaren en een huisadvocaat van manipulatie en publiceerde hun namen. De gemeente eiste dat hij hun namen zou verwijderen, maar de rechter wees deze eis af. Volgens de rechter draagt de publicatie bij aan een publiek debat en is het noemen van de namen in dit geval niet onrechtmatig.
Gemeente Ede vs Edese Vos
Deze uitspraak is ook van belang voor de controverse die vorig jaar ontstond tussen de gemeente Ede en de Edese Vos. Toen de Edese Vos voornamen van ambtenaren noemde in een artikel, ondernam de gemeente juridische stappen tegen het journalistieke platform. Advocatenkantoor Dirkzwager eiste namens de gemeente dat de namen van de medewerkers zouden worden verwijderd. De NVJ en PersVeilig namen het voor de Edese Vos op. De publicatie was zorgvuldig afgewogen en droeg bij aan transparantie in een kwestie van algemeen belang: een slepend afvalprobleem in de wijk Rietkampen.
Redenering van de rechter
De rechter benadrukt nu dat ambtenaren in zichtbare of beleidsmatige rollen minder bescherming genieten tegen naamsvermelding, zeker als zij zelf actief deelnemen aan het publieke debat. De rechter stelt dat het noemen van namen afhankelijk is van de context:
- Publieke rol van ambtenaren: De betrokken ambtenaren in Amsterdam hadden bewust zichtbare rollen aangenomen door interviews te geven en aanwezig te zijn op openbare bijeenkomsten. Ook de huisadvocaat fungeerde als publiek figuur. Dit maakt dat zij minder aanspraak kunnen maken op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer.
- Maatschappelijk belang: De publicaties van Beelen dienden volgens de rechter een publiek debat van algemeen belang, waarmee het noemen van namen proportioneel en gerechtvaardigd was.
- Geen onnodige schade: Hoewel de publicaties kritisch waren – de ambtenaren werden onder meer ‘leugenachtig’ genoemd – achtte de rechter dit een waardeoordeel binnen de grenzen van kritiek op overheidsfunctionarissen. De kritiek richtte zich uitsluitend op hun professionele functioneren en was niet buitensporig.
- Persoonlijke levenssfeer: Ambtenaren hebben recht op privacy, maar dit recht is niet absoluut. Het beroepsmatig functioneren van ambtenaren valt niet standaard onder de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Wat betekent de uitspraak?
De uitspraak in de zaak Beelen bevestigt dat de journalistieke lijn van de Edese Vos verdedigbaar is en de advocaat van Dirkzwager feitelijk geen zaak had. De uitspraak biedt nuttige inzichten voor zowel journalisten als overheden:
Voor journalisten:
- Het benoemen van ambtenaren is toegestaan als dit maatschappelijk relevant is en zorgvuldig wordt afgewogen.
- Kritische, maar niet onnodig smadelijke uitingen over ambtenaren zijn binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.
Voor overheden:
- Het direct inzetten van juridische middelen, zoals advocatenbrieven, wordt door rechters kritisch beoordeeld. Dialoog en wederhoor bieden vaak effectievere en minder kostbare oplossingen.
- Ambtenaren in zichtbare rollen moeten zich bewust zijn van hun beperkte bescherming tegen kritiek en publiciteit. Ze dienen uit hoofde van hun functie tegen een stootje te kunnen.
Naar aanleiding van onze publicatie over het Theehuis Hoekelum verzocht de woordvoerder van burgemeester Verhulst om de naam van de Woo-jurist in de bijgevoegde brief zwart te lakken. De Edese Vos is de gemeente hierin tegemoet gekomen, hoewel het juridisch niet had gehoeven. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft al meermaals geoordeeld dat het beroepsmatig functioneren van ambtenaren niet valt onder de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Deze uitspraken onderstrepen impliciet dat overheden transparanter moeten omgaan met kritiek.