Edese Vos

De Edese Vos en de Code voor de Journalistiek

code voor de journalistiek austin distel
De Code voor de Journalistiek is een kwaliteitsrichtijn voor journalisten. Foto: Austin Distel.

De blafbrief die de Edese Vos namens de gemeente Ede van kantoor Dirkzwager ontving is een goede aanleiding om ons redactiebeleid transparant toe te lichten, en de gemeente Ede aan te sporen zich te bezinnen op haar buitenproportionele handelwijze.

Dirkzwager spreekt de Edese Vos aan op de Code voor de Journalistiek, die de richtlijn vormt voor ons redactiebeleid.

Prima natuurlijk, daar zijn we altijd op aanspreekbaar, zonder dreigementen. Maar het is wel goed om te benadrukken dat deze code een leidraad is vanuit de journalistiek zelf over hoe kwalitatief goede en integere journalistiek bedreven dient te worden. Oftewel: de hoge lat die we voor onszelf leggen. Het is geen wetgeving en heeft geen juridische status. Hooguit kun je stellen dat de jurisprudentie (uitspraken van een rechter) laat zien dat een journalistiek medium dat op basis van de code een gewetensvolle afweging maakt zelden wordt vervolgd of veroordeeld. De vrijheden van pers en meningsuiting zijn grondwettelijk goed verankerd.

Dirkzwager stelt dat de Edese Vos zich niet aan haar eigen journalistieke standaarden houdt. Dit is pertinent onjuist. In dit artikel weerleggen we elk van de genoemde punten.

Er zou geen ‘noodzaak’ zijn om namen van medewerkers te noemen.

Deze journalistieke afweging is aan onze redactie en is in ons voorgaande artikel ook verantwoord. We maken deze afweging gewetensvol, waarbij we ook rekening houden met de gewenste privacy van mensen.

Overigens was onze eigen advocaat van mening dat de gemeente hier geen zaak heeft. Juridisch is het grijs gebied en het betreft een tamelijk triviaal punt waarover je met elkaar beter ‘een kop koffie kunt drinken’. Als je hiermee beslag legt op de kostbare tijd van een rechter, kon je wel eens in het zand happen. De gemeente kan zich beter bezinnen op de vraag of hier wel ‘noodzaak’ was om Dirkzwager in te schakelen.

De Edese Vos had na eigen reflectie (voordat de blafbrief arriveerde) al besloten om geen namen van uitvoerende ambtenaren op te voeren in onze berichten, tenzij hiermee een maatschappelijk belang wordt gediend. Daarmee is het afwegingskader helder.

Er zou door de Edese Vos geen ‘wederhoor’ zijn toegepast.

Nu krijgen we dit verwijt wel vaker, meestal van mensen die niet blij zijn met een publicatie of zelf niet willen meewerken aan wederhoor. Omdat er veel onbegrip is over wat wederhoor is en wanneer je het toepast een korte uitleg. In de journalistiek is het gebruikelijk en fatsoenlijk (maar niet wettelijk verplicht) om een partij die ergens van wordt beschuldigd in de gelegenheid te stellen zich te verweren. Dat doen we altijd. Maar in hóe we dat doen wegen we de ernst van de beschuldiging ook mee, en of de beschuldiging een persoon betreft of een niet goed functionerende organisatie.

Is het signaleren van een maatschappelijk probleem (in dit geval afval) door een Edese inwoner een beschuldiging aan het adres van de gemeente? Daar kun je over twisten. Toch past de Edese Vos ook hier uit zorgvuldigheid wederhoor toe. Gerezen vragen worden altijd aan de gemeente voorgelegd, die ruim de gelegenheid krijgt (en meestal ook neemt) om te reageren, en dat is hier ook gebeurd.

Zo’n reactie hoeft niet altijd in hetzelfde artikel te worden opgenomen als waarin het probleem wordt gesignaleerd, dat kan ook prima in een vervolgartikel. Dat is een journalistieke afweging, bijvoorbeeld om artikelen leesbaar te houden (lengte) of scherp op de bal te kunnen spelen. Wij vinden het redelijk dat bewoonster Janda de ruimte kreeg voor haar eigen verhaal. Zeker omdat de problemen al heel lang spelen. De gemeente komt niets tekort, want op de Edese Vos worden reacties van bestuurders en woordvoerders meestal integraal geplaatst, dus inhoudelijk volledig en letterlijk geciteerd, zodat voor lezers transparant is wat er is gezegd.

De Edese Vos zou de beweringen in het artikel niet zelf kritisch hebben getoetst en bewoonster Janda ongebreideld een podium hebben geboden.

De Edese Vos biedt zeker een podium aan inwoners, omdat hun stem te weinig wordt gehoord, en er in verhouding tot de gemeente per definitie sprake is van machtsongelijkheid. Maar dat we verhalen niet kritisch zouden toetsen is onzin. Sterker nog: omdat bij nimby-kwesties ook altijd persoonlijke belangen meespelen, gebeurt dat standaard.

Een journalist van de Edese Vos is op de vooravond van de afvalophaaldag zelf ter plaatse poolshoogte komen nemen. In gesprek met de bewoonster is kritisch doorgevraagd op de kwesties die spelen. Ook heeft de Edese Vos de correspondentie, die een heel jaar beslaat, van bewoonster met medewerkers van de gemeente ontvangen. We hebben dus volledige inzage in het dossier, op basis waarvan we kunnen vaststellen dat het verhaal feitelijk klopt.

De Edese Vos zou zich verschuilen achter een pseudoniem.

Een bijzondere bewering, aangezien onze redactie transparant op de website staat vermeld. Onder het menukopje ‘Wie is de Edese Vos?’ vind je de mensen die de redactie vormen, er staat zelfs een gezellige redactiefoto bij.

Auteurs publiceren artikelen die creatief werk betreffen en aanspreekbaarheid vereisen (onderzoeksjournalistiek, interviews, opinies) onder eigennaam. Meer algemene berichtgeving (bijv. samenvattingen van kwesties die spelen) en redactionele bijdragen (als in: namens de redactie) worden onder het redactieprofiel ‘Edese Vos’ geplaatst. Vergelijkbaar met artikelen in de krant waar ‘van onze redactie’ boven staat. Dat we hiervoor de persona van een vos gebruiken die af en toe een kippetje verschalkt zegt meer iets over ons gevoel voor humor dan over aanspreekbaarheid. We wensen de gemeente en Dirkzwager ook iets meer humor toe.

Deze redactionele verantwoording, gepubliceerd onder het account ‘Edese Vos’, is een artikel namens de (hele) redactie.

Het artikel van de Edese Vos zou onrechtmatig zijn.

Flauwekul. Dit soort beweringen worden er bij blafbrieven altijd ingeslingerd om indruk te maken. Dat geldt ook voor de dreigementen over ‘schade’ en ‘aansprakelijkheid’. We zijn daar niet van onder de indruk.

De Edese Vos zou eerder een verzoek van de gemeente om de naam van een medewerker te verwijderen hebben ontvangen en daar geen gehoor aan hebben gegeven.

Dat gaat over dit artikel over het bomenbeleid waarin een ambtenaar van de gemeente is geciteerd. Ook hierover hadden we contact met Pim Steenbergen, de woordvoerder van wethouder Arnold Versteeg. De Edese Vos had verzocht om een gesprek met de bomenspecialist van de gemeente om uit te leggen hoe de gemeente precies bijhoudt waar bomen worden gekapt en herplant. Toen het conceptartikel voor een gangbare check op feiten en citaten aan Steenbergen werd voorgelegd, had hij het aangepast en mailde terug:

“Gebruik in Ede is dat woordvoerder met naam en toenaam genoemd wordt en overige collega’s bij hun functie, dus vandaar die aanpassing.”

Onze redactiecoördinator, die het gesprek zelf had gevoerd, antwoordde:

“Edese gebruiken zijn voor mij als journalist niet leidend, hoor. Ik maak daarin een eigen afweging. Normaal gesproken ben ik flex met aanpassingen in artikelen, maar ik vind het wel raar om iemand die ik heb gesproken, die zich met naam en toenaam heeft voorgesteld, en in het artikel ook wordt geciteerd, dan abstract of anoniem op te voeren. Ik zie ook de eventuele gevoeligheid niet zo, want deze ambtenaar is een professional die vanuit haar vak uitlegt hoe het beleid werkt. Het is ook een constructief verhaal.”

Steenbergen mailde terug:

“Dank voor je bericht, helder en dan is het jouw keuze. De opmerking was mede ook op verzoek van de collega. Zal dit in het vervolg vooraf aangeven.”

De redactiecoördinator antwoordde:

“Vooraf of tijdens het gesprek had allebei gekund. Dan kan ik daar ook rekening mee houden in hoe ik het stuk schrijf. Achteraf is eigenlijk te laat.

Realiseer je wel dat het journalistieke uitgangspunt is dat bronnen met naam en toenaam worden opgevoerd, tenzij er een zwaarwegend belang is (bijv. de privacy van mensen, eventuele gevolgen in de persoonlijke sfeer van een publicatie) om dat niet te doen. Transparantie is dus leidend, tenzij er goede argumenten zijn om daar vanaf te wijken. ‘Zo doen we dat nu eenmaal in Ede’ zie ik niet als een erg overtuigend argument. Dan zou ik vragen: ‘Wat zit daar achter, wat is de ratio?’

Als dit voor de ambtenaar in kwestie een afweging is om dan wel of niet mee te werken, kan dat gewoon bespreekbaar worden gemaakt. Dan had ik waarschijnlijk gezegd: ‘Prima, dan laat ik je naam uit het stuk’, want het is geen halszaak, het gaat om de inhoud.”

Hier is door Steenbergen niet meer op gereageerd. Er heeft een keurige en transparante uitwisseling van argumenten plaatsgevonden. Het is heel raar dat dit dan vier maanden later door een advocaat van de gemeente als munitie, op agressieve wijze, alsnog in stelling wordt gebracht.

Samenvattend: ook op basis van de Code voor de Journalistiek heeft Dirkzwager / de gemeente Ede geen zaak.

De Edese Vos ligt wel vaker onder vuur omdat we onze nek uitsteken voor inwoners van Ede en een meer transparante overheid. Vind je ons onderzoeksjournalistieke werk belangrijk? Steun de Edese Vos dan met een maandelijkse of jaarlijkse bijdrage.

Edese Vos

Scherpe oren, scherpe ogen, scherpe neus en scherpe tanden, maar wel goedhartig en aaibaar. Pels in de luis van de Edese macht. Trotse deelnemer aan de Edese 'big five' en niet van plan zijn plek af te staan aan de wolf. Eet af en toe een kippetje.

Schrijf een reactie

Mis niets, meld je aan!

Blijf actief op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen in Ede. Meld je aan voor de mail van de Edese Vos.