In de Verenigde Staten wordt een plan uitgerold dat de democratische rechtsstaat kan ondergraven. Project 2025 heet het: een blauwdruk van de MAGA-beweging die onder Trump wordt gebruikt om het overheidsapparaat te zuiveren van onafhankelijke ambtenaren, kritische journalisten en rechters die een conservatieve en meer autoritaire koers in de weg staan.
D66-Kamerlid Joost Sneller presenteerde vorige maand een opvallend Nederlands antwoord: Project 2026 – Democratisch Offensief. Geen project om de macht te grijpen, maar om haar te begrenzen. Een poging om onze democratische rechtsstaat weerbaarder te maken – voordat het te laat is.
De scheiding der machten – fundament van vrijheid
Wat Sneller voorstaat, is in feite een terugkeer naar het oude principe van Montesquieu: de scheiding tussen wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Die drie pijlers moeten elkaar in evenwicht houden, niet in elkaars schaduw opereren.
In Nederland is dat evenwicht de laatste decennia dunner geworden. Ministers kunnen het Openbaar Ministerie nog altijd aanwijzingen geven over vervolging, de begroting van de rechtspraak valt onder het ministerie van Justitie, en gratieverlening ligt in handen van bewindspersonen. Zolang de politiek betrouwbaar is, lijkt dat onschuldig. Maar zodra macht wordt misbruikt, is de burger zijn bescherming kwijt.
“We moeten niet de vorige slag winnen, maar de volgende,” schrijft Sneller.
Zijn voorstel is helder:
– het Openbaar Ministerie volledig onafhankelijk maken,
– de rechtspraak een eigen begroting geven,
– de bevoegdheid tot gratieverlening overhevelen naar een rechter,
– en benoemingen bij de Raad voor de rechtspraak losmaken van de politiek.
Het zijn geen symbolische stappen. Ze gaan over iets wezenlijks: het voorkomen dat willekeur het wint van rechtszekerheid. Wie ziet hoe in Amerika onder Trump politieke loyaliteit bepalend werd voor vervolging of vrijspraak, weet hoe snel een rechtsstaat kan kantelen.
Burgers die kunnen opkomen voor hun recht
Het tweede grote thema in Snellers plan raakt direct aan de praktijk in gemeenten als Ede: de positie van burgers die zich organiseren om onrecht aan te kaarten.
Hij wil de mogelijkheid behouden dat belangenorganisaties kunnen procederen namens groepen burgers – het zogeheten artikel 3:305a BW. Dat klinkt technisch, maar het is cruciaal. Zonder dat artikel hadden de lokale Stichting Milieuwerkgroepen Ede (SME) of landelijke organisaties als MOB van Johan Vollenbroek nooit de juridische slagkracht gehad om milieuvervuiling, warmtenetten of onwettige vergunningen aan te kaarten.
Sneller wil die mogelijkheid expliciet beschermen. Omdat burgers alleen tegenmacht kunnen vormen als ze toegang hebben tot het recht – ook zonder dure advocaten of lobbykrachten.
Daarom stelt hij ook voor om structureel 40 miljoen euro extra te investeren in de sociale advocatuur. Zodat mensen met een laag inkomen niet rechteloos worden zodra ze een geschil krijgen met de overheid. Een samenleving waarin rechtspraak onbetaalbaar wordt, is geen rechtsstaat meer, maar een privilege voor wie het zich kan veroorloven.
Een sterke en vrije pers
Een derde pijler van het democratisch offensief is de vrije journalistiek. D66 wil jaarlijks 200 miljoen euro investeren in regionale media, onderzoeksjournalistiek en programma’s die journalisten beschermen tegen bedreigingen. Niet om de pers te sturen, maar om haar te versterken als controlerende macht.
Dat idee raakt aan de kern van waar de Edese Vos voor staat: journalistiek als collectief nut. Een samenleving waarin burgers goed geïnformeerd zijn, is veiliger, rechtvaardiger en democratischer. Maar onderzoeksjournalistiek kost tijd en geld – en levert geen winst op, alleen maatschappelijk rendement. De overheid kan dat gat niet dichten zonder de onafhankelijkheid van media in gevaar te brengen, maar ze kan wél de voorwaarden scheppen waarin vrije pers kan bloeien.
Daarnaast wil Sneller de benoeming van leden van het Commissariaat voor de Media weghalen bij de minister, en de journalistieke code wettelijk verankeren. Zo moet worden voorkomen dat de overheid of politieke stromingen invloed krijgen op wat media wel of niet publiceren.
Openheid als plicht, niet als gunst
Transparantie is een terugkerend thema in Snellers werk. Hij was eerder initiatiefnemer van de Wet open overheid (Woo), en stelde dit jaar voor de derde keer Kamervragen over gemeenten die besluiten nemen in achterkamertjes. Aanleiding waren besloten vergaderingen in onder meer Ede, waar inwoners en journalisten niet werden toegelaten. Sneller vindt het onacceptabel dat lokale overheden de openheidsregels naar zichzelf toe buigen met juridische woordspelletjes.
“Drie keer is scheepsrecht,” zei hij destijds. “Het wordt tijd dat er eindelijk duidelijkheid komt.”
In september gaf de minister hem gelijk: zulke achterkamertjes zijn onwettig.
Het illustreert hoe ook op lokaal niveau de strijd om transparantie nog lang niet gestreden is.
Tegen de erosie van de democratie
Het Democratisch Offensief is meer dan een beleidsplan. Het is een waarschuwing én een oproep.
De democratie breekt snel en heelt traag, schrijft Sneller. En dat klopt. Wat vanzelfsprekend lijkt – een onafhankelijke rechter, een vrije journalist, een eerlijk proces – moet elke generatie opnieuw beschermen.
In Ede zien we op kleinere schaal dezelfde worsteling: trage Woo-procedures, vertrouwelijke bijeenkomsten, burgers die hun gelijk moeten afdwingen, en een groeiende kloof tussen bestuur en samenleving. Wat Sneller op papier probeert te borgen, wordt hier in de praktijk getest.
Waarom dit ertoe doet
Of Snellers wetsvoorstellen er komen, is onzeker. Veel plannen vereisen grondwetswijzigingen en brede politieke steun. Maar de richting die hij wijst, raakt aan de essentie: macht mag nooit onbegrensd zijn, en tegenmacht moet de ruimte krijgen.
Een onafhankelijke rechter, betaalbare rechtsbijstand, een controlerende pers en burgergroepen die kunnen procederen – dat zijn geen details van wetgeving, maar de zuurstof van een vrije samenleving.
En precies daarom verdient dit democratisch offensief aandacht. Omdat het niet alleen een plan van D66 is, maar een herinnering aan iets wat we allemaal lijken te vergeten:
een rechtsstaat is geen bezit, maar een verantwoordelijkheid.
Noot van de redactie
De Edese Vos volgt voorstellen die raken aan transparantie, burgerrechten en persvrijheid op nationaal niveau, omdat die direct invloed hebben op de lokale democratie. Eerder besteedden we om die reden ook aandacht aan de voorstellen van Pieter Omtzigt (CDA/NSC).






Goed artikel, belangrijk project van Joost Sneller. We blijven hem volgen!