De in Berlijn gesignaleerde leeuw, waar grootscheeps jacht op werd gemaakt, blijkt gewoon een wild zwijn te zijn. Het doet denken aan de Edese poema uit 2005, de zomerhoax van dat jaar.
Ede was toen bevangen door de poemakoorts. Een beveiligingsbeambte van schietterrein de Harskamp had in mei 2005 bij het munitiedepot in Hoenderloo een katachtig roofdier gesignaleerd. Al snel volgden er meer meldingen. Ook werd een aangevreten ree gevonden. Op 14 juni werd op de Ginkelse Heide een grootscheepse poemajacht geopend, waarbij zestig marechaussees, jeeps en een helikopter werden ingezet.
De operatie bleef zonder resultaat. Natuurminnende burgers protesteerden tot in de Tweede Kamer tegen het voornemen het dier af te schieten. Een team van roofdierenopvang Stichting Pantera, bewapend met een verdovingsgeweer en geleid door de mediagenieke, besnorde jager op groot wild Arno van der Valk, nam de jacht over.
Winnie de Poehma
Na een week bracht Pantera vage foto’s van een katachtig dier in de publiciteit. Sceptici deden deze af als foto’s van een ordinaire huiskat, maar de poemawaarnemingen bleven binnenkomen. Een moeder die haar kinderen uit school had gehaald zag hem zelfs vlak voor haar neus langs een tuinhekje slenteren, aldus Van der Valk. Ook werd het dier, al snel Winnie-de-Poehma gedoopt, gespot in Loenen en bij vliegveld Terlet.
Aangestoken door scepsis staakten de Veluwegemeenten begin juli hun steun aan Pantera. De poema verdween geleidelijk uit het nieuws, om eind september nog een laatste comeback te maken: een natuurfotograaf identificeerde de waarneming als een grote kat, die een paar dagen later eigendom bleek van twee zusjes uit Beekbergen. Hij heette Max en het was een gewone, uit de kluiten gewassen huiskat.
Voor de landelijke media kwam hiermee een bevredigend einde aan het poemaverhaal. Maar op de Veluwe bleven de twijfels leven. Eind september, toen de landelijke nieuwsmedia hun interesse al hadden verloren, zocht TV Gelderland nog naar een grote zwarte kat. En op 25 mei 2006 zag een wandelaar een poema de open vlakte doorkruisen tussen Hoog Soeren en Assel.
Goed voor de streekpromotie
Het verhaal over de poema was goed voor de streekpromotie. “Hopelijk blijft deze poema nog lange tijd vrolijk rondlopen op de Veluwe,” aldus de directeur van het Veluws Bureau voor Toerisme. De Veluwse busmaatschappij BBA voegde aan zijn hertenlogo tijdelijk een springende poema toe. Een pannenkoekenhuis zette een broodje poema op het menu, een vliegbedrijf bood rondvluchten aan boven het poemagebied.
De media hadden er een ideale invulling mee van het komkommerseizoen. De nieuwsarme zomer werd omgedoopt tot ‘poempoematijd’. Nepfoto’s circuleerden op het internet en in De Telegraaf. De Apeldoornse popgroep Springvloed schreef een satirisch ‘Poemalied’: “Hij is gesignaleerd, ze hebben ‘m gezien. ’t Schijnt dat er ook een olifant rondloopt, of was het toch een mug misschien?”

De poema kreeg zelfs een monument bij de Apeldoornse Vellertheuvel. Daar staat een kooi met de contouren van een poema erin. Of is het geen poema? Wie dichterbij komt, ziet de poema vervagen en wanneer je het dier zou kunnen aanraken, is het opgelost in de wirwar van staaldraden die samen de sculptuur ‘Kooi-met-geen-poema-er-in’ vormen. Het beeld van de kunstenaar Maarten de Reus werd onthuld op 12 juli 2008.
Mysterieuze roofkatwaarnemingen
Het verhaal over de poema staat, zoals de jacht op de Berlijnse leeuw laat zien, niet op zichzelf. Regelmatig duiken er mysterieuze, ongrijpbare roofkatten op. De jacht op zo’n dier kan weken of zelfs maanden duren en eindigt zelden of nooit met een vangst. Het fenomeen doet zich sinds 1959 voor, toen voor het eerst in Surrey een poema werd gezien die wandelaars de stuipen op het lijf zou hebben gejaagd. Voor die tijd werden er vooral mysterieuze wolven gespot. Sindsdien komen ook cheeta’s en zwarte panters voor, en nu dus een leeuw.
Het is een kwestie van tijd voordat er ook rond Ede weer een poema wordt gesignaleerd.
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van het boek ‘Verhalen van Stad en Streek. Sagen en Legenden in Nederland’, waarin de poemahype uitgebreid is beschreven.