Een in Ede gevestigd food gerelateerd zelfstandig bestuursorgaan van de overheid, het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), heeft cruciale informatie achtergehouden over de risico’s van bestrijdingsmiddelen voor omwonenden. Dat meldt het onderzoeksjournalistieke TV-programma Zembla in een onthullende reportage.
Het Ctgb voerde in 2015 berekeningen uit met een nieuw rekenmodel van de Europese Voedsel- en Warenautoriteit (EFSA) en vond normoverschrijdingen voor zeven bestrijdingsmiddelen. Het gaat om middelen uit de bollen- en fruitteelt, waarvan er zes nog steeds in Nederland zijn toegelaten. Het instituut stelde met name risico’s voor kinderen vast.
Uit documenten die Zembla via een beroep op de Wet open overheid (Woo) verkreeg, blijkt dat het Ctgb besloot om de resultaten intern te houden en geen actie te ondernemen. De staatssecretaris en de Tweede Kamer werden verkeerd geïnformeerd, waardoor de gevaarlijke middelen – die onder meer Parkinson kunnen veroorzaken – op de markt bleven. Medewerkers van het Ctgb verklaarden dat er GEEN risico’s voor de volksgezondheid waren gevonden en de middelen dus veilig waren.
Om dat te kunnen concluderen, werd de onderzoeksmethode aangepast onder de noemer ‘aanvullende verfijning van de modelberekening’. In een schriftelijke reactie ontkent het Ctgb dat er risico’s zijn achtergehouden. Maar uit de Woo-documenten blijkt dat het Ctgb in 2019 ook een opmerkelijke rol speelde bij de publicatie van een RIVM-rapport, het ‘Onderzoek Blootstelling Omwonenden (OBO)’.
‘Niets aan de hand, mensen’
In dat rapport concludeert het RIVM dat bestrijdingsmiddelen in en rondom huizen van omwonenden van bloembollenvelden worden gevonden: in de lucht rond het huis, in huisstof en zelfs in luiers van baby’s treffen onderzoekers pesticiden aan.
In de conceptversie van het rapport riep het RIVM op tot vervolgonderzoek naar de gezondheidsrisico’s, maar de directeur van het Ctgb vond dat niet nodig. Hij was het ook oneens met een oproep van het RIVM om blootstelling aan mengsels van pesticiden beter te onderzoeken, terwijl juist die het meest schadelijk zijn. Een Ctgb-medewerker schreef: “Kan het RIVM verder gaan in het geruststellen van burgers?” De oproep om de toelating aan te scherpen werd geschrapt.
Ad Ragas, hoogleraar humane en ecologische risicobeoordeling aan de Radboud Universiteit, noemt, na inzage van de stukken, het Ctgb niet objectief en vindt dat de minister naar aanleiding hiervan een kritische, onafhankelijke commissie moet instellen om de organisatie eens goed door te lichten.
Omwonenden staan op tegen gifboeren
In de indringende reportage van Zembla is te zien hoe omwonenden van een bollenteler in het Drentse Boterveen een juridische strijd voeren om het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen te stoppen. Zij vrezen voor hun gezondheid. De teler dreigt de schade – naar eigen zeggen miljoenen euro’s – te verhalen op de omwonenden. Dat zet de verhoudingen in deze plattelandsgemeenschap op scherp.
Het grootschalig gebruik van bestrijdingsmiddelen leidt maatschappelijk tot steeds meer ophef. “Het is verschrikkelijk,” schrijft raadslid Erik Wesselius van Mens en Milieu Ede op Mastodon. “En het ergste is: ik ben niet eens verbijsterd. Het Ctgb is voor haar inkomsten afhankelijk van de pesticidenfabrikanten wier producten het Ctgb op hun veiligheid moet beoordelen. Dit is hoe onze maatschappij functioneert. Daarom is verzet, zoals van die omwonenden in Boterveen, Dordrecht (Chemours) en Noordwijk (TataSteel) zo belangrijk. Deze mensen verdienen ieders steun!”