De gemeente Ede beloofde omwonenden inspraak bij de terugkeer van de historische ziekenbarakken op het kazerneterrein. Uit ruim 650 pagina’s Woo-stukken blijkt dat die belofte niet is waargemaakt. De locatie lag al jaren vast, interne kritiek werd genegeerd en de tijdsdruk van een provinciale subsidie bepaalde het tempo.
De twee houten ziekenbarakken uit 1907 stonden ooit aan de Van Heutszlaan, op het kazerneterrein. Ze dienden als isolatiegebouwen voor besmettelijke patiënten van het garnizoen. In 2018 besloot de gemeente dat ze daar moesten wijken voor groen en parkeerplaatsen. De barakken werden daarna gedemonteerd en opgeslagen, zodat sloop kon worden voorkomen. Omdat ze uniek zijn in Nederland kregen ze in 2019 de status van gemeentelijk monument, waarmee behoud officieel werd vastgelegd.
Locatie lag al in 2020 vast
Vanaf 2020 liet de gemeente een locatiestudie uitvoeren. Officieel werden meerdere plekken onderzocht, maar uit interne stukken blijkt dat het Platform Militaire Historie Ede (PMHE) en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) al direct de voorkeur gaven aan een plek tegenover de Smederij aan de Verbindelaarsweg. Het PMHE wilde de barakken gebruiken als ontmoetingsplek voor veteranen en voor expositie.
De gemeente nam die voorkeur over; alternatieve locaties zijn niet verder uitgewerkt. Bij de aanleg van een wandelpad in de groenstrook werd zelfs al rekening gehouden met de toekomstige komst van de barakken. In 2022 werden de barakken eigendom van erfgoedorganisatie BOEi. Daarmee werd BOEi automatisch de enige uitvoerende partij, ook omdat alleen zij aanspraak kon maken op de benodigde subsidies.
Participatie: wel beloofd, niet gedaan
Hoewel participatie een harde voorwaarde was, bleef het in werkelijkheid bij een enquête en een informatieavond in mei 2025, toen de locatiekeuze al jaren vastlag. In een interne mail staat letterlijk: “Participatie wel voorbereid, maar niet uitgevoerd.” Bewoners kregen uitnodigingen die de indruk wekten dat ze nog konden meepraten, maar in feite was het plan al bepaald. Een ambtenaar schreef intern: “De bewoners voelen zich voor een voldongen feit gesteld, en ik snap dat wel gezien de gekozen route.”
Normaal zou een bestemmingsplanwijziging via de gemeenteraad lopen. Voor de barakken koos Ede echter voor een BOPA – een vergunning waarbij het college het formele besluit neemt. In theorie had de raad adviesrecht, maar in dit dossier is daarvan geen gebruikgemaakt. Raadsleden kregen uitsluitend via raadsvragen informatie, en pas later zou een raadsvoorstel volgen. Daarmee bleef de invloed van de raad beperkt.*
De echte drijfveer blijkt de subsidieagenda. Voor 1 januari 2026 moet er een onherroepelijke vergunning liggen, anders vervalt ruim €250.000 provinciale subsidie. Dat verklaart de haast en waarom participatie en raadsadvies formaliteiten werden.
Genegeerde kritiek
Ook intern klonk twijfel. Een gemeentelijke ecoloog noemde de ecologische quickscan “belachelijk”, omdat die de waarde van bloemrijke bermen en bestuivers negeerde. Een stedenbouwkundige schreef verbaasd: “Dit is de eerste keer dat ik iets zie van de barakken” en vond dat zij betrokken had moeten worden vanwege de stedenbouwkundige impact. De CRK adviseerde een groenere inpassing, maar dat werd terzijde geschoven.
Tijdens een bijeenkomst in 2025 zei wethouder Peter de Pater niet volledig op de hoogte te zijn. Uit Woo-stukken blijkt echter dat hij sinds 2020 ambtelijk betrokken was en later persoonlijk meebesliste over subsidieafspraken en overleggen met BOEi. Daarmee stuurde hij van meet af aan op de huidige uitkomst.
Ook Stichting De Stingerbol meldde zich begin 2025 nog als mogelijke gegadigde. Initiatiefnemer Daan Overeem bevestigt dat hij bij de gemeente polste of de barakken gebruikt konden worden voor het Stadslab. Maar toen was de race feitelijk al gelopen: BOEi was eigenaar, de subsidies lagen vast en de gemeente wilde geen vertraging meer.
Conclusie
De barakken zelf zijn niet het probleem – de meeste bewoners zijn niet tegen behoud. Waar het misging, is het proces. Al sinds 2020 lag de locatie vast, terwijl bewoners en zelfs gemeentelijke afdelingen pas jaren later werden betrokken. De beloofde participatie bleef uit, interne kritiek werd genegeerd en een provinciale subsidie bepaalde het tempo. Daarbij had de gemeenteraad feitelijk geen inspraak.*
De onderzochte Woo-documenten zijn hier in te zien.
* Toelichting: De gemeenteraad heeft slechts beperkte zeggenschap over een buitenplanse omgevingsactiviteit (BOPA). Het college van burgemeester en wethouders is formeel bevoegd gezag en beslist over de vergunningverlening. De raad heeft niet automatisch een adviesrol, maar kan vooraf categorieën van gevallen aanwijzen waarin hij adviesrecht krijgt. Dat advies is in principe niet bindend, maar moet wel serieus worden meegewogen door het college. In 2022 besloot de Edese raad om voor vrijwel alle BOPA’s adviesrecht te hebben, behalve een aantal uitzonderingen. Voor de barakken gold daarom in theorie een adviesrecht, maar in de praktijk heeft de raad hiervan geen gebruikgemaakt. Het bleef beperkt tot schriftelijke vragen van raadsleden; een formeel advies is niet uitgebracht.
Dit artikel maakt deel uit van ons dossier ‘Democratie onder druk in Ede – over burgerinvloed, bestuurscultuur en transparantie’, onderzoek dat mede mogelijk is gemaakt door het Fonds BJP.

Zoals gewoonlijk: Veel beloven weinig geven doet een gek in vreugde leven. Dat P. de Pater uiteindelijk zijn biezen pakt is een goedmakertje, dat dan weer wel.
Hopelijk gaat BOEI nu snel aan de gang en realiseert de barakken op de vergunde locatie. Participatie is altijd afgebakend, BOPA is volledig legitiem. Kritische ecologen zijn er altijd wel te vinden die de boel ophouden. Binnenkort mag heel Ede weer naar de stembus dan heeft de Edenaar weer volledig de kans om te participeren. Hup met z’n allen. Hopenlijk goede kandidaten en “enthousiastelingen” op niet verkiesbare plaatsen.